Zilveren tientjes
W. LOSBAND
becommentarieert elk nummer het thema vanuit een persoonlijk perspectief
Onze zes kinderen hebben het allemaal goed. Véél en véél beter dan toen ze klein waren. En waarschijnlijk daarom zijn het heel tevreden mensen geworden, die niet zitten te wachten op exotische reizen, snellere auto's of nog grotere huizen.
Toen ik tijdens mijn militaire diensttijd trouwde, kreeg ik ongeveer 750 gulden per maand. Dat veranderde toen ik onderwijzer werd. Er was een tekort aan leerkrachten en het schoolbestuur had zijn uiterste best gedaan om mij een paar weken eerder uit dienst te krijgen en gezorgd voor een kleine flat.
Aan het eind van de maand kwam op vrijdagmiddag de penningmeester met vijf envelopjes. De dikste was voor het hoofd der school en de dunste voor mij als nieuwkomer. Blij fietste ik ermee naar huis. Mijn vrouw opende de envelop en ik begon te tellen. Ze kwam niet verder dan iets meer dan 700 gulden (340 euro). Maar eerlijk is eerlijk, om dezelfde koopkracht te hebben, moet je nu 1420 euro per maand verdienen en dat is maar 100 euro minder dan het minimumloon tegenwoordig. Ik had er destijds geen idee van dat anderen flink wat meer verdienden.
We gingen de eerste jaren niet op vakantie, we hadden geen auto en de huur van de flat was laag. We hadden geen telefoon en geen abonnement op een krant. We hadden allebei nooit met méér dan ons zakgeld leren omgaan. Als er aan het eind van de maand iets over was, kochten we iets leuks. Eén keer waren dat vijf zilveren tientjes. Op de voorkant staat koningin Juliana en op de achterkant haar moeder. Deze tientjes zouden later veel geld opleveren, dachten we. Maar we waren te snel geweest, want niet lang daarna moesten we er boodschappen mee doen. Verbaasd keek de man achter de kassa naar de munten. ‘Weet je het zeker?’ vroeg hij nog voor hij ze in de la liet glijden. Het was voor hem de eerste keer dat hij ze in zijn hand hield.
Niet lang daarna kregen we ons geld op de bank gestort. We konden niet snel even checken hoeveel er nog op onze rekening stond. De bankafschriften kwamen pas na verloop van tijd. Op vrijdag na schooltijd moest ik altijd geld halen voor de komende week. Als ik eindelijk aan de beurt was, gebeurde het soms dat de bankmedewerker meedeelde dat er niet genoeg saldo was. Alle mensen in de rij achter mij konden dat horen en keken me meewarig aan. Zo verdwenen er nog twee tientjes uit mijn collectie.
Als we verstandig waren geweest, hadden we een goedkoop huishoudboekje gekocht in plaats van die tientjes. Eén ervan ligt nog in de kast in een doosje met munten uit de guldentijd. Heel af en toe krijgt hij een beurt met zilverpoets. Wilhelmina en Juliana glimmen dan van trots.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2021
De Reformatorische School | 48 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2021
De Reformatorische School | 48 Pagina's