Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoop voor de toekomst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoop voor de toekomst

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vierde artikel over Jesaja zoomen we in op Jesaja 56-66. De hoofdstukken 56-66 kunnen we het beste verstaan tegen de achtergrond van de Perzische tijd. Het centrale thema is ‘Hoop voor de toekomst’: voor Israël, voor Jeruzalem en voor de volken van de aarde.

In 539 voor Christus geeft Cyrus II de Grote, de koning van Perzië, toestemming aan het volk Israël om terug te keren naar Juda. ‘Zo zegt Kores, de koning van Perzië: Alle koninkrijken van de aarde heeft de Heere, de God van de hemel, aan mij gegeven, en Hij is het Die mij heeft opgedragen om een huis voor Hem te bouwen in Jeruzalem, dat in Juda ligt. Wie er onder u ook maar tot al Zijn volk behoort – de Heere, zijn God, zij met hem en laat hij optrekken.’ (2 Kron.36:23) In Jesaja 45:1 wordt Kores zelfs een gezalfde van de Heere genoemd! Van het Edict van Cyrus is een bijzondere archeologische vondst gedaan: de Cyruscilinder, een cilinder van klei die rondom beschreven is. Het perspectief vanuit het Oude Testament verschilt overigens wel van die van de Cyruscilinder.

Israël en Jeruzalem

Jesaja 60-62 beschrijft de toekomst van het volk Israël en de stad Jeruzalem. De hoofdstukken vormen het centrum van Jesaja 56-66. De volgende thema’s komen aan de orde: De Heere brengt het volk Israël terug naar Juda. De stad Jeruzalem zal verheerlijkt worden. De tempel van de Heere zal hersteld worden. De volken van de aarde zullen naar de stad Jeruzalem komen. Zij zullen meehelpen met de wederopbouw van de stad Jeruzalem. Zij zullen goud en zilver als geschenken meenemen. Zij zullen zich buigen voor de inwoners van de stad Jeruzalem. De stad Jeruzalem zal een voorbeeld worden van vrede en gerechtigheid. De Heere zal verheerlijkt worden. Het perspectief van Jesaja 60-62 overstijgt de terugkeer uit de ballingschap in 539 voor Christus. Er is hoop voor het volk Israël en de stad Jeruzalem!

Dé Gezalfde

In het centrum van Jesaja 60-62 vinden we een profetie over de Gezalfde van de Heere. Kores wordt in Jesaja 45:1 een gezalfde van de Heere genoemd. In Jesaja 61:1-3 gaat het over dé Gezalfde van de Heere: ‘De Geest van de Heere Heere is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen. Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart, om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis.’

In het Evangelie van Lukas citeert de Heere Jezus Christus de profetie van Jesaja, past het toe op Zichzelf en verkondigt dat de profetie in vervulling is gegaan (Lk.4:16-21). De profetie over de Gezalfde van de Heere past in de lijn van de profetieën over de Knecht van de Heere in Jesaja 42:1-9, 49:1-13, 50:4-9, en 52:13- 53:12, en de profetieën in Jesaja 7:14, 9:5 en 11:1.

Het heil dat de Gezalfde van de Heere brengt, is allesomvattend. De Heere Jezus Christus is gezalfd tot de hoogste Profeet, de enige Hogepriester en de eeuwige Koning. De Heere Jezus Christus heeft het Evangelie verkondigd en tekenen van het Koninkrijk van God verricht. Hij heeft zieke mensen genezen, mensen van de satan bevrijd, zonde en schuld vergeven, doden opgewekt, brood vermenigvuldigd en water in wijn veranderd. De tekenen van het Koninkrijk van God staan in het perspectief van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

Strijder

In Jesaja 61:1-3 gaat het echter ook over de wraak van de Heere. Dat aspect hoort er helemaal bij. Het beeld dat daarbij past, is het beeld van een strijder. In Jesaja 59:17 lezen we bijvoorbeeld: ‘Want Hij trok de gerechtigheid aan als een harnas en zette de helm van het heil op Zijn hoofd. Het gewaad van de wraak trok Hij aan als kleding en Hij hulde zich in de na-ijver als mantel.’ In Jesaja 63:4 lezen we bijvoorbeeld: ‘Want de dag van de wraak was in Mijn hart, het jaar van Mijn verlosten was gekomen.’

De Heere zal de daden van Zijn vijanden vergelden. Het aanbreken van het jaar van het welbehagen van de Heere gaat dus samen met de dag van de wraak van de Heere. Het heil van de dienaren van de Heere betekent tegelijkertijd de ondergang van de vijanden van de Heere. Uiteindelijk zal de grote scheiding plaatsvinden, de scheiding tussen de dienaren van de Heere en de vijanden van de Heere, het laatste oordeel.

Nieuwe hemel en aarde

Jesaja 65-66 is de afsluiting van het boek Jesaja. Het gaat over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Over welke toekomst gaat het? Hebben de profetieën betrekking op de tijd of op de eeuwigheid? Verschillende beelden lijken betrekking te hebben op de tijd. De geboorte van kinderen. Het overlijden op hoge leeftijd. Er worden huizen gebouwd. Er worden wijngaarden geplant. Er wordt gegeten en gedronken. De dienaren van de Heere zullen genieten van het werk van hun handen. Er is blijdschap en dankbaarheid. Er is vrede en gerechtigheid. Dat geldt zelfs voor de dierenwereld: zij zullen samen weiden. Zij zullen geen kwaad doen.

Verschillende teksten zijn vergelijkbaar met Openbaring 21-22 en lijken betrekking te hebben op de eeuwigheid. Er is een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. De eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbijgegaan. Daar staat de aanwezigheid en de relatie met de Heere centraal. Daar zal de Heere alle tranen van onze ogen afwissen. Daar zal geen kwaad meer zijn: geen ziekte, geen satan, geen zonde en schuld, geen dood, geen honger en dorst.

Het perspectief van Jesaja 65-66 overstijgt de terugkeer uit de ballingschap in 539 voor Christus. Er is hoop voor het volk Israël en de stad Jeruzalem – met betrekking tot de tijd én de eeuwigheid.

De volken

De profetieën zijn in de eerste plaats bedoeld voor het volk Israël en de stad Jeruzalem. Maar in de tweede plaats mogen de volken van de aarde delen in de toekomst van het volk Israël en de stad Jeruzalem. Bekend zijn de profetieën uit Jesaja 2:2-5 en 25:6-8. Aan het einde van het boek Jesaja krijgen de volken van de aarde een uitnodiging om naar de stad Jeruzalem te gaan.

Het is opvallend dat de verschillende volken die genoemd worden wat verder weg liggen. De volken van de aarde zullen de heerlijkheid van de Heere ontdekken en verkondigen. Dan zal de belofte aan Abraham, Izak en Jakob in vervulling gaan: ‘In u zullen alle volken van de aarde gezegend worden.’

(Gen.12:3) Er is hoop voor de volken van de aarde. De laatste woorden van het boek Jesaja stellen de lezer nog één keer voor de keuze. Het is van tweeën één. Of we behoren tot de dienaren van de Heere; zij zullen de Heere voor eeuwig aanbidden. Of we behoren tot de vijanden van de Heere; zij zullen voor eeuwig verloren gaan.

Gespreksvragen

1. Wat is uw verwachting met betrekking tot de toekomst van het volk Israël en de stad Jeruzalem?

2. Welke plaats hebben de volken van de aarde in het plan van de Heere?

3. Wat houdt u het meeste bezig: het laatste oordeel of de nieuwe hemel en de nieuwe aarde?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Hoop voor de toekomst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's