Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een nummer over liturgie van De Wekker (uitgave van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland) klonk ‘een stem uit het verleden’. Ds. A. Hakvoort (Kampen) schrijft:

Ik las in een boekje van vijftig jaar geleden (Wat vindt u van de kerkdienst) een bijdrage van ds. R.J. van Pagée, die het grootste deel van zijn ambtsbediening legerpredikant was. Hij begint zijn bijdrage met een beschrijving van een reis naar een kerkdienst in een stadje bij een militair oefenterrein in Duitsland. Hij verving een collega, die verhinderd was. Hij had vanuit Nederland een reis van 500 kilometer achter de rug en moest op zondagmorgen 60 kilometer reizen in de stromende regen met een humeurige chauffeur. Ter plekke aangekomen was het schoolgebouwtje als plaats van samenkomst snel gevonden, maar er was geen sterveling te bekennen. De chauffeur zag de bui van een vergeefse tocht al hangen, toen toch de conciërge verscheen. Een kwartier later kwamen er een man, twee vrouwen en een kind. En dat was het.

Ds. Van Pagée schrijft: ‘Mijn eerste gedachte over dit ontmoedigende armetierige geheel was: zo kun je geen kerkdienst houden, ik zal maar proberen een gesprek met hen te krijgen. Maar mijn tweede gedachte was: ben ik daarvoor eergisteren 500 km naar Duitsland gereden als geestelijk verzorger, en heb ik vanmorgen 60 km gereden door weer en wind om nu een gesprekje te houden, in plaats van een preek? Hebben juist deze paar mensen in dit supersaaie, verregende eenzame oord, die ‘naar de kerk’ gekomen zijn, geen recht op een echte kerkdienst?’

En ds. Van Pagée hield een kerkdienst. ‘Ik verkondigde hun en mezelf het Woord van Gods grootheid en genade… Dat was een kerkdienst.’ Volgens ds. Van Pagée is er sprake van een kerkdienst als er gepreekt wordt, Bijbel gelezen wordt en gebeden wordt. De rest mag ontbreken. Ook, en dat is interessant voor ons in de huidige discussie, het zingen. •••

‘Vroom op vier vierkante meter’ kopt een bijdrage van Willem van der Meiden in Volzin (magazine voor religie en samenleving). Een paar fragmenten over Suster Bertken (1427-1514):

Op haar 30ste verdween Bertha Jacobsdochter, dochter van de proost van het kapittel van de Pieterskerk, in haar zelf bekostigde ‘kluis’ in de Utrechtse Buurkerk. Daar verbleef ze tot haar dood, 57 jaar later, in een ruimte van geringe omvang. De ene bron houdt het op slechts vier vierkante meter, een andere op de iets ruimere zestien vierkante meter. Zij bad daar, mediteerde over het lijden en sterven van Jezus en betoonde zich verwant aan de sfeer van de Moderne Devotie. Suster Bertken beleefde de mis mee vanuit haar kluis, met zicht op het hoofdaltaar en hield regelmatig ‘spreekuur’ voor iedereen die haar vrome adviezen op prijs stelde. Ze at zoals we dat nu zouden noemen veganistisch, droeg altijd een grof haren kleed en in de stille uurtjes verrichtte ze nuttige arbeid.

Ook schreef ze teksten, die later in twee boekjes zijn uitgegeven. De meest opmerkelijke tekst is een kersttraktaat, waarin de geboorte van Jezus wordt beschreven als een mystieke ervaring van moeder Maria. (…)

Zulke kluizenaressen waren niet ongebruikelijk in de late middeleeuwen en er is geen twijfel over dat Bertken haar isolement zelf gekozen heeft. Er waren in de middeleeuwen ook vromen die zich lieten inmetselen, zodat ze zelfs niet meer in staat waren hun gevangenschap te verlaten. Die van Suster Bertken had in elk geval nog een deur. Wie zich liet opsluiten in een kluis, stapte uit het aardse leven, werd ‘levend begraven’ in een aan God gewijde hemelse ruimte. Bij het betreden van de kluis werd dan ook de requiemmis opgedragen. (…)

Naar verluidt werd Suster Bertken onder grote belangstelling in haar kluis in de Buurkerk begraven. In die kerk tingelen tegenwoordig uurwerken en donderen de pierementen van het Museum Speeldoos.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juni 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juni 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's