Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zware en vreugdevolle taak

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zware en vreugdevolle taak

Ds. A.J. Mensink blikt terug op voorzitterschap Gereformeerde Bond

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de drempel van 2020 naar 2021 leg ik, na ruim acht jaar, het voorzitterschap van onze vereniging neer. Daar groeide ik naartoe in een verlangen om mij weer volledig aan het werk in de gemeente te kunnen wijden.

Dat het overdragen van de voorzittershamer van mei naar januari vervroegd werd, zie ik als Vaderlijke leiding van de Heere, nu we in ons gezin met ernstige ziekte te maken kregen. Een terugblik onder vier trefwoorden.

Intensief

Het voorzitterschap van de Gereformeerde Bond is intensief. De structuur en omvang van onze organisatie vraagt om een voorzitter die naast de bestuursvergaderingen betrokken is bij het vele dagelijkse werk dat vanuit het kantoor in Apeldoorn verricht wordt. Daarom werd ik voor 25 procent werktijd door de gemeente vrijgesteld. Ik ben zowel de hervormde wijkgemeente van bijzondere aard te Krimpen aan den IJssel als de hervormde gemeente te Elburg dankbaar voor het offer dat zij hiervoor brachten.

Regelmatig was er telefonisch contact met de algemeen secretaris, regelmatig ging ik met hem op pad voor vergaderingen in ons netwerk of voor bezoeken aan predikanten in hun eerste gemeente. Zo kom je nog eens ergens: van Stedum tot Stavenisse, van Haarlem tot Hedel. Tal van mensen ontmoet je: van het moderamen van de synode tot studenten, van hoogleraren aan universiteiten tot ambtsbroeders in plaatselijke gemeenten. Tal van thema’s dringen zich aan je op, vragen om bezinning maar soms ook om een snelle reactie: Kerk 2025, prediking, evolutietheorie, liturgie, homoseksualiteit, genderdysforie, vrouw en ambt, kerkelijke krimp, onze plek in de Protestantse Kerk én in de gereformeerde oecumene. Er waren bestuursvergaderingen waarin we ervoeren dat de thema’s op de agenda ons te groot waren, boven ons vermogen gingen. Onze kerkelijke en maatschappelijke context verandert in een hoog tempo. Daarbij hebben wij in onze achterban met een zekere ongelijktijdigheid te maken. Ik begin Paulus nog meer te begrijpen als hij schrijft dat de zorg voor de gemeenten hem dagelijks overvalt (2 Kor.11:28).

Zwaar

Het voorzitterschap van de Gereformeerde Bond is zwaar. Intensiteit hoeft op zich niet zwaar te zijn. Zwaar wordt iets wanneer je eraan lijdt, wanneer ontwikkelingen ontstaan of doorzetten die tegen je verlangen of overtuiging ingaan. In de achterliggende jaren zag ik onze achterban uit elkaar groeien. Soms heeft dat te maken met de plaatselijke context waarin gemeenten en kerkenraden uiteenlopende keuzes maken zoals op het terrein van de liturgie. Maar dat lijkt me binnen de kaders van Schrift en belijdenis legitiem.

Nu heeft de Gereformeerde Bond altijd wel een zekere verscheidenheid gekend, vanouds aangeduid met de namen van ds. I. Kievit en dr. J.G. Woelderink. Er is in het gereformeerd belijden een verbondsmatige lijn en een verkiezingsmatige. Ze hebben beide vanuit Schrift en belijdenis hun recht en houden elkaar als het goed is in evenwicht. Er is gaandeweg een andere, bredere verscheidenheid ontstaan. Ik ben in onze kring bezorgd geraakt over de toenemende invloed van de theologie van Karl Barth én over verschuivingen in de Schriftuitleg en haar hermeneutiek. Eenieder claimt daarbij voluit gereformeerd te zijn en voluit in de hervormdgereformeerde beweging te staan – niemand heeft de moed om bij gemaakte keuzes te zeggen dat hij voor een niet-gereformeerd spoor kiest. Hoe houd je als bestuur en voorzitter de achterban bijeen, ook inhoudelijk? Tegen wie aanvoert dat ds. G. Boer en ds. W.L. Tukker maar één ferm woord in De Waarheidsvriend hoefden te schrijven om alle neuzen weer dezelfde kant op te krijgen, zeg ik: die tijd is echt voorbij.

Wat voor mij op een teleurstelling is uitgelopen, zijn de contacten met de reformatorische kerken. Bij alle vriendelijkheid en geestelijke herkenning die we elkaar in ontmoetingen betuigen, kan de onderste steen blijkbaar niet boven komen. Dat is de molensteen van een afgescheiden kerkbegrip. Niet dat ik in andere kerken geen geloofsbroeders en -zusters vond – terdege! Niet dat we in gesprekken geen geestelijke verwantschap ervoeren – terdege, met name in de gesprekken met de deputaten Eenheid van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Maar als Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk sta je toch slechts met één been in die gereformeerde oecumene. Dat andere been maakt je tot een buitenbeentje.

Omgekeerd én van een andere orde is dat bij tijden ook de ervaring met de Protestantse Kerk. Het is de kerk waar ik bij hoor, míjn kerk, mijn moeder. Ik adem op in haar ruimte, in haar geschiedenis. Ik ervaar welwillendheid én vervreemding. Ik ervaar gezien worden én genegeerd worden. Ik ervaar uitgenodigd én vriendelijk bedankt te worden. Dat diepe verlangen, die wezenlijke roeping dat de kerk leeft uit het Woord naar de rijkdom en de geest van haar belijdenis – het wordt beaamd maar ook tegengesproken, bevestigd maar ook beproefd. De nood van de kerk is de nood van de Bond. Onderschat deze nood niet. Ik vond het zwaar. Als laatste: het raakt je diep als twee bestuursleden overlijden. Bestuursleden van wie ik veel leerde: mr. G. Holdijk en dr. P.F. Bouter.

Leerzaam

Het voorzitterschap van de Gereformeerde Bond is leerzaam. Ik had deze jaren toch allerminst willen missen. Het was me een roeping en een voorrecht om deze plek te mogen innemen. Het voorzitterschap bracht me op allerlei plaatsen en bij allerlei mensen in kerk en samenleving. Naast wat ik in technische zin leerde over vergaderen, leidinggeven en beleid maken, werd ik heilzaam gedwongen mij te bezinnen op thema’s die anders wat meer aan mij voorbijgegaan waren en die ik meer vanuit een ondoordachte vanzelfsprekendheid benaderd zou hebben. Ik denk aan de liturgie, ethische kwesties, maar ook aan de vragen van het kerk-zijn in de 21e eeuw. Dat de Protestantse Kerk in de 21e eeuw een organisatorische transitie nodig had, is me zo duidelijk geworden. En wat is vanuit Schrift en belijdenis dan essentieel voor een protestantse gemeente? Mijn grootste leerpunt betreft de katholiciteit van de kerk. Bij het kijken naar en het staan in de (Protestantse) kerk is de Bond niet de norm, maar het ene, katholieke geloof van de kerk der eeuwen. Dat katholieke geloof bepaalt de mate waarin een kerk zichzelf katholiek mag noemen, openbaring van de ene, algemene christelijke kerk. Zo kun je voluit in de breedte van de kerk je plek innemen. Maar als hervormd-gereformeerde moet je dat soms echt nog » leren. Op dat punt is het voorzitterschap mijzelf tenminste tot zegen geweest. Beslissingen in de Bond neem je met het oog op de kerk. Wat niet goed is voor de kerk, is ook niet goed voor de Bond.

Vreugdevol

Het voorzitterschap van de Gereformeerde Bond is vreugdevol. Het is niet uit teleurstelling, verzadiging of vermoeidheid dat ik het voorzitterschap neerleg. Met vertrouwen draag ik de voorzittershamer over aan ds. Verhoeven. Ik heb hem als tweede voorzitter leren kennen als voorzichtig maar tegelijk principieel. Zijn liefde voor de kerk en het haar toevertrouwde Godswoord zullen zijn voorzittersstijl typeren.

Wat heb ik deze jaren vreugde mogen beleven! Gereformeerde theologie is een vreugdevolle bezigheid, zeg ik prof. Van Ruler na. De belijdenis van de Reformatie is zo boordevol kracht, troost, zekerheid en perspectief. Ze kan alle tijden en vragen aan, ook de onze. Bemoedigd reed ik vaak terug na studentendagen en -weken, dankbaar dat de Heere zoveel jonge (en soms oudere) mensen roept tot de studie en tot het ambt van dienaar van het Woord. In het samen theologie en gemeenschap beoefenen op de predikantencontio’s gaf de Heere zoveel aansporing, liefde, verbondenheid en troost. Wat zijn er veel trouwe leden die in gebeden, mails en ontmoetingen tot steun waren. De jaarvergaderingen brachten gezonde spanning maar ook verrijkende ontspanning. Het deed me veel als in consistories na de dienst ook voor het werk van de Gereformeerde Bond en zijn voorzitter gebeden werd. Ik word klein van het besef dat het bestuur mij al die jaren onvoorwaardelijk vertrouwen en steun gaf. Wat hebben we op het bureau in Apeldoorn een paar keien van medewerkers. Maar bovenal: op hoeveel plekken zien we de Heere aan het werk? Dr. Van Brummelen had het vaak over ‘glimwormpjes’, over mensen in wie de Heere stilletjes werkt. Ze zijn er. Ze zúllen er zijn. Ook daar waar men ze allerminst verwacht.

Ik dank de Heere voor ontvangen krachten, ervaringen en verbondenheid. Ik bid om Zijn genade voor kerk en bond, voor de gemeenten en voor mijn gedane, gebrekkige werk. Het is geen tijd om te somberen maar om te hopen. Om goede moed te hebben vanwege het zwaard van de Geest waarmee iedere dag rake slagen worden toegediend, links en rechts. Heb verwachting van de Heere en Zijn Woord.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 2021

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Zware en vreugdevolle taak

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 2021

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's