Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastoraat rond het Heilig Avondmaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastoraat rond het Heilig Avondmaal

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een van de twee sacramenten die Christus aan Zijn Kerk gegeven heeft om het (geschonken) geloof te sterken, is de bediening van het Heilig Avondmaal. Hieruit blijkt herderlijke zorg van de grote Herder der schapen.

Hij heeft dit sacrament verordend en ingesteld ‘om te voeden en te onderhouden degenen die Hij alrede wedergeboren, en in Zijn huisgezin, hetwelk is Zijn Kerk, ingelijfd heeft’ (NGB, art. 35).

Steeds opnieuw wordt in het formulier om het Heilig Avondmaal te houden de gemeenschap met Christus beklemtoond. Onze belijdenis wijst ook op de andere zijde: ‘De goddeloze ontvangt wel het sacrament tot zijn verdoemenis, maar hij ontvangt niet de waarheid des sacraments’. De waarheid van het sacrament wordt alleen de gelovigen meegedeeld. Er is een gebruik van dit sacrament tot troost, maar er is ook de waarschuwing van de apostel Paulus dat iemand zich een oordeel kan eten en drinken.

Deze Bijbelse lijn vraagt eerlijkheid in prediking én pastoraat, maar ook voorzichtigheid. Er is zeker ‘gemakkelijk’ aangaan, waarbij het historisch geloof gehouden wordt voor het waar zaligmakend geloof. Er is echter ook strijd en bekommernis. Meestal beweegt zich het pastoraat rondom het Heilig Avondmaal op dit snijvlak.

Zelfbeproeving begint bij kennis der ellende

Een van de pastorale, Bijbelse, uitgangspunten van ons avondmaalsformulier is de noodzaak van de zelfbeproeving. Het formulier reikt daarvoor drie toetsstenen aan. Ze zijn een uitnemend handvat in het gesprek én in de prediking om herderlijk leiding te geven. We lopen deze toetsstenen daarom langs en geven er een paar opmerkingen bij.

‘Ten eerste bedenke een iegelijk bij zichzelven zijn zonden en vervloeking, opdat hij zichzelven mishage, en zich voor God verootmoedige; aangezien de toorn Gods tegen de zonden zó groot is, dat Hij die (eer Hij ze ongestraft liet blijven) aan Zijn lieven Zoon Jezus Christus met den bitteren en smadelijken dood des kruises gestraft heeft’. Het is opmerkelijk dat onze vaderen in deze eerste toetssteen, waarin het stuk der ellende duidelijk door-klinkt, wijzen op God de Vader Die deze zonden gestraft heeft aan Zijn lieve Zoon Jezus Christus met de bittere en smadelijke dood des kruises. Dit past helemaal bij het Heilig Avondmaal. Daarin gaat het immers om de (kruis)dood van Christus te gedenken. Er mag daarom in het pastorale gesprek geluisterd worden of er niet alleen kennis is van de ellendestaat, maar ook of er verslag gedaan kan worden hoe de Heere plaatsmaakte voor de kennis van Christus en waartoe Hij van de Vader in de wereld gezonden is.

De gewisse belofte Gods

‘Ten andere onderzoeke een iegelijk zijn hart of hij ook deze gewisse belofte Gods gelooft, dat hem al zijn zonden, alleen om het lijden en sterven van Jezus Christus, vergeven zijn, en de volkomen gerechtigheid van Christus hem als zijn eigene toegerekend en geschonken is, ja, zo volkomen, alsof hij zelf in eigen persoon voor al zijn zonden betaald, en alle gerechtigheid volbracht had’.

Het gaat hier om de belofte van het genadeverbond. Deze belofte is allereerst aan Christus gedaan in de eeuwigheid. Hem is als Hoofd van de Kerk beloofd op betaling en gehoorzamen (lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid) vergeving van zonden en het eeuwige leven. Die twee kanten vinden we terug in deze toetssteen: betaling én gerechtigheid. Het formulier verbindt deze belofte aan het lijden en sterven van Christus en aan Zijn gerechtigheid. De zondaar heeft in de gemeenschap met Christus, waarin hij door het inlijvende werk van de Heilige Geest in de wedergeboorte is gebracht, de weldaden van Christus. Hij krijgt dus geen vergeving van zonden als hij het kan geloven. Door het geloof in beoefening bevindt Gods kind, naar de mate dat het God belieft hem te openbaren, wat hij in Christus heeft. Dat is óók het werk van de Heilige Geest in het hart van de zondaar. De nauwe band met het genadeverbond, waar het sacrament een teken en zegel van is, wordt hier benadrukt.

In het gesprek én de prediking zal het daarom moeten gaan over dit werk van de Heilige Geest. Hierdoor kan ook leidinggegeven worden aan mensen die aan het Heilig Avondmaal gaan op grond van een verstandelijke vaststelling dat deze belofte ook voor hen is. Dan mag gevraagd worden naar de noodzakelijke kennis der

Bezwaarde en verslagen harten, hongerige en dorstige zielen, noemt het formulier bij name! We mogen ze niet vergeten in de prediking en ook niet in het ambtelijk gesprek en gebed. ellende en de beoefening van de gemeenschap met Christus, beide als het werk van Gods Geest.

De dankbaarheid

‘Ten derde onderzoeke een iegelijk zijn consciëntie of hij ook gezind is, voortaan met zijn ganse leven waarachtige dankbaarheid jegens God den Heere te bewijzen, en voor het aangezicht Gods oprechtelijk te wandelen; insgelijks of hij zonder enige geveinsdheid (alle vijandschap, haat en nijd van harte afleggende) een ernstig voornemen heeft, om van nu voortaan in waarachtige liefde en enigheid met zijn naasten te leven’.

Het onderzoek gaat ook over de dankbaarheid. Is er in het geweten, waarbij de Heere het ook weet, die gezindheid om met het ganse leven waarachtige dankbaarheid te bewijzen tegenover de Heere en voor Zijn aangezicht oprecht te wandelen? Hierbij is een van de vruchten (en tegelijk de reinigende werking van het Heilig Avondmaal in de gemeente) om, vijandschap en haat afleggende, in waarachtige liefde en enigheid met zijn naasten te leven.

Deze dankbaarheid (na ellende en verlossing) ziet op het leven in de gemeenschap met Christus, waarbij Zijn werk door Zijn Geest in ons in de wandel openbaar komt. De gemeenschap met Christus geeft een vrees voor de zonde en een liefde tot Gods gebod met heel het leven. Het is het werk van Christus, Die vernieuwt door Zijn Geest. Dat werk komt in de vrucht openbaar: verootmoedigende vergevingsgezindheid.

Deze zelfbeproeving brengt tot het tweede deel van het formulier, namelijk om het Avondmaal te houden tot Zijn gedachtenis. Dit is niet alleen een ‘terugdenken aan’, maar verwoordt de gemeenschapsoefening met Christus en Zijn lijden en sterven, door Zijn Geest. Hiermee is de samenvatting van het pastorale gesprek ook gegeven: het gaat om de gemeenschap met Christus.

In het gesprek mag worden geluisterd naar het onderscheid dat er is tussen Gods kinderen, en tussen mensen die het leven der genade niet kennen. Onbekeerde medereizigers (dat moeten we niet vergeten!) kunnen met een bewogen hart zien op de tafel des Heeren. Ze zijn in de goede zin jaloers op het ware volk van God. Anderen zijn onverschillig (of lijken zo te zijn!).

Er zijn onder de onbekeerde medereizigers ook avondmaalgangers. Ze zijn bij zichzelf tot de slotsom gekomen dat ze het ook mogen geloven. Weer anderen menen dat ze Christus verloochenen als ze niet gaan, omdat het Avondmaal behoort tot Zijn bevel. Er zijn er die bewogen werden bij het zingen of juist iets hoorden op grond waarvan ze meenden aan te kunnen gaan.

Ambtelijk gesprek noodzakelijk

Juist daarom is in het pastorale gesprek het spreken over de zelfbeproeving zo nodig. Dat is niet eenvoudig. Soms geeft dit vijandschap, soms wordt ook met alles ingestemd. Dan valt het gesprek niet mee. Er is soms zo’n machteloos gevoel dat je merkt: dit is het niet. Toch hoeft de ambtsdrager niet meer te doen dan te onderwijzen! Anderzijds is dit eerlijke onderwijs door de ouderlingen, ook op huisbezoek, noodzakelijk. Wanneer door het ontbreken hiervan een avondmaalpraktijk ontstaat, die niet Schriftuurlijk is, ligt er een grote verantwoordelijkheid.

In het ambtelijke gebed dat erop volgt, hoeft geen beoordeling gegeven te worden. Er mag worden gevraagd of de Heere Zelf wil onderzoeken en het onderwijs wil gebruiken.

Er is ook onderscheid onder Gods kinderen. Er zijn er onder hen die met een schreiend hart in Gods huis verkeren als het Heilig Avondmaal wordt bediend. Hun zonde en schuld weegt zwaar, maar ze kunnen die tekenen en zegels niet onderscheiden van het vlees en bloed van Christus. Sommigen zijn al vroeg aangegaan, maar hebben de troost gemist om dezelfde reden. Het getuigt daarom van weinig pas-toraal gevoelen als men als ambtsdragers zulke kinderen van God (die zichzelf zo zeker niet zullen benoemen!) dringt om aan te gaan. Zij hebben juist nodig in de weg te worden onderwezen waarin de Heere plaatsmaakt voor Christus. Het gaat niet om de vraag: hoe kom ik aan het Avondmaal? Het gaat wel om de vraag: hoe kom ik aan de kennis van de Middelaar?

Christus in Zijn staten

Het formulier spreekt in het tweede deel over Christus in Zijn borgwerk, in Zijn staten. Daarin is de kennis van Gods volk ook onderscheiden. Het is zeer nuttig als in het pastorale gesprek niet gebouwd wordt op gemoedelijkheden of dat het blijft steken op het gevoel (het mocht zo goed zijn aan de tafel), of dat men toch weten mag een kind van God te zijn. Het spreken mag gaan over het hoe langer hoe meer door de werking van de Heilige Geest kennis verkrijgen van Christus in Zijn staten en in Zijn gemeenschap te ‘gedijen’.

Bezwaarde en verslagen harten, hongerige en dorstige zielen, noemt het formulier bij name! We mogen ze niet vergeten in de prediking en ook niet in het ambtelijk gesprek en gebed. We mogen eenvoudig wijzen op wat het Woord zegt van Christus en Zijn werk, van dat vastgestaafd genadeverbond en smeken om het toepassende werk van Zijn Geest.

Het is tot verwondering en blijdschap als aan de tafel des Heeren die gemeenschap met Christus mag worden geproefd en gesmaakt én zo ook met Gods volk dat in Christus is ingelijfd. Dan wordt het woord van Christus verstaan in het hart: Doe dat tot Mijn gedachtenis.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 2020

De Saambinder | 24 Pagina's

Pastoraat rond het Heilig Avondmaal

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 2020

De Saambinder | 24 Pagina's