Rondom Jeruzalem

Zien is nog geen hebben’, luidt een oud, bevindelijk gezegde. Levendig herinner ik me de moeite die een bedaagd predikant, zeker niet de minst bevindelijke, ermee had. ‘Zien is zoveel méér dan hebben’, luidde de verzuchting die hij slaakte. Hebreeën 11 leert ons hoe veel gelovigen als Abram in het geloof bezaten, zónder het te zien. De hoop gewekt door de eerste voorboden van een voor het mensenoog onzichtbare werkelijkheid, was bepalend voor hun levensgang.

Gods belofte zette Abram in beweging. Het zicht op zijn altaren en het praktiseren van zijn godsdienst hielden hem gaande. Daarbij scherpten Gods leidingen, de krommingen in het levenslot, hem voortdurend op. Maar er was meer. Centraal in Abrams biografie staan, als een schil rond de verbondssluiting in Genesis 17, zijn ontmoetingen met Salem en haar merkwaardige priester-koning. Ze brengen ons, juist ook vandaag, bij de diepe kern van het christelijk onderwijs.

Melchizédek betekent: koning der gerechtigheid. Hij kent de Allerhoogste en dient Hem door leiding te geven aan Salem, stad van de vrede. Dat is dan nog geen Joodse stad - er zijn immers nog geen Joden - en Melchizédek heeft met Abram geen bloedverwantschap. De Hebreeënschrijver legt uit dat Abrams betaling van de tienden aan Melchizédek een bewijs is van onderschikking. Zo is Mozes ondergeschikt aan Christus; het Joodse volk aan heel de wereld.

Er is m éér. is als het ware het refrein dat ons in de geschiedenissen van Abram bereikt. Meer dan de Joodse apartzetting. Meer dan ons christelijke binnenwereldje. Christus is de Meerdere, naar de ordening van Melchizédek, Koning van Jood en heiden. Zijn Koninkrijk is niet van deze wereld, maar manifesteert zich daarin, tot aan de einden van de aarde. Wie het door genade binnentreedt, leert te dienen. Want de Meester kwam om te dienen, niet om te heersen.

Genesis 22 brengt Abram - nu: Abraham - opnieuw bij Salem. Even ten noorden van de stad krijgt hij les van de Koning der gerechtigheid. Hij hoeft Izak, zijn zoon, zijn belofte, zijn geloof, tóch niet in te leveren. De HEERE heeft een plaatsvervanger, voorzien. Yir-eh staat er in het Hebreeuws. Gerechtigheid voor Yir-eh-Salem, de stad waar Jood en heiden samen neerknielen. Vanwege de Borg Die er, twintig eeuwen later, Zijn leven zal geven.

Dit geloofsgeheimenis wordt Abrahams diepe drijfveer. Voor een leven in Gods gerechtigheid, gedreven door de verwachting van de eeuwige toekomst. Als dat ook ons geheim is, zal zowel de cultuuropdracht als eschatologische verwachting ons onderwijs vormgeven. Levend richting het nieuw’ Jeruzalem.

DRS. PETER VAN OLST

Docent godsdienst bij Driestar educatief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen