Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij christelijk onderwijs horen identiteitsgebonden lesmethodes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij christelijk onderwijs horen identiteitsgebonden lesmethodes

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de schoolbanken in het christelijk onderwijs liggen vaak andere lesboeken dan in het seculier onderwijs. Is dat terecht? Horen bij christelijk onderwijs identiteitsgebonden lesmethodes? Annemarie Nobel, onderwijsadviseur bij Driestar educatief en projectleider van TaalpuntNL, lesmethode Nederlands voor het christelijk voortgezet onderwijs, vindt van wel. Nellianne van Schaik, docent Nederlands op het Calvijn College en lid van het ontwikkelteam Nederlands van curriculum.nu, heeft daar een andere kijk op.

EERSTE TERMIJN

Nobel: ‘Een goede docent kan zonder lesmethodes. Hij voegt in zijn les zijn didactische en pedagogische vaardigheden toe aan de kennis van en liefde voor zijn vak en koerst welbewust af op zijn lesdoelen. Hij kan een excellente les bouwen op een krantenartikel, een bloem of een citaat. Waarom zijn er dan toch lesmethodes? Bijvoorbeeld omdat een goede lesmethode rijk materiaal biedt, de doorgaande leerlijn en einddoelen bewaakt en ondersteunt bij differentiatie en variatie in werkvormen.

De christelijke leraar heeft dezelfde einddoelen en moet aan dezelfde kwaliteitseisen voldoen als zijn seculiere collega’s. Hij onderscheidt zich doordat hij zijn leerlingen zicht wil geven op Gods werkelijkheid 1 . Daartoe selecteert hij bewust de leerstof, kiest hij de juiste didactische aanpak en expliciteert hij zijn lesdoelen. En juist daarom is de christelijke lesmethode van grote waarde: door betekenisvolle, rijke bronnen te bieden en te erkennen dat lesgeven meer is dan het overbrengen van kennis en vaardigheden. Een christelijke lesmethode is geen religieus sausje over het standaardcurriculum, maar bekijkt de werkelijkheid en de leerling vanuit een totaal ander vertrekpunt. Natuurlijk kan een goede docent een christelijke les geven met een seculiere methode. Maar niet iedere docent kan zo veel tijd besteden aan het ontwikkelen van zijn lessen en lesmateriaal als hij zou willen. Een lesmethode is vaak een welkome ondersteuning en in een christelijke les maakt het dan wel degelijk uit welke methode er op tafel ligt.’

1. Bram de Muynck (2018). Gids en pelgrim. Profiel van een christelijke leraar. Apeldoorn: De Banier.

REACTIE

Van Schaik: ‘Een goede docent kan zeker zonder lesmethodes, maar veel docenten laten zich dwingen in het keurslijf van een methode. Ook de christelijke methode kan gemakkelijk die uitwerking hebben. Die biedt lesmateriaal waarmee de vereiste doelen behaald kunnen worden, past goed binnen het wereldbeeld van leerling en docent, beperkt rauwe randjes en schurende inhoud en voorkomt klachten en lastige gesprekken. Maar zijn we er dan? Wie de werkelijkheid wérkelijk vanuit een ander vertrekpunt benadert, doet dat midden in de weerbarstigheid van de wereld waarin we leven. Met (les)voorbeelden, gedegen vakkennis en gebruikmakend van de actualiteit. Wie leerlingen wil voorbereiden op de maatschappij neemt niet de verantwoorde inhoud van de christelijke lesmethode als vertrekpunt – een lespraktijk die op veel scholen aan de orde van de dag is – maar vertrekt vanuit het waartoe. Waartoe leiden we kinderen en jongeren op? En voor welke wereld?

Een goede docent arrangeert met behulp van kerndoelen en eindtermen een curriculum waarin de leerling wordt gevormd, gekwalificeerd raakt en met die verkregen bagage voluit kan deelnemen aan de samenleving. Lesmiddelen en inhouden moeten daarom óók schuren, prikkelen en geregeld verwarring zaaien. Onderwijs moet weerstand inbrengen, zoals pedagoog Biesta het verwoordt 2 . Niet de – al dan niet christelijke – methode bepaalt de kwaliteit van het onderwijs; dat doet de docent. Hij leert kinderen de wereld om hen heen te duiden, als Gods wereld. Hij rust ze toe als burgers van nu met het oog op de wereld die komt.’

2. Gert Biesta (2018). Tijd voor pedagogiek. Over de pedagogische paragraaf van onderwijs, opleiding en vorming. Oratie.

REPLIEK

Nobel: ‘Ik ben geneigd het volledig met Van Schaik eens te zijn. Lesinhouden móeten schuren, prikkelen en confronteren. Het is ook geenszins de bedoeling van een christelijke methode om die confrontatie te vermijden, integendeel. De christelijke methode biedt juist meer vormende inhoud – inhoud is immers nooit neutraal.

Bovendien biedt de christelijke methode meer. Bij literatuur wordt Hermans behandeld, maar óók Rosseels; bij muziek wordt Bach niet marginaal behandeld, maar prominent; bij geschiedenis hebben we het over Descartes, maar net zo goed over Pascal.

En dat niet de methode, maar de docent de kwaliteit van onderwijs bepaalt, is zeker. De methode is immers een middel, geen doel. In de handen van de rechtgeaarde docent is het daarom geen keurslijf.’

DUPLIEK

Van Schaik: ‘Wie een blik werpt op de christelijke methodes kan nu net níet zeggen dat die zo prikkelend en schurend zijn. En begrijp me goed, dat moeten ze niet op elke bladzijde zijn, maar nu laten ze vooral een “veilig” beeld zien. Dat klinkt goed; veiligheid is een belangrijke waarde in het onderwijs. Maar wie leerlingen alleen maar aanspreekt met “verantwoorde” woorden, heeft te weinig oog voor de wereld om hen heen die onveilig is en andere waarden en normen kent.

Is het altijd aantrekkelijk om de confronterende route te bewandelen? Nee, die route is uitdagend, stelt je voor spannende (didactische) keuzes en veroorzaakt zweetdruppels en ongemak. We leiden onze leerlingen echter niet op voor een reservaat, maar hopen en bidden dat ze als christenburgers hun plaats zullen innemen in de maatschappij.’

Ook een stelling poneren? Mail naar k.degroot@vgs.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2020

De Reformatorische School | 48 Pagina's

Bij christelijk onderwijs horen identiteitsgebonden lesmethodes

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2020

De Reformatorische School | 48 Pagina's