Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Je gaat in het onderwijs werken omdat je van jongeren houdt’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Je gaat in het onderwijs werken omdat je van jongeren houdt’

Dick en Hermien van Meeuwen Blikken Terug op Hun Onderwijsloopbaan

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 1979 trouwden ze, het onderwijzersechtpaar Van Meeuwen. Onlangs namen ze afscheid van het onderwijs. Dick deed dat na een loopbaan van meer dan 45 jaar. Hermien maakte minder onderwijsjaren vol. Een ‘echte onderwijsman’, zo typeert zij haar echtgenoot. ‘Niet eentje met het vingertje omhoog, maar gewoon de gezellige verteller.’ Hij blikt dankbaar terug: ‘Zij was voor mij tot grote steun in mijn werk.’

Het gesprek vindt plaats daags na het officiële afscheid van Dick (67) als bestuurder van het Hoornbeeck College en het Van Lodenstein College. Daar was hij sinds 2011 werkzaam. De ontvangst in hun twee-onder-een-kapwoning in Sliedrecht is allerhartelijkst. Hij vertelt honderduit, zij schenkt koffie.

Hun zes kinderen zijn inmiddels uitgevlogen, allen getrouwd. Intussen heeft het echtpaar vijftien kleinkinderen. Hermien (66): ‘We passen op en helpen onze kinderen.’ De pensionado’s brengen hun dagen dus niet ledig door. ‘Pas na een periode van nuttig zijn heb je vakantie verdiend’, meent het echtpaar. ‘Het is niet alleen genieten.’ Dick nam recent het SGP-partijvoorzitterschap op zich. Blijft er wel vrije tijd over? Volgens Hermien zal hij daar niet alle dagen mee bezig zijn. ‘Het komt neer op twee dagen per week. Ik vind het goed, want niets doen past niet bij hem. Vorig jaar zomer is hij in de kerkenraad gekomen. Nog steeds blijft er genoeg vrije tijd over.’

Inspiratiebronnen

Vanaf 1973 zaten ze samen op PA de Driestar in Gouda. Maar tot een échte ontmoeting kwam het pas in 1977. Dat was op de Calvijnschool in Sliedrecht, waar Dick in 1975 als onderwijzer was begonnen. Hermien: ‘Toen ik daar voor het sollicitatiegesprek kwam, stond Dick in de deuropening. Ik zei: “O, jij bent die Dick van Meeuwen.”’ Een paar jaar eerder had ze hem namelijk – terloops – als organist gevraagd voor een paasbijeenkomst op de Driestar. Hij: ‘Ik kende haar nog wel van gezicht. Ooit had ik op haar gestemd, bij verkiezingen voor de studentenraad Mozaïek.’ Het echtpaar vraagt zich af of deze ontboezemingen wel geboekstaafd moeten worden. Hun pretoogjes geven de doorslag.

Dick werd in 1982 geschiedenisdocent op de Rotterdamse Guido de Brès. Vijftien jaar later volgde zijn benoeming tot locatiedirecteur van de Marnix in Dordrecht. Zo kreeg hij in 1997 zijn eerste directiefunctie. Tot 2011 zou hij er blijven. De onderwijsman ziet op die periode terug als ‘veertien jaren met een gouden randje.’ ‘Ik leerde er vooral dat je het samen moet doen.’ Bij zijn pensionering vatte hij dat samen in een mooie drieslag: ‘Van bovenaf initiëren en van onderop organiseren. Vervolgens een flinke scheut stimuleren.’

Zo’n 22 jaar stond Dick voor de klas, daarna zat hij ongeveer 24 jaar aan de bestuurderstafel. Wat beviel hem het beste? ‘Ik ben het allebei leuk blijven vinden. De weegschaal is gaandeweg wel meer naar het leidinggeven doorgeslagen. Maar de ervaringen in de klassen zijn medebepalend gebleven voor de besluiten die ik moest nemen. Gastlessen waren mijn inspiratiemomenten voor goed beleid.’ Hij luisterde in de MR altijd extra goed naar de leerlingen. ‘Daarvoor ging ik op het puntje van mijn stoel zitten.’

Trouw

Hermien bleef de Calvijnschool trouw, ondanks de soms lange perioden waarin ze vanwege het opgroeiende gezin minder of zelfs helemaal niet werkte. ‘Eigenlijk ben ik er nooit helemaal tussenuit geweest. Van tijd tot tijd bleef ik wel invaller.’ Ze deed een RT-cursus en werd in 1997 RT-docent. ‘Vanaf 2014 stond ik één dag per week voor groep 3. De Calvijnschool is een heel fijne school, met enthousiast personeel. Afgelopen voorjaar ben ik afgezwaaid.’ In september vindt bij leven en welzijn het officiële afscheid plaats. Als vrijwilliger zal ze bij de Calvijnschool betrokken blijven. Dick: ‘Neem van mij aan dat Hermien met hart en ziel een goede en lieve juf voor haar leerlingen wilde zijn.’

Wat blijft haar bij na zo’n lange onderwijsloopbaan? ‘Ik denk aan een pleinwachtmoment, nog niet zo lang geleden. Een leerling uit groep 8 kwam bij me en zei heel ernstig: “Weet u nog wat u zei in de Bijbellessen in groep 3? Vraag de Heere om een nieuw hart. En echt, dat heb ik gedaan en ik heb het gekregen.”’ Haar man vult aan: ‘We moeten grote gedachten van God hebben. Er zijn ook nú kinderen die de Heere dienen.’

Dick bleef niet alleen het onderwijs trouw, ook het kerkverband waar hij van jongs af aan toe behoort: de Christelijke Gereformeerde Kerken. ‘Die trouw geldt voor ons beiden. We zijn opgevoed met het idee dat er maar één heilige, algemene, christelijke kerk is. En daar moeten we lid van zijn, voor de tijd en de eeuwigheid.’ Onlangs verzorgde Dick nog weer een gastles op ‘zijn’ school. Een docent schreef toen op het bord: “Kerkelijke verdeeldheid is zonde.” ‘Dat is waar. Voor ons zijn de kerkmuren laag. Wij hebben vrienden in alle kerkgenootschappen. De schriftuurlijk-bevindelijk prediking die ons lief is, vinden we ook in ons eigen kerkverband. Plaatselijk is dat trouwens wel heel verschillend.’

Veilige haven

In een gezin waar beide ouders onderwijzers zijn, zullen de huiselijke gesprekken regelmatig over school zijn gegaan. ‘Nee’, zegt Hermien. ‘Niet als de kinderen erbij waren. Dat was een principekwestie. We voerden wel breed-maatschappelijke gesprekken: over boeken, over de kerken en over de politiek.’

Dick is breed actief geweest in de reformatorische gezindte: in het onderwijs, binnen de SGP en bijna vijftig jaar als organist. Eerst was dat in christelijk-gereformeerd Rotterdam-West, ondertussen alweer 41 jaar in de Beth-El-kerk in Sliedrecht. Wie of wat is hij nu voorál? Zelf zegt hij: ‘Na het gezin staat onderwijs op de eerste plaats. Daarna komt de kerk. En dan de SGP.’

Hermien: ‘Ik ken hem als onderwijsman. Niet eentje met het vingertje omhoog, maar gewoon de gezellige verteller. Hij vertelt graag leerzame verhalen. Hij is ook echt een leiderstype.’ Dat Hermien haar man altijd tot steun was, bleek uit zijn afscheidstoespraak: ‘Je luisterde, gaf raad en corrigeerde mij soms als ik te hard van stapel liep. Maar je stimuleerde mij ook.’

Zijn kinder- en jeugdjaren bracht Dick door in Rotterdam-West. Hij groeide er op in een – wat hij zelf noemt – ‘warm en open gezin’. ‘Godsdienstige opvoeding is toch allereerst een zaak van het gezin. Op de gereformeerde school was ik een eenling. De kerk was een veilige haven. We leefden trouw mee en namen ook altijd deel aan het verenigingsleven. Ik vond het fijn om naar catechisatie te gaan. In die stadse context leerde ik keuzes maken. In een gemeente op de Biblebelt herkennen ze dat niet altijd.’

Chronologisch

In zijn afscheidstoespraak memoreerde Dick de vijf scholen waaraan hij verbonden is geweest. De historicus kwam tot de conclusie dat de lijst van namen ervan chronologisch is. ‘Eerst Calvijn, daarna Guido de Brès, vervolgens Marnix van Sint Aldegonde en ten slotte Johannes Hoornbeeck en Jodocus van Lodenstein. Hij sloot zijn afscheidstoespraak daarom af met hun betekenis voor het reformatorisch onderwijs. ‘In de leer bij de grote mannen uit het verleden. Ze hadden veel te zeggen, ook voor het onderwijs van nu. We moeten ons als reformatorisch onderwijs steeds blijven bezinnen. Waar komen we vandaan? Staan we nog op die standpunten? Het gaat om het herijken. De jonge mensen hebben niet zomaar een kader. Dat moeten wíj hen meegeven!’

Kan hij een voorbeeld geven? ‘Hoe kun je nu als reformatorisch christen je stem uitbrengen op een partij als Forum voor Democratie? Als je de leider ervan een beetje kent, is dat toch onmogelijk? En uitgerekend zo’n partij krijgt dan acht zetels.’ Het zit Van Meeuwen hoog, zo blijkt. ‘Hetzelfde geldt voor een partij als de PVV. Onze docenten moeten hun tong plat praten om leerlingen ervan te overtuigen dat je als christen niet voor zo’n one-issuepartij kunt kiezen. Er komt zo veel invloed vanuit de sociale media op onze jongeren af. Via sociale media horen ze iets en meteen zeggen ze: “Dat is onze man!” Vroeger verdiepte men zich er meer in.’

Baken in zee

In een recent interview bracht Dick de teloorgang van de identiteit in het protestants-christelijk onderwijs van pakweg vijftig jaar geleden ter sprake. ‘Er werd getornd aan het Schriftgezag, aan het geloof in een schepping die gewoon zes dagen duurde. Ik heb gezien hoe snel het kan gaan. Dat moet voor het reformatorisch onderwijs een baken in zee zijn.’ Vindt hij dat het reformatorisch onderwijs dezelfde kant op koerst? ‘Nee, dat is een te stellige conclusie. Ik heb het vooral bedoeld als waarschuwing. Wees alert! We worden beïnvloed door de tijdgeest die zegt dat je je eigen leven moet kunnen leiden en je eigen opvattingen mag hebben. Dat staat haaks op wat de Bijbel ons voorhoudt.’

Blijmoedigheid

Wie meer dan 45 jaar in het reformatorisch onderwijs ondergedompeld is geweest, zal de veranderingen kunnen typeren.

Dick: ‘Er zijn nu veel meer invloeden van buitenaf. Die vormen een aanslag op je opvattingen en je geweten. Ouders hebben soms echt niet door hoe het geweten beïnvloed wordt door de sociale media en alles wat zich op het internet aan ons opdringt. Internet is een mede-opvoeder. Het opvoedingsmilieu is echt anders geworden.’ Hij wijst ook op het ‘vluchtiger lezen en vluchtiger leven’. ‘De spanningsboog is korter. Ze lezen niet goed. Dat merk je tot op de examens aan toe.’

Wat is gebleven? Dick: ‘Ik blijf uitgaan van wat Augustinus zegt. Een docent moet hilaritas, blijmoedigheid uitstralen. Jongeren blijven in de kern dezelfde: eerlijk en ontwapenend. Als je echt onderwijsmens bent, kun je ook lesgeven aan de kinderen van vandaag. Kinderen kunnen er ook niets aan doen dat ze in deze tijd leven en zijn zoals ze zijn. Je gaat in het onderwijs werken omdat je van jongeren houdt.’ In de tweede eeuw na Christus had men dezelfde klachten over jongeren als nu: ze waren ongeduldig en onoplettend. Ik blijf dus positief over het onderwijs. Het echtpaar Van Meeuwen is het erover eens: ‘We moeten het blijven verwachten van God, Die altijd Dezelfde is en blijft. Met Zijn hulp kan het.’


Dick van Meeuwen

1954: geboren in Rotterdam

1960-1971: basisonderwijs en voortgezet onderwijs in Rotterdam

1971-1975: Pedagogische Academie de Driestar te Gouda

1980: afronding doctoraalstudie geschiedenis

Hermien van Meeuwen-Duijzer

1954: geboren in Brakel

1960-1972: basisonderwijs en voortgezet onderwijs in Brakel en Aalst (mavo)

1972-1977: havo en Pedagogische Academie de Driestar te Gouda

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 augustus 2021

De Reformatorische School | 48 Pagina's

‘Je gaat in het onderwijs werken omdat je van jongeren houdt’

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 augustus 2021

De Reformatorische School | 48 Pagina's