Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

26. Abrahams geloofsbeproeving (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

26. Abrahams geloofsbeproeving (1)

Abraham, de vader aller gelovigen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er waren jaren voorbijgegaan nadat Hagar en Ismaël de tent van Abraham en Sara hadden verlaten. De toen driejarige Izak was inmiddels een volwassen zoon geworden. Op die door God beloofde zoon hadden vader en moeder hun hoop gevestigd. Immers had de Heere hun de belofte gegeven dat uit het zaad van Abraham en zijn zoon Izak de Heere Jezus zou worden geboren.

Maar op een keer scheen die blijde verwachting van de komst van de Messias totaal te worden afgesneden. We lezen in Gen. 22:1: En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht. De Heere wilde zijn geloof op de proef stellen. Vanzelfsprekend moeten we niet van een geloofsbeproeving spreken als we geen geloof van de Heere ontvangen hebben. Maar wie dat zalig makend geloof bezit, wordt door de Heere soms in zulke moeilijkheden en onmogelijkheden geleid, dat het van mensenkant onmogelijk schijnt om ooit uit de benarde situatie verlost te kunnen worden.

Waarom leidt de Heere Zijn kinderen in zulke onmogelijke wegen? Het is opdat er in die bange omstandigheden door het geloof tot de Heere om uitkomst wordt geroepen en dan wil Hij hun geloof niet beschamen en mogen ze voor het eerst of opnieuw ervaren: Zij hebben op Hem gezien, ja, Hem als een waterstroom aangelopen; en hun aangezichten zijn niet schaamrood geworden. Deze ellendige riep, en de HEERE hoorde; en verloste hem uit al zijn benauwdheden (Ps. 34:6 en 7). De Heere wil - achteraf bezien - zulke wegen inslaan tot verheerlijking van Zijn Naam en tot nut van Zijn kinderen. Ook Abraham kreeg met een heel zware geloofsbeproeving te maken. Op een keer bezocht de Heere hem en zei: Abraham. De gelovige man was meteen bereid naar Gods stem te horen en antwoordde: Zie, hier ben ik (Gen. 22:1). Wat een familiaire omgang mocht hij met de Heere hebben! Toen ging de Heere hem een naar menselijke opvatting onmogelijke taak opdragen. Hij sprak: Neem nu uw zoon, uw enige, dien gij liefhebt, Izak, en ga heen naar het land Moría; en offer hem aldaar tot een brandoffer op een van de bergen, dien Ik u zeggen zal (vers 2). Was dát geen onmogelijke opdracht? Met nadruk sprak de Heere één voor één de vier woorden uit: uw zoon, uw enige, dien gij liefhebt, Izak. Met welke gevoelige en tere woorden sprak de Heere. Hij wist wel hoeveel Abraham en Sara van hun jongen hielden en de vier woorden moeten wel door Abrahams ziel gesneden hebben!

Izak moet in deze tijd tussen de 25 en 35 jaar oud geweest zijn en Abraham moest hem gaan offeren op één van de bergen van Moría. Welke berg dat precies zou zijn, vertelde de Heere pas later aan Abraham. Wel deelde de Heere hem mee dat hij zijn zoon als een brandoffer moest gaan offeren. Wat houdt dat offeren precies in? Laten we luisteren naar kanttekening 6. Daar lezen we: ’Dat is, dood hem eerst met uw eigen hand, en verbrand daarna het dode lichaam tot as toe; gelijk men dat doet met de beesten die ten brandoffer geëigend zijn.’ Verder merkt de kanttekening op, dat zo’n opdracht nooit in eigen kracht door iemand zou kunnen worden uitgevoerd. Wie kan zijn eigen kind als een beest slachten en het daarna tot as verbranden? Dat is toch naar de natuur een onmogelijke zaak? Daar is toch niemand toe in staat? Maar het wás ook geen natuurlijke en vleselijke zaak, het betrof een gelóófsbeproeving. Vandaar dat de kanttekening verder verklaart hoe Abraham in staat werd gesteld zo’n onmogelijke opdracht toch uit te voeren. Hij handelde vanuit het geloof en hield Gods belofte voor ogen dat uit zijn zaad de Heere Jezus hoe dan ook zou voortkomen. Daarom kon hij blind voor de toekomst en met het oog op God gericht handelen. Het was met hem als met de dichter: Hem vrezen, Zijne hulp verbeiden, En door Zijn hand zich laten leiden; Die, hoe het ook moog’ tegenlopen, Gestadig op Zijn goedheid hopen (Ps. 147:6).

Vol overgave ging Abraham aan het werk. In de vroege morgen kloofde hij hout voor het brandoffer, zadelde zijn ezel en legde het brandoffer op het lastdier en nam drie jongens met zich mee op reis: Izak en nog twee knechten. Zij wisten niet beter of Abraham ging op een van de bergen van Moría een brandoffer brengen. Zo vertrok hij naar de plaats die hem God gezegd had (vers 3). Na drie dagen reizen zag Abraham in de verte de bergen van Moría oprijzen. Het kan niet anders of er moet heel wat in Abrahams ziel zijn omgegaan toen hij die bergen naderde. Niet voor niets staat er in de Bijbel: Toen hief Abraham zijn ogen op en zag die plaats van verre (vers 4). Onderaan een van die bergen gekomen, gaf Abraham de twee knechten opdracht te wachten tot zij straks zouden terugkeren. Hij sprak: Blijf gij hier met den ezel, en ik en de jongen zullen heengaan tot daar; als wij aangebeden zullen hebben, dan zullen wij tot u wederkeren (vers 5). Het waren wonderlijke woorden. Hij sprak tegen de beide knechten dat zij zouden terugkeren nadat zij zouden hebben aangebeden.

(Volgende keer D.V. 27. Abrahams geloofsbeproeving - 2)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 2019

De Wachter Sions | 16 Pagina's

26. Abrahams geloofsbeproeving (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 2019

De Wachter Sions | 16 Pagina's