Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het eigene van de profetie

Bekijk het origineel

Het eigene van de profetie

Belofte en vervulling: hoe lezen we oudtestamentische profetieën? (2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De profeten in het Oude Testament richtten zich allereerst tot hun tijdgenoten. Het is nodig om ons dat te realiseren, om de bedoeling en zeggingskracht van hun woorden te verstaan.

Een voorbeeld hiervan vinden we in de beroemde profetie van Micha over Bethlehem als geboorteplaats van de komende Heilskoning. Na de bekende woorden over Bethlehem in Micha 5:1‑3 spreekt vers 4‑8 over Assur (Assyrië) dat als gevolg van deze geboorte verwoest zal worden. Zo kan er immers pas vrede komen.

Het is duidelijk dat Assur hier symbolische waarde heeft. Het gaat niet zozeer om het concrete, historische Assyrië, maar om de macht van het kwaad dat in de Assyrische wereldheerschappij zichtbaar wordt. Voor de Israëlieten in Micha’s dagen was Assyrië hét symbool van het kwaad. Maar dat betekent natuurlijk niet dat dit kwaad ook niet in andere gestalten voor kan komen. Niemand van ons denkt met Kerst (wanneer Micha 5 klinkt) aan de overwinning op Assyrië – dat land bestaat zelfs niet meer! – maar wel aan de overwinning op de duivel en zijn rijk.

Voorwaardelijk

Dat profetie vóór alles een concrete, actuele prediking tot de toenmalige hoorders is, wordt ook duidelijk als wij letten op het voorwaardelijke karakter van de prediking. Heils‑ en oordeelsverkondiging hebben vaak een voorwaardelijk karakter. Duidelijk blijkt dat uit Jeremia 18:7-10, waar staat dat God op Zijn woorden van oordeel kan terugkomen als het volk berouw krijgt, maar dat Hij ook op Zijn woorden van heil kan terugkomen, als het volk zich toch van Hem afkeert. Profetische prediking is vóór alles gericht op geloof en gehoorzaamheid.

Jona en Hizkia

Het bekendste voorbeeld hiervan is de prediking van Jona tegen Ninevé. Hoewel Jona met geen woord over de mogelijkheid van behoud spreekt, bekeren de Ninevieten zich. Want – wie weet – God mocht afzien van Zijn toorn (Jona 3:9). En zo gebeurt ook. Uiteindelijk gaat het oordeel over Ninevé niet door. Jona zelf was zich van dit voorwaardelijke karakter wel bewust, zo blijkt uit zijn verbolgen reactie in Jona 4:2.

In de tijd van Hizkia gaat het aangekondigde oordeel van Micha over Jeruzalem niet door, omdat de koning zich onder Micha’s prediking vernedert (Jer.26:17-19). Later wordt Jeruzalem toch gestraft, omdat andere koningen zich juist niet bekeerden. Een ander voorbeeld van voorwaardelijke verkondiging is het aangekondigde sterven van Hizkia (Jes.38). Hoewel er ook voorbeelden van profetieën zijn waarin het oordeel onafwendbaar is (Jes.39), moeten we ons bij profetische prediking altijd realiseren dat ze gericht is op bekering. Zij is niet de afkondiging van een lotsbeschikking, maar vooral de worsteling om het behoud van mensen!

Tijdsaspect

Als communicatie van Godswege heeft de profetische prediking ook een aantal bijzondere kenmerken. Allereerst ontbreekt een concrete tijdsbepaling wanneer het heil komen zal. Vaak wordt gezegd dat iets ‘in de laatste dagen’ gebeuren zal. Het begrip ‘laatste dagen’ is echter nogal onbepaald. Volgens Handelingen 2:17 zijn ‘de laatste dagen’ reeds met Pinksteren aangebroken en duren ze tot de wederkomst.

Verder ontbreekt in de profetie vaak de aanwijzing in welke volgorde de verkondigde dingen plaatsvinden. Een voorbeeld hiervan is Zacharia 9:9-17. Na de bekende woorden over de Heilskoning die op een ezelsveulen Jeruzalem binnenrijdt (vs.9), wordt direct gesproken over het wegnemen van de strijdwagens uit Efraïm en de wereldwijde heerschappij van de Messias (vs.10). Uit het Nieuwe Testament weten we dat Jezus’ binnenkomst in Jeruzalem niet samenvalt met het aanbreken van het Vrederijk. Deze dingen hangen wel met elkaar samen, maar vinden niet gelijktijdig plaats.

Als profeten de toekomst verkondigen, doen ze dat in een samenvallend perspectief. We kunnen hun beschrijving vergelijken met een vergezicht vanaf een hoge berg. Wie in de Alpen op een hoge bergtop staat, ziet tal van andere toppen voor zich. Ze lijken allemaal vlak achter elkaar te liggen, maar dat is optisch bedrog. In werkelijkheid liggen er diepe dalen tussen. Die dalen zie je echter niet, omdat je eroverheen kijkt. In de profetie gebeurt iets dergelijks. Je krijgt één groots beeld te zien waarin alle aspecten van Gods heilshandelen samen lijken te vallen. In werkelijkheid kan er echter tussen de verschillende daden die God gaat doen, een lange tijd zitten. In de profetie wordt de komst van Christus vaak direct verbonden met de verlossing van de wereld. Maar in de historische realiteit ligt er tussen Christus’ geboorte en de voltooiing van Zijn rijk nu al meer dan 2000 jaar.

Ook in het Nieuwe Testament komen we dit tegen, bijvoorbeeld in Jezus’ woorden over het eind der tijden. De komende val van Jeruzalem wordt in één adem genoemd met Zijn wederkomst (Matt.24 en Mark.13), terwijl daar al twintig eeuwen tussen liggen. Op deze manier geeft God aan dat Zijn werk een eenheid is. Alles wat Hij doet, is een aspect van Zijn ene handelen. Hoe het zich precies in de tijd ontwikkelt, is Zijn zaak. Het is niet aan ons om te rekenen in tijd. Tot ons komt de oproep tot geloof en bekering. En die oproep is altijd actueel: ‘Zo u Zijn stem dan heden hoort!’ (Ps.95)

Eigen perspectief

God openbaart Zijn toekomstvisioen slechts fragmentarisch (we horen niet alle details). Iedere profeet legt daarbij zijn eigen accenten. Soms zijn de verschillende profetieën daarbij met elkaar in tegenspraak. De beschrijving van de nieuwe stad in Ezechiël 48 is heel anders dan de beschrijving van het nieuwe Jeruzalem in Jesaja 54 of Zacharia 14. De taak van de komende Koning is in Ezechiël 45-46 anders dan in Jesaja 9 en 11. De grenzen van het nieuwe land zijn in Ezechiël anders dan bij de andere profeten; het Overjordaanse valt bij hem buiten de grenzen van het nieuwe Israël.

Dit toont aan dat we in de verschillende toekomstprofetieën niet met exacte beschrijvingen te maken hebben. Als letterlijke beschrijvingen sluiten ze elkaar uit, maar als beelden vullen ze elkaar aan. Beelden typeren: ze laten iets van de kern van de nieuwe toekomst zien. Ze roepen verwachtingen op en wekken hoop. Blijkbaar zijn de diverse profetieën niet bedoeld als evenzovele puzzelstukjes die we – als we maar lang genoeg aanhouden – tot een compleet plaatje kunnen maken. Het is geen gedetailleerde routekaart naar het Koninkrijk van God, maar het toont aan dat God dit Rijk zeker zal doen komen. De beelden laten zien dat dit Rijk de vervulling is van de mooiste dromen. Hoe het exact zal zijn, weten we niet, maar het is iets om op te hopen en naar te verlangen. Want God is daar voor altijd te midden van Zijn volk (Ez.48:35).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 2021

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Het eigene van de profetie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 2021

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's