De dierbaarheid van Christus

De e lezers van zijn brief zijn door wedergeboorte en de geloofs- band met Christus levende stenen geworden. Ze worden gebouwd tot een geestelijke tempel en heilige priesters. Ze maken deel uit van het bouwwerk, waar- van God Zelf de Bouwmeester is (Ps. 89:1).

Petrus gebruikt hierbij een aanhaling uit de rol van Jesaja (Jes. 28:16). Gods kin- deren en hun offers (goede werken) zijn alleen God aangenaam door Jezus Chris- tus (vers 5b). De Bruid heeft beleefd en beleden: Ik ben zwart, doch lieflijk!

De Heere, de Kurios

De apostel schrijft verder over de dier- baarheid van de Heere Jezus. Wat had deze Simon Bar-Jona daar veel van ge- leerd! Hoewel, niet alles op één dag. Maar als iemand wist hoe dierbaar Jezus was, dan was het Petrus wel! Hij schrijft: ‘U dan, die gelooft, is Hij dierbaar’ (vers 7). Hij, dat is de Heere, de Kurios, Jezus Christus. Hij is uitverkoren en dierbaar bij Zijn Vader. Hij wordt het grote Voorwerp van het ge- loof, de hoop en de liefde van Zijn volk. Hij wordt hun dierbaar, kostbaar, eervol. Hij neemt in hun hart de allerhoogste plaats in!

Een heel belangrijke vraag: wie zijn deze u? ? Letterlijk: u, de gelovenden. Het staat in de tekst tegenover de ongehoorzamen. Ongeloof is dus altijd-maar-ongehoor- zaam-zijn! Voor de ongehoorzamen, die Christus verwerpen, afwijzen, zich aan Hem stoten, is Hij de Steen des aanstoots de Rots der ergernis. Er zijn maar twee mogelijkheden. U gelooft en Hij is u dier-baar geworden óf u gelooft niet en Hij betekent niets voor u.

Amen zeggen

‘Het geloof is een genade die Jezus Chris- tus op een zeer hoge prijs stelt’ (Comrie). Weet u hoe Christus voor de ware gelovige dierbaar wordt? In de wedergeboorte gaat het geloof geloven wat het Woord van God zegt. De zondaar gaat geloven Wie God is in Zijn algenoegzaamheid, maar ook wie ik ben in mijn vloekwaardigheid en straf- waardigheid. Het geloof leert aanvaarden naar het rechtvaardig oordeel van God tijdelijke en eeuwige straffen verdiend te hebben. Het geloof leert amen zeggen op mijn rechtvaardige oordeel.

Als echter door de Geest het geloofsoog geopend wordt voor de dierbaarheid van Jezus, dan wordt de ziel overreed van de noodzaak om door Hem gezaligd te wor- den. Dan wordt deze Jezus voor zo’n ziel dierbaar in Zijn Persoon en in Zijn werk. Ja, Hij wordt dierbaar in alles! ‘Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk!’.

De beslissende vraag is: Wat dunkt u en wat dunkt jou van deze Christus? (wordt vervolgd)

Vragen

a. Hoe wordt de Heere Jezus genoemd in dit gedeelte?

b. Wat betekent het woord ‘dierbaar’?

c. Verklaar naar aanleiding van vers 7 de volgende uitdrukking: ‘Een mens is verlegen met Jezus óf verlegen om Jezus’.

d. Ongeloof is ongehoorzaamheid! Eens of oneens? Licht je antwoord toe.

ds. M. Karens, Middelburg

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen