Leren op de school van Christus [37]

Deel II Zuigelingen

XIV WEDERGEBOREN ZIJN

Onderzoeken of we wedergeboren zijn of niet.

Om onszelf te onderzoeken, moeten we eerst leren onderscheiden of we zuigelingen zijn of niet, wedergeboren of niet. Het is dwaas om in deze zaak alleen op ons eigen hart te vertrouwen (Spr. 28:26). Onze harten zijn bedrieglijk en velen doen ons anders over onszelf denken dan we in werkelijkheid zijn. Velen zijn onterecht vertroost, zoals de dwaze maagden. Velen hebben zichzelf rijk gewaand, zoals de kerk in Laodicéa (Openb. 3:17), terwijl anderen rijk waren die dachten arm te zijn, zoals die in Smyrna (Openb. 2:9).

Laten we daarom onszelf onderzoeken, opdat we een recht oordeel zullen vellen. Om bezwaren te voorkomen en de weg te banen om te weten of we bekeerd zijn of niet, zal ik eerst zes vooronderstellingen over de bekering formuleren:

a. De nieuwe geboorte is een verborgenheid.

De bekering is een persoonlijke zaak, een werk dat inwendig en onzichtbaar begint. Het bracht Nicodémus, een leraar en rabbi in Israël, in verwarring toen hij eraan dacht wat de bekering eigenlijk was (Joh. 3:3-13). Net als bij de tandwieltjes in een horloge zijn er zichtbare bewegingen, maar de bron vanbinnen is verborgen. Hoe het kind geformeerd wordt in de buik is een groot mysterie; maar de formering van de nieuwe geboorte is een nog groter mysterie, want zij is volkomen en helemaal een werk Gods en wordt wonderlijk tot stand gebracht in de verborgen plaatsen van het hart. Het wezen wordt vernieuwd in de geest van het gemoed, de eerste en eigenlijke zetel ervan (Ef. 4:23).

b. God gebruikt verschillende gelegenheden om mensen te bekeren en gebruikt verschillende middelen om dit werk tot stand te brengen.

Ik noem dit omdat sommigen geneigd zijn te denken dat ze niet bekeerd zijn als het niet op dezelfde manier gegaan is als bij anderen. De eerste en meest gebruikelijke wijze van bekering is door de prediking van het Evangelie, want het geloof komt door het gehoor (Rom. 10:14-17). Soms gebruikt God een gelegenheid, als iemand iets gelezen heeft, dat Hij een prediker zendt om het uit te leggen, zoals bij de kamerling (Hand. 8:27). Op welke manier het Woord ons ook bereikt om ons te redden, laten we dit reddende Woord aangrijpen. Wijd uzelf aan het lezen of luisteren. Wie weet of God u het geloof zal geven terwijl u leest of luistert, als Hij dat al niet bij u gedaan heeft.

Soms gebruikt God een ontmoeting of een gesprek, zoals dat tussen Christus en de vrouw uit Samaria (Joh. 4). Soms gebruikt God een beproeving of een wanhopige toestand, zoals Hij deed om de verloren zoon te bekeren. David ondervond het nut hiervan voor zijn hernieuwde bekering (Ps. 119:67-71). Soms werkt Hij dit door middel van een genade die Hij aan iemand betoond heeft, of een verlossing die Hij voor iemand tot stand heeft gebracht. (Joh. 9).

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen