Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rekenles om te kunnen handelen in gerechtigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rekenles om te kunnen handelen in gerechtigheid

WATERINK OVER VORMING

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Praten over vorming is in. Steeds meer dringt het besef door dat we er niet zijn met onderwijsresultaten meten. Met louter aandacht voor die meetbare resultaten en harde data doen we de leerling én het onderwijs – zeker het christelijk onderwijs – tekort.

Die gedachte is niet nieuw, maar voor onze tijd heel belangrijk om (weer) voor het voetlicht te halen. Daarom hier een gedeelte uit een toespraak van professor Jan Waterink (1890-1966). Hij was de eerste hoogleraar pedagogiek aan de Vrije Universiteit.

Van meet af aan was het hem duidelijk dat pedagogiek normatief is. Levensbeschouwing en pedagogische visie horen bij elkaar. Dat geldt eveneens voor de didactiek: ook dat is geen neutraal terrein. Didactiek kun je inzetten voor werkelijk christelijk onderwijs.

Waterink hield in 1938 een referaat over de principiële grond- slagen voor onderwijsvernieuwing. Daarin benadrukt hij dat alle onderwijs ‘pedagogisch gericht’ moet zijn.

Keninhoud

‘Het onderwijs geven is (…) tegelijkertijd ook opvoeden. (…) Maar nu zijn er verschillende kringen, waarin men (…) denkt, dat kennis bijbrengen toch het hoogste doel is van het onderwijs. Doch men vergeet, dat het bijbrengen van alleen kennis (…) voor de levensontwikkeling van het kind volkomen waardeloos is. Maar kennis bijbrengen zonder meer is ook niet mogelijk. Stel dat er een onderwijzer, een opvoeder is die zich op het standpunt stelt: “Ik breng aan het kind kennis, en het is mijn bedoeling om het kind deze keninhoud te leren kennen.”

Hij veronachtzaamt daarbij de levenswet dat iedere kennisinhoud ook op een bepaalde manier door het gevoelsleven en het wilsleven van het kind wordt verwerkt. Zo geeft hij dus aan het gevoels- en wilsleven ten opzichte van de kennisinhoud geen leiding, en daarmee pleegt hij een uitermate gevaarlijk bedrijf. Het ideaal, dat hij bij zijn arbeid zich voor ogen stelt, moet zijn, dat de kennis, die hij aanbrengt, dienstbaar zal zijn aan de ontwikkeling van heel de persoonlijkheid van het kind.

Emotionele spanningen

Stel, om een voorbeeld uit de vaderlandse geschiedenis te nemen, dat de onderwijzer de kinderen netjes de jaartallen van 1568 tot 1648 laat leren. Het resultaat is dat na enige weken de kinderen al die jaartallen kennen zonder meer. Nog afgedacht van de schade die kan zijn toegebracht, is er dan een prachtige kans gepasseerd om de kinderen op te voeden.

Voor het kind moet ieder jaartal dat het leren moet een levend ding zijn, vol met emotionele spanningen, gewichtig omdat het ziet, dat het een punt is in de machtige strijd van onze vaderen. Het kind zegt ook niet: 4 maart: moeder is jarig, 7 november: zus is jarig, 28 november: broer is jarig, 8 december: vader is jarig – en dat op een manier van het memoriseren van een jaartallenboekje. Nee, als het kind de data van de verjaardagen van de ouders noemt, dan is dat een stuk uit het leven van het kind. Dan worden die data gedragen door liefde en rondom die data werken allerlei strevingen en wilsimpulsen. De goede opvoeder beleeft zo ook de vaderlandse geschiedenis. En deze gevoelswarmte draagt hij over bij zijn onderwijs op de kinderen. Dan gaat er van zijn onderwijs iets uit, zoals men dat dan zegt.

Dorre stof

Hier ligt het accent van wat onze vaderen altijd gezegd hebben: onderwijs kan nooit neutraal zijn. Zelfs niet het rekenonderwijs. Want het is de geest, waardoor het onderwijs gedragen wordt, die ook bij het meest neutrale vak toch pedagogisch werkt. Dit pedagogisch gericht zijn moet dus bij ieder vak naar voren komen. Dit betekent, dat ook schijnbaar dorre stof levend gemaakt kan worden. Het is mogelijk om rekenonderwijs te geven, waarvan bezieling uitgaat. Het rekenonderwijs nu is speciaal gericht op het “doen” in de samenleving, op het kunnen handelen in gerechtigheid. Daarom ligt de zin van het rekenen, als we pedagogisch gericht zijn, niet daarin dat wij de kinderen een of andere theorie omtrent de getallen bijbrengen. Die zin ligt daarin, dat wij de kinderen vreugde geven over het kunnen leven in onze cultuur als christenkinderen, handelend overeenkomstig de ordeningen Gods. Zo moet elke didactische handeling pedagogisch gericht zijn. En waar deze geest heerst, daar is de basis voor dagelijkse onderwijsvernieuwing.’

Reflectie

1. ‘Onderwijs kan nooit neutraal zijn’, stelt Waterink. Waar denk jij aan bij deze uitspraak? Geef concrete voorbeelden.

2. Waterink beklemtoont dat elke didactische handeling pedagogisch gericht moet zijn. Bedenk een voorbeeld van zo’n handeling die:

a. strijdt met jouw pedagogische idealen.

b. aansluit bij jouw pedagogische idealen.

Leg uit waarom dat zo is.

3. ‘Men denkt, dat kennis bijbrengen toch het hoogste doel is van het onderwijs. Doch men vergeet, dat het bijbrengen van alleen kennis (…) voor de levensontwikkeling van het kind volkomen waardeloos is.’ Hoe denk je over deze stelling?

4. Leerlingen worden volgens Waterink net zo goed gevormd door de reken-/wiskundeles. Kun je een voorbeeld geven van zo’n les waarin leerlingen: a. in een verkeerde richting worden gevormd?

b. in een goede richting worden gevormd? Omschrijf zo precies mogelijk hoe dat dan gaat.

Bron:

Gielen, J.J. (red.) (1961). Keur uit de verspreide geschriften van J. Waterink. Groningen: Wolters (pag. 138-139).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 2020

De Reformatorische School | 48 Pagina's

Rekenles om te kunnen handelen in gerechtigheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 2020

De Reformatorische School | 48 Pagina's