Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Gast als Gastheer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gast als Gastheer

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het huis in Emmaüs staat de avondmaaltijd aangericht. Alle dingen zijn gereed. Opeens is de Vreemdeling geen vreemde meer. De onbekende Gast is de Gastheer.

Aan de broodmaaltijd wordt de Gast ten dis geleid, maar Hij neemt Zelf de leiding. De Mid­ delaar is het middelpunt. Als de grote Tafelheer en de Heer des huizes neemt Hij het brood, Hij zegent het (‘door gebed en dankzegging’, zegt de kanttekening), Hij breekt het en reikt het uit. Dat had Hij meer gedaan. Toen Hij in een woeste plaats een grote schare te eten had ge­ geven, had Hij ook het brood gezegend, gebroken en uitgedeeld (Luk. 9:16). Toen Hij, voordat Hij zou gaan lijden en sterven, het Heilig Avondmaal had ingesteld, had Hij dit ook gedaan, het brood nemen, bre­ ken en uitreiken (Luk. 22:19). Hij doet alleen het werk, de Emmaüsgangers mogen stil toezien. ‘De kostelijke inzetting van de breking des broods is het waarin Jezus Zich zeer dikwijls aan Zijn uitverkorenen openbaart, en daarom verlustigen zij er zich in’ (Spurgeon).

‘En hun ogen werden geopend, en zij kenden Hem’ (Luk. 24:31). Christus kan een grote verborgenheid zijn, maar als het Hem behaagt Zichzelf te openbaren, toont Hij dat Hij God is, Die verborgenheden openbaren kan en zegelen verbreken wil. Zo ‘ontdekt’ Hij Zichzelf. Zo komt Hij in de staat van Zijn verhoging als de Zoon van God in het vlees openbaar.

Hun ogen werden geopend. Die twee mensen doen niet zomaar zelf de ogen open, kennelijk moet een ander dat doen. Hun ogen moeten geopend worden, door een Ander, door de onbekende Gastheer. En dat doet Hij ook. Hij opent hun ogen, opdat ze Hem kennen mogen, in de kracht van Zijn opstanding.

De nevels opgeklaard

‘En zij kenden Hem’. Waar kennen ze Hem aan? Straks zeggen ze het zelf: ‘… en hoe Hij hun bekend was geworden in het breken des broods’ (vers 35). Opeens zien ze Wie Hij is. Ze herkennen Hem, misschien niet eens zozeer door de manier waarop Hij het brood breekt, wellicht ook niet door Zijn doorboorde handen. Waar het om gaat is dit: ze kennen Hem terwíjl Hij het brood breekt. En terwijl Hij het brood breekt (alsof Hij Zichzelf breekt), doet Hij ook de nevels weg, licht Hij de sluiers op en neemt Hij de schellen van hun ogen, alsof Hij spreekt: ‘Ziet, hier ben Ik’. Onderweg waren hun ogen gehouden dat ze Hem niet kenden. Nu worden hun ogen geopend, opdat ze Hem kennen. Dat is meer dan herkennen. Eerst opende Hij voor hen de Schriften, want die zijn het die van Hem getuigen. Nu opent Hij hen de geloofsogen, want die heeft Hij Zelf gemaakt. Nu mogen de Emmaüsgangers Hem zien in Zijn heerlijkheid. Ze zien hun Meester, Jezus, zoals Hij is, de opgestane Levensvorst, Die dood en hel overwonnen heeft. Hij is het Die hun vrede is, de Gegevene des Vaders, Die voor hen de schuld had betaald. Hij is dood geweest, maar Hij leeft! Geopende geloofsogen. Wat hebben Kleopas en zijn onbekende vriend opeens een andere kijk op Hem! ‘Ze hebben een dubbele maaltijd voor lichaam en ziel. Zijn gunst sterkt meer dan de uitgezochtste spijzen’ (I. Kievit).

‘…en Hij kwam weg uit hun gezicht’ (Luk. 24:31b). Terwijl Hij het brood breekt, is Hij weg. De plaats aan het hoofd van de tafel is leeg. Er staat niet dat Hij verdwijnt, maar Hij houdt hun lichamelijke ogen opnieuw voor Hem gesloten. Hij verbergt Zich, trekt Zich van hen terug, want de dwalende schapen zijn terecht gebracht. Ze moeten nu leren door het geloof te leven en niet door aanschouwen, daarom ‘komt Hij weg uit hun gezicht’. De lichamelijke Jezus moet worden de Christus der Schriften. Ze zijn weer met z’n tweeën.

‘Het genezen hart kan nu Zijn lichamelijke tegenwoordigheid missen; als zij de Persoon hebben leren kennen, hebben zij de weldaden uit Hem meteen’ (G. Wisse).

Komt, luistert toe

De raadsels zijn opgelost en knopen ontbonden. Opeens willen ze terug naar Jeruzalem. Vanmorgen hadden ze in de stad niets meer te zoeken, nu hebben ze in Emmaüs niets meer te zoeken.

Ze gaan met haast, want ze lopen veel gemakkelijker dan vanmiddag. Het is donker in de natuur, maar licht in hun hart. In de slapende stad vinden ze de discipelen, die uit één mond tot hen zeggen: ‘De Heere is waarlijk opgestaan en is van Simon gezien’ (Luk. 24:34). En dan zeggen de Emmaüsgangers: Komt, luistert toe, gij de Heere van harte vreest, want wij hebben Hem ook gezien en Hij heeft avondmaal met ons gehouden. ‘En zij vertelden hetgeen op den weg geschied was, en hoe Hij hun bekend was geworden in het breken des broods’.

(slot)


J. van ’t Hul, Lieren

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 2021

De Saambinder | 20 Pagina's

De Gast als Gastheer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 2021

De Saambinder | 20 Pagina's