Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heeft pausin Johanna ooit bestaan? ‘Haar bestaan is nooit bewezen,’ zegt Willem van der Meiden in Volzin (magazine voor religie en samenleving):

Ze heeft verschillende namen, waaronder een mannennaam: Johannes Angelicus, de engelachtige Johannes. (...)

Haar pausschap moet dan ongeveer rond het jaar 855 zijn geweest, in een periode dat er veel bederf was geslopen in het bisschopsambt van Rome en pausen en tegenpausen elkaar in hoog tempo afwisselden. In de officiële pausenlijst zit een hiaat van enkele maanden in dat jaar 855 en daar zou deze Johanna mooi in passen. Er is een contemporaine bron, maar die vermeldt deze pauzepaus slechts terloops. De legendevorming dateert van de dertiende eeuw (...)

Historici hebben tot nu toe geen serieuze bron gevonden waaruit blijkt dat pausin Johanna echt heeft bestaan. Evenmin is er bewijs dat de sedia stercoraria – letterlijk: meststoel – heeft bestaan. Dat was een soort toiletstoel – er staat er nog een in het Vaticaans Museum – die een rol speelde in het arbeidsvoorwaardengesprek van een aangewezen nieuwe paus. Volgens de legende waren de Vaticaanse autoriteiten dusdanig geschrokken van de mogelijkheid dat een vrouw zich tussen de pausen had weten te frommelen, dat zij besloten een extra toets in de procedure in te lassen. De kandidaat werd gevraagd op deze meststoel plaats te nemen en de jongste kardinaal moest dan onderlangs controleren of deze kandidaat van het mannelijke geslacht was. Zo ja, dan moest de kardinaal uitroepen: Testiculos habet et bene pendentes, wat zoiets betekent als: ‘Hij heeft ballen en ze hangen er goed bij,’ waarop de verzamelde kardinalen dan zouden hebben geantwoord: Habet ova noster papa: ‘Onze paus heeft eieren’. Ik weet niet of die dubbelzinnigheid in het Latijn ook meekomt, maar ik laat het maar even zo.

Volgens andere bronnen zou de dienstdoende kardi naal hebben volstaan met: Habet. ‘Hij heeft ze’ of ook wel: ‘Hebbes’. Het gebruik zou zijn afgeschaft toen Leo X in 1513 talrijke kardinalen met syfilis had besmet. Het zijn verhalen uit de tijd van de reformatie, toen de liederlijkheid van de roomse clerus in schotschriften breed uitgemeten werd. De zestiende eeuw kende sowieso weinig subtiliteiten.


Peter Dillingh vertelt in Kerk op Dordt over Heiltje de Boon, overleden in de laatste week van 2020. Ze was met haar man Aart de Boon van grote betekenis voor de Augustijnenkerk.

Het echtpaar vond dat hun kerk, die behoort tot de gereformeerde bond binnen de Hervormde gemeente Dordrecht, om veel redenen van groot belang is voor de stadsgeschiedenis. Ze vonden dat mensen niet alleen de Grote Kerk zouden moeten kunnen bezoeken, maar ook de Augustijnenkerk. Vandaar dat ze zich jarenlang inzetten bij de zaterdagse openstelling en coördinatie van allerlei activiteiten in de Augustijnenkerk op de Voorstraat. Het echtpaar deed meer dan het open houden van de kerk. Dat bleek in 2012 toen er een einde kwam aan het tijdperk Aart en Heiltje de Boon. Ds. Jan Belder schreef toen een afscheidsverhaal, dat nog steeds wordt bewaard op de website van de Augustijnenkerk. Daarin schreef hij het volgende rondom de inzet van Aart en Heiltje de Boon bij de zaterdagopenstellingen:

“Op mijn vraag wat het hoogtepunt in al die jaren was, hoeven beiden niet lang na te denken, als uit één mond worden de evangelisatiemiddagen genoemd die in 2003 begonnen. ‘De eerste keer, dat was de koopzondag voor Kerst, waren er al gelijk meer dan 1300 bezoekers. Een prachtmiddag met getalenteerde medewerkers en een evenwichtige invulling. Bezoekers waren vooral de mensen van de straat, en dat beoogden we ook.’ Dieptepunten waren er ongetwijfeld ook... De Boon is even stil maar dan: ‘Ja, soms waren er ontmoedigende momenten en dat je dacht: waar doe ik het allemaal voor? Maar vaak hoorde je dan achteraf dat er toch iets van zegen gevallen was en dan was je weer dankbaar en blij.’ Samen zijn Aart en Heiltje het er direct over eens ‘dat het een voorrecht en zegen is dit werk te hebben mogen doen’.”

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 2021

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 2021

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's