Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 171

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 171

Hoofdstuk 25 De nieuwe schepping - 1 (7) Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden. 2 Korinthe 5:17

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De nieuwe schepping is een werkzame, nijvere schepping. Niet zodra is zij tot stand gebracht, of zij is werkzaam in de ziel. Handelingen 9:11: Zie, hij bidt. Het is haar aard om werkzaam te zijn: Indien wij door de Geest leven, zo laat ons ook door de Geest wandelen (Gal. 5:25). Het is niet verwonderlijk dat deze nieuwe schepping altijd in de ziel werkt en zich roert, omdat de werkzaamheid in de gehoorzaamheid nu juist het doel was waartoe zij werd geschapen: …want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken (Ef. 2:10). Hij die vanuit dit beginsel, of: vanuit het wezen van de nieuwe schepping werkzaam wordt gemaakt in de plicht van het dienen van God, zal, voor zover dat beginsel hem beweegt, er vreugde in hebben om Gods wil te doen. Hij zal zich verblijden in de weg van Zijn gebod, en het de aangenaamste genieting vinden in de paden der plicht.

Die nieuwe schepping is een groeiende schepping, die voortgaat van kracht tot kracht (1 Petr. 2:2), die de ziel waarin zij heerst, verandert van heerlijkheid tot heerlijkheid (2 Kor. 3:18). De krachtige bewegingen en het aanhoudende streven van deze nieuwe schepping zijn ervoor om de ziel tot de ware volkomenheid en volwassenheid te brengen (Filipp. 3:11). In haar verlangen kan zij geen grenzen en beperkingen ver­dragen: minder dan het volmaakte voldoet niet. Elke trap en mate van kracht die zij bereikt, scherpt en wet [wetten = aanscherpen] alleen maar haar verlangen naar een hogere trap en mate. Om die reden verheugt zij zich zeer in Gods inzettingen, de plichten in het dienen van God en de gemeenschap der heiligen, omdat dat alles haar helpt en tot nut is om haar verheven doel te bereiken. De nieuwe schepping is een schepping die wonderbaarlijk in stand gehouden wordt. Er zijn vele wonderen van Gods voorzienig handelen in de onderhouding van ons natuurlijk leven, maar er is er niet één als die waardoor het leven van de nieuwe schepping in onze ziel wordt bewaard. Er zijn gevaarlijke tijden van verzoeking en verlating, waarin de nieuwe schepping op het punt staat op te houden te bestaan (Openb. 3:2). De mate van haar levenskracht is soms op een droevige manier afgenomen en haar liefelijke en vertroostende werkingen worden soms onderbroken (Openb. 2:4).

De blijken waardoor haar aanwezigheid in ons gewoonlijk werd ontdekt, kunnen verdonkerd worden, en dat gebeurt ook vaak (2 Petr. 1:9). De ziel waarin de nieuwe schepping is, trekt misschien heel droevige conclusies omtrent de uitkomst: niet alleen dat haar leven in gevaar is, maar ook dat het helemaal uitgedoofd is (Ps. 51:12-14). Hoewel echter de nieuwe schepping op het punt staat om te sterven, God bewaart haar op wondere wijze voor de dood. De nieuwe schepping heeft haar tijden van opleven en versagen. Zo zien we wat de liefelijke en uitnemende eigenschappen van de nieuwe schepping zijn.

Het vierde. We willen aantonen dat deze nieuwe schepping noodzakelijk is voor allen die in Christus zijn, en verwachten door Hem tot de zaligheid te komen. De noodzaak van de nieuwe schepping zal op verschillende manieren blijken. Deze noodzaak blijkt uit de duidelijke en nadrukkelijke wil van God, zoals die ten aanzien van deze zaak in de Schrift is geopenbaard. Onderzoek de Schriften en u zult merken dat God de volle nadruk, het gehele gewicht van uw eeuwig geluk door Jezus Christus heeft gelegd op dit werk van de Geest in uw ziel. Zo zegt onze Heiland tot Nicodémus: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan (Joh. 3:5). Hiermee komen de woorden van de apostel in Hebreeën 12:14 overeen: … zonder heiligmaking zal niemand de Heere zien.

Terwijl sommigen misschien denken dat hun geboorterecht, het gebruik van de inzettingen en het belijden van het geloof hen bij God zullen aanbevelen, zodat ze zonder deze nieuwe schepping aangenomen zullen worden, laat Hij hun zien hoe dwaas en ongegrond al die hoop is. Galaten 6:15: In Christus Jezus heeft noch besnijdenis enige kracht, noch voorhuid, maar een nieuw schepsel. Christus en de hemel zijn gaven Gods, en Hij is er vrij in die te schenken, naar het Hem behaagt, en op Zijn voorwaarden. Dit is de weg, de enige weg en de vastgestelde wijze waarop Hij door Christus de mens tot de heerlijkheid zal brengen. De mensen zullen misschien de indrukken van deze dingen uit hun hart wegkrabben, maar ze kunnen nooit de vastgestelde weg en wijze van het heil veranderen. We moeten nieuwe schepselen worden, zoals het gebod ons beveelt, of verloren en veroordeelde schepselen zijn, zoals de bedreigingen van het Woord ons dat duidelijk zeggen.

Deze nieuwe schepping is het eerste begin van de grote zaligheid die wij door Christus verwachten, en daarom moet zonder deze, alle hoop en verwachting op de zaligheid verdwijnen. De zaligheid en de vernieuwing zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Onze heerlijkheid in de hemel - als we die in haar wezen recht verstaan - bestaat in twee dingen: onze gelijkmaking aan God en onze genieting van God. Die beide beginnen bij onze vernieuwing in deze wereld. Hier beginnen we enigszins veranderd te worden naar Zijn beeld (2 Kor. 3:18); want de nieuwe mens wordt naar God geschapen, zoals hierboven werd verduidelijkt. In het werk der genade wordt er van God gezegd dat Hij het goede werk begint, het voleindigt, het werk dat op de dag van Christus vervolmaakt moet worden (Filipp. 1:6). Nu kan er niets onlogischer zijn dan de veronderstelling dat een plan of een werk voltooid of vervolmaakt zal worden dat nooit een begin heeft gehad. (wordt vervolgd)

© 2008 Den Hertog B.V., Houten.

Geschonken genade

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 171

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's