Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastorale vragen in de NGB

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastorale vragen in de NGB

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het doel van onze drie belijdenisgeschriften is hetzelfde: trouw naspreken wat de Schrift ons leert. Het karakter van de verschillende confessies is echter niet hetzelfde.

Ons troostboek uit Heidelberg wil jong en oud onderwijs geven over het zo persoonlijke van de enige troost in leven en sterven. Vandaar de 129 vaak heel persoonlijke vragen: wat troost u? De Dordtse Leerregels verdedigen de kern- zaak van Gods soevereine genade in Christus Jezus. Die wordt door de eeuwen heen aangevochten. Van de Nederlandse geloofs- belijdenis wordt terecht gezegd dat die naar de buitenwereld toe wil getuigen wat de Kerk is en wat zij gelooft.

Maar deze typeringen zeggen niet alles. Met betrekking tot ons onderwerp: het wil bij voorbeeld niet zeggen dat de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) ook niet een interne functie heeft.

Dat die niet vertroostend zou zijn, of niet pastoraal. Daarvan een kenmerkend voorbeeld.

De toegang gesloten

Er is geen belijdenisgeschrift zo uitvoering over de Kerk als de NGB. De artikelen 27 tot en met 32 worden eraan gewijd. Dus: zes van de 37 artikelen. Vlak vóór dit getuige- nis over de Kerk, in artikel 26, horen we Wie het leven gevend Hoofd van de Kerk is. Daarbij valt alle nadruk op Zijn verdien- sten en Zijn voorbede, want zonder die zou er geen Kerk zijn! De titel luidt: ‘Van de enige voorbidding van Christus’. Daar gaat het niet slechts over de roomse prakijken van de ‘bemiddeling’ van Maria en Petrus. Guido de Brès wist heel goed van ‘de paap in ons aller hart’. Daarom wenste deze zielenherder maar één ding: iedere bidder afbrengen van eigendunk, eigenwaan, eigen verdiensten, eigen waardigheid en eigen gerechtigheid. Iedere armzalige tobber wil hij brengen aan de voeten van de enige Voorbidder. Alle mogelijke mid- delen stelt hij daartoe in het werk, ook door middel van directe of indirecte pas- torale vragen. Om zielen te leiden in hun gebedsworstelingen!

Direct in het begin van dit geloofsartikel belijdt De Brès, als de tolk van de levende Kerk der eeuwen, tweemaal dat de toegang naar ‘de Goddelijke Majesteit’ geslo- ten is. Wij hebben en houden deze toegang immers gesloten door onze zondeliefde.

Wij zijn er zelf de schuld van dat we eeuwig buiten moeten blijven. Zonder ‘de enige Middelaar en Voorspraak, Jezus Christus, de Rechtvaardige’ is dit ons rechtvaardig deel. Buiten de deur wordt geworsteld om tot God te naderen. Maar hoe moet, en hoe kan dat toch?

De toegang geopend

Daarom worden er pastorale vragen gesteld. ‘Indien wij nu een andere Midde- laar zoeken moesten, die ons goedgunstig ware, wien zouden wij kunnen vinden, die ons meer beminde dan Hij, Die Zijn leven voor ons gelaten heeft, ook toen wij nog vijanden waren?’

De tweede vraag luidt: ‘En zo wij één zoeken, die macht en aanzien heeft, wie is er die daarvan zoveel heeft als Degene Die gezeten is ter rechterhand Zijns Vaders, en Die alle macht heeft in de hemel en op de aarde?’ En de derde vraag is: ‘En wie zal eer verhoord worden dan de eigen wel- beminde Zoon van God?’

Vervolgens spoort De Brès aan om toch in de Naam van deze enige Voorbidder het gebed tot God te blijven wenden, door moed te geven vanuit het Woord, met name met teksten uit de Hebreeënbrief. Zesmaal wordt die brief als Schrift- bewijs voor dit geloofsartikel aangehaald. De Brès haalt deze tekst aan: ‘Hij is zo barmhartig en getrouw’, en citeert daarna ‘om nog meer moed te geven’ de volgende aansporing uit de Schrift: ‘Laat ons dan toegaan’. Hij durft zelfs de vraag te stel- len: ‘Wat ontbreekt er meer? Ofwel: zou er enig tekort zijn in de verdiensten van de Middelaar? Om tenslotte een laatste vraag te stellen: ‘Waartoe zouden wij een andere advocaat zoeken, aangezien het God beliefd heeft ons Zijn Zoon tot een Advocaat te geven?’

Onze onwaardigheid en Zijn waardigheid

Dit wordt dus herderlijk aan het hart gelegd: Wie heeft u liever dan Jezus? Wie heeft meer (vol)macht, waardigheid, verdiensten en bereidwilligheid dan Hij? Wie zal eerder verhoord worden dan Gods eigen Kind? Durft u te denken dat de Middelaar te weinig heeft geleden? Wie anders wilt u zoeken als Voorbidder voor u dan deze geschonken Advocaat Die zo wezenlijk dicht bij God hoort en dicht bij Hem staat? Geef eens persoonlijk antwoord. Hoe en met wie wilt u ánders naderen, gij dwaas?

Na deze vijf vragen besluit het geloofs- artikel met: ‘Laat ons Hem niet verlaten, om een andere te nemen; of veel meer, een andere te zoeken, zonder Hem immer- meer te vinden; want toen God Hem ons gegeven heeft, zo wist Hij wel dat we zon- daars waren’.

Zonder hier misbruik van te maken, God wist wel met wat voor mensen Hij begon: met vijanden, goddelozen, biddelozen, die onverbeterlijk en hardleers zijn.

Voor zulke mensen geldt deze herder- lijke aansporing. Zeg het maar tegen de Heere, hoe het van binnen ligt. Alleen in Jezus’ Naam!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 augustus 2021

De Saambinder | 20 Pagina's

Pastorale vragen in de NGB

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 augustus 2021

De Saambinder | 20 Pagina's