Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Goed, en met jou?’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Goed, en met jou?’

BEELDEN VAN HET REFORMATORISCH ONDERWIJS ANNO NU

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze rubriek iedere maand een opiniërende bijdrage van een kritische denker die betrokken is bij het onderwijs. Het artikel is bruikbaar voor bespreking in docenten- of managementteam. Deze maand: Dr. ir. Piet Murre Lector didactiek en schoolvakken bij Driestar educatief

Veel reformatorische scholen bestaan inmiddels al tientallen jaren. Zo vierde de Driestar vorig jaar haar 75e verjaardag. Onlangs reed ik langs de basisschool waarop ik heb gezeten, zo’n veertig jaar geleden. Als tienjarige kwam ik in klas 4 (groep 6) op een nieuwe school – 25 kilometer enkele reis van huis – die verkregen was na veel gebed en inspanning. Hoe staat ons reformatorisch onderwijs, dat dus inmiddels al lang bestaat, er nu eigenlijk voor?

In zijn boek How the mighty fall laat de Amerikaanse onderzoeker Jim Collins op basis van langdurig en grootschalig empirisch onderzoek zien dat hoogmoed de eerste fase is op weg naar achteruitgang. Hubris, waardoor we denken dat ons niets kan overkomen, ligt juist daar op de loer waar het goed gaat. Al snel volgen dan ontkenning van risico’s en bedreigingen en het geven van een positieve draai aan indicaties die voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn. Kan het zijn dat wij in deze fase zitten?

Waar het goed gaat op scholen en met leerlingen is er reden tot dankbaarheid. Waar het niet goed gaat is er aanleiding tot verbetering of bekering, en wellicht tot beide. Met het Koninkrijk van God gaat het (gelukkig!) altijd goed – maar dat kunnen we moeilijk een-op-een doortrekken naar onze scholen, onze lessen, ons als leerkrachten en ons als leiders. Wat zien we als we door de lens kijken en een foto maken? Hieronder volgt een aantal van die lenzen, meestal in de vorm van een citaat. 1 En ik nodig u graag uit het ermee eens of oneens te zijn, daarvoor argumenten en empirisch bewijs aan te dragen, en vooral ook om na te denken over wat dat dan zou moeten betekenen.

ONZE SCHOLEN

Lens A: We staan al jaren in doorgaans goede lijstjes. Op de ranglijst van Elsevier staan veel refoscholen. Leerresultaten zijn meestal goed (behalve dan bij Engels). Werkgevers willen onze leerlingen graag hebben en dat geldt ook voor studenten uit het mbo. We doen mee in brede regionale en landelijke overleggen en we hebben een aantal federaties. Er is behalve de pabo ook een eigen lerarenopleiding voortgezet onderwijs en mbo.

Lens B: Veel scholen zijn opgericht uit zorg over de koers van andere scholen, waar wedergeboorte niet meer genoemd werd, geloof werd verondersteld en de evolutietheorie werd omhelsd. Dat zijn andere dingen dan “in de goede lijstjes” staan.

Lens C: Bij een aantal scholen neemt het ziekteverzuim langzaam toe, zijn er slinkende overschotten of oplopende tekorten, verwijspercentages waarvan de trend verkeerd is, is er onderling gedoe, zijn er over elkaar buitelende initiatieven en is er verloop van personeel. Lens D: Bij sommige openingen voel ik veel warmte – en dat is mooi. Maar tegelijk is de theologische diepgang die van een surfplank en vraag ik me af of zo iemand ooit gehoord heeft van ene Arminius.

ONS ALS LERAREN

Lens A: Niet snel zal ik de collega vergeten die het jammer vond dat hij met pensioen moest. Hart voor jongelui had hij.

En hij bleef fris, beetje bijleren ieder jaar. Een andere collega had het moeilijk en kreeg het steeds moeilijker. Het aantal werkvormen dat hij inzette, werd gaandeweg kleiner. Als het fout ging, waren het vooral de leerlingen die anders moesten worden.

Lens B: Ik heb er zin in om in te zetten wat ik hier geleerd heb. De dingen die ik met mijn klas geprobeerd heb, leveren me een hoop nieuwe inzichten op.

Lens C: Waarvoor je moet bidden? Dat ik mijn leerlingen niet in de weg sta om tot Jezus te komen.

Lens D: Ik moet nog vijftien jaar. En ik weet niet of ik dat volhoud.

Lens E: Ik kwam zijn lokaal binnen en hij had het schoolbord van linksboven tot rechtsonder volgeschreven. ‘Ik heb alles maar weer eens herhaald’, zei hij. ‘Mooi’, zei ik. ‘Jíj hebt herhaald – en bent actief geweest. Maar hebben jouw leerlingen nu ook geleerd?’

Lens F: Geduldig heb ik moeten wachten op het juiste moment om met de opleiding te beginnen. Nu, aan het eind, weet ik beter dat dat een onderdeel is van Gods plan met mijn leven. Het is mijn hoop en gebed dat ik in het beroep van docent-zijn betekenis mag hebben in Zijn Koninkrijk.

ONZE LESSEN

Lens A (leerlingen, primair onderwijs en voortgezet onderwijs): Erg veel christelijks kan ik niet in de lessen ontdekken. We krijgen hier toch gewoon [vul uw vak maar in]?! Lens B: Ik leer hier in één les meer dan bij vijf lessen godsdienst.

Lens C: Door de voorbeelden die langskwamen, kom ik sneller op ideeën om in mijn eigen lessen het “christelijke element” toe te passen. Het kan simpeler dan ik vaak denk. Eén ding dat blijft hangen is bijvoorbeeld “onvanzelfsprekend maken”. Er is veel dat met twee, drie vragen eigenlijk raadselachtig blijkt te zijn, daarmee ons kleine begrip laat zien en aanleiding kan zijn tot verwondering. Waarom is een steen hard en een klomp deeg niet? Hoe weten we nu dat jij met “hert” hetzelfde bedoelt als ik?

Lens D: Een boer vraagt zich toch ook niet bij iedere akker die hij ploegt af hoe christelijk die is? Laten we gewoon ons werk doen.

Lens E: Op Hervormingsdag vroeg ik aan mijn havo 3-leerlingen wat nu de kern van de Reformatie was. Wat was er nu zo belangrijk? Het bleef heel stil. Daar hadden ze het nog nooit over gehad.

ONS LEIDERSCHAP

Lens A: Het gaat aardig goed op onze school, dacht ik. Maar nu ik me heb verdiept in wat er bekend is over goed leiderschap, organisaties, waarden en veranderingen, ben ik daar een stuk minder zeker van. Er is ook verschil tussen wat wordt gezegd en wat wordt gedaan. Leidinggevenden zullen belangrijke dingen doen, maar dat is voor mij vaak onzichtbaar. En sommigen lijken vooral met zichzelf of hun eigen leiderschap bezig te zijn.

Lens B: Het viel me op dat toen ik tien collega’s vroeg naar het strategisch beleidsplan, slechts twee zich er iets van wisten te herinneren: het deel dat ging over het behalen van goede resultaten. De stukken over karaktervorming en christelijk onderwijs waren onbekend.

Lens C: Mijn leidinggevende heeft het nooit over lesgeven vanuit een christelijk perspectief. Het gaat altijd over leerresultaten of over dingen met leerlingen. Bijna alles gaat over de cijfers, en als die er goed uitzien, is er niet veel aan de hand. Zijn weekopeningen zijn wel aardig, dat wel.

Lens D: Leidinggeven is een vak, met een behoorlijke kennisbasis. Je leert dat niet even in een cursus van een weekje. Iemands waarden blijken uit zijn gedrag. Maar met mijn leidinggevende heb ik het wel getroffen. Hij leest veel, luistert echt en doet ook iets.

MET MIJ GAAT HET…

Een aantal lenzen. Hoe staat het ervoor met onze scholen, met u als leerkracht, met uw lessen, met u als leider? In hoeverre past het plaatje in het dienstbaar zijn aan het Koninkrijk der hemelen? Hoort wat we doen bij de steen die zonder handen is afgehouwen (Daniël 2) en alles vermaalt, of wordt wat we doen uiteindelijk vermalen?

Goede docenten maken ook in een school met matig leiderschap het verschil. Docenten ‘vertelden dat hun leidinggevenden hen niet aanmoedigden om hun vak vanuit christelijk perspectief te geven. Het gevolg is dat veel docenten slechts de seculiere methode volgen.’ Het gevolg? Daar ben je toch zélf bij als docent?

Goede leidinggevenden zijn zeker belangrijk. Het is niet als bij de spreekwoordelijke koning van Pruissen: ‘Als ik een beter volk had, was ik een betere koning.’ Vertrouwen tussen leidinggevende en leerkracht is cruciaal voor vorming, leerresultaten enzovoort (Robinson et al., 2009). Dit vertrouwen wordt bevorderd door interpersoonlijk respect, oog hebben voor personen, competent zijn in de rol die je als leidinggevende hebt en persoonlijke integriteit. En ook daar valt aan te werken.

Hoe gaat het met u, uw school, uw lessen? ‘Met mij, ons gaat het …’

Bronnen:

Collins, J. (2009). How the mighty fall. New York: HarperCollins Publishers Inc.

Robinson, V., Hohepa, M., & Lloyd, C. (2009). School Leadership and Student Outcomes: Identifying What Works and Why. Wellington: Learning Media for the Ministry of Education.

Eindnoot:

1. Deze waarnemingen en citaten komen vanuit mijn ervaringen met het begeleiden van studenten van de pabo, lerarenopleidingen voortgezet onderwijs, de master Leren en innoveren en de master Christian Education, en vanuit de contacten met scholen in PO en VO. Dan gaat het om anekdotisch bewijs. De citaten zijn authentiek, maar wel geanonimiseerd en soms bij elkaar genomen. Tevens liggen er diverse onderzoeken vanuit mijn lectoraat didactiek en schoolvakken vanuit christelijk perspectief en vanuit eerdere lectoraten van Driestar educatief aan ten grondslag, evenals mijn lectorale rede Meer door minder en promotieonderzoek naar waarden in het reformatorisch voortgezet onderwijs.


BESPREKEN

Onderstaande vragen zijn bedoeld als handvatten om dit essay in groepsverband te bespreken.

Mist u categorieën in het lijstje hierboven? Welke? Hoe zou daar het beeld zijn en hoe weet u dat?

Commentaar geven op anderen is makkelijk. Hoe ziet uw categorie eruit? Welk aanvullend(e) bewijs, lens, waarneming hebt u? Waar past dankbaarheid? Waar verbetering? Waar bekering?

Hoe gaat u anderen helpen in hun categorie? Hoe ziet stap één er dan uit? En stap twee?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 2020

De Reformatorische School | 48 Pagina's

‘Goed, en met jou?’

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 2020

De Reformatorische School | 48 Pagina's