Afleggen en opwassen

Het wordt gebruikt als beeld- spraak voor het afleggen van kleding. De gelovigen moeten breken met hun oude leven. Zij moeten in een nieuw godzalig leven wandelen en hun oude natuur doden. Zij moeten alles wat God onteert en wat de liefde in de gemeente verhindert, afleggen.

De apostel schrijft in vers 1 drie keer ‘alle’. Het afleggen moet radicaal gebeuren. Aan welke zonden denkt Petrus vooral?

Hij noemt vijf voorbeelden: kwaadheid (letterlijk: slechtheid, kwaadwilligheid), bedrog (list), geveinsdheid (huichelachtig, hypocriet), nijdigheid (afgunst, jaloezie) en achterklappingen (lasteren). De drie laatste zonden staan in het Grieks in het meervoud. Ze doen zich voor in allerlei verschil-lende vormen. Ze werken verwoestend in een mensenleven en in de gemeente van Christus. Daarom: Legt af!

Melk drinken

De beeldspraak van het ‘afleggen’ van kleding wordt meestal gevolgd door ‘aandoen’. Petrus gaat hier echter over op het voorbeeld van zuigelingen die melk moeten drinken om te groeien (vers 2): Zijt zeer begerig naar melk. Het genadeleven verlangt - als het gezond is - naar de predi- king van het Woord.

Het gepredikte Woord, waarin Christus centraal staat, is tot hun geestelijk voed- sel en tot versterking van de nieuwe mens. Deze melk is ‘onvervalst’. Dat wil zeggen: niet vermengd met water, puur, echt.

Petrus gebruikt de gebiedende wijs. De ware gelovigen moeten heftig verlangen om met deze onvervalste melk gevoed te worden. Daar waar de zuivere prediking van Wet en Evangelie ontbreekt, kwijnt het leven der genade of ontstaat er wildgroei.

In zijn tweede brief schrijft de apostel: ‘Maar wast op in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus’ (2 Petr. 3:18).

Hoe is dit bij u? Is deze opwas dagelijks praktijk in uw leven: Hij moet wassen en ik minder worden?

Goedheid en genade

In het gepredikte Woord hebben de lezers door de Heilige Geest de goedheid en de genade van Jezus Christus, de Kurios, de Heere geproefd. Petrus wil zeggen: Als je daar iets van gesmaakt hebt, dan verlang je naar meer (vers 3). Hij gebruikt een citaat uit de Griekse vertaling van het Oude Testament: ‘Smaakt en ziet dat de HEERE goed is; welgelukzalig is de man die op Hem betrouwt’ (Ps. 34:9). Hebt u nog zoveel smaak in de zonden en de dingen van de wereld? Bekeert u en breek met de zonde. Bent u een vreemdeling op de aarde gemaakt en kent u ook dit levend verlangen? Er is nog melk in overvloed!

(wordt vervolgd)

Vragen

a. Welke beeldspraak gebruikt Petrus? (2:1).

b. Waardoor wordt het geestelijk leven versterkt?

c. Noem een paar psalmen waarin het verlangen uit vers 2 doorklinkt.

ds. M. Karens, Middelburg

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen