Bidden voor Sodom
Vragen en antwoorden; welke docent is er niet dagelijks mee in de weer? Doorgaans vinden we daarbij antwoorden de belangrijker categorie. Vragen zijn immers een hulpmiddel om tot goede antwoorden te komen? Een som, de Citotoets, het eindexamen, de wekelijks terugkerende lesjes Namen & Feiten: wie het antwoord weet, scoort punten. Wie er daarvan de meeste verzamelt, is de beste leerling. Aan zijn tien voegen we graag een griffel toe.
Dat het ook anders kan, bewees de grote filosoof Socrates. In zijn onderwijs namen vragen – enkel vragen – de centrale plek in. Het is niet onopgemerkt gebleven dat ook de Heere Jezus Zijn onderwijs met opvallend veel vragen gepaard liet gaan. Waarom ook niet? Vragen zorgen voor betrokkenheid, leggen banden, stemmen tot nadenken, genereren gesprekken, leiden tot doordachte conclusies… Dat zijn zo wat antwoorden op de gestelde vraag.
Wie Abraham met zijn neef Lot vergelijkt, steekt de spa nog een voet dieper in de vragenbodem. Beiden zijn rechtvaardig en staan per slot van rekening recht voor God. Wie dat van Lot niet kan geloven, moet het maar van Petrus aannemen. Toch is Abrahams leven met de HEERE zoveel rijker, voller, nauwer, dieper en vreugdevoller dan dat van zijn neef. Waar de één leeft van altaar naar altaar, wordt de ander ternauwernood uit Sodom gered. Lot is de christen die ver onder zijn stand leeft.
Een mogelijke verklaring voor dit opvallende verschil heeft onmiskenbaar met vraag en antwoord te maken. Abraham is de man van vragen, niet zozeer van antwoorden. Hij volgt, hij bidt, hij gelooft, hij gaat… Al weet hij niet waarheen. Hij maakt in Genesis 13 ook niet de eerste keuze tussen de Jordaanvlakte en het rotsachtige middenrif van het land. Dat doet Lot. Die rekent en plant. Hij weet wat goed voor hem is. Lot heeft zijn antwoorden paraat. Maar het zijn autonome antwoorden; geen heteronome. Ze zijn zelfbedacht.
Denk aan Paulus vóór en ná zijn bekering. De man met al de antwoorden verandert in een stil vraagteken: ‘Heere, wat wilt Gíj…?’ Het zijn d’eenvoudigen die God wil gadeslaan. Profeten als Ezechiël, apostelen als Petrus: ‘Gij weet het, Heere!’ Dat klinkt heel anders dan mensen met de juiste leer, hoe belangrijk op zichzelf ook. Zou onze vermeende zuiverheid, onze zorgvuldige zuil, onze veilige sfeer niet, net als de ellendige wereld daarbuiten, óns Sodom kunnen zijn?
De hoop voor het christelijke onderwijs, gewaarborgd door een inmiddels aangevochten vrijheid, zou weleens meer in vragen dan in antwoorden gelegen kunnen zijn. Het gebed van een rechtvaardige vermag méér dan biddeloze strategie.
DRS. PETER VAN OLST
Docent godsdienst bij Driestar educatief
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2021
De Reformatorische School | 48 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2021
De Reformatorische School | 48 Pagina's