Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De heilige oorlog (59)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heilige oorlog (59)

Ontwaakt gevoel van schuld

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoewel Prins Immanuël de stad Mensziel heeft verlost van Diábolus, verblijft Hij nog in Zijn tent buiten de stad. Meerdere malen wordt door de burgers een verzoekschrift aan Hem overhandigd; de laatste keer door de heer Ontwaakte Begeerte. De Prins neemt de smeekschriften in ontvangst, maar zegt alleen dat Hij ze in overweging zal nemen. Dat zorgt voor veel onrust, ook bij burgemeester Verstand en secretaris Geweten, die gevangen zitten.

Een schrik voor zichzelf

Nadat de menigte de gevangenis heeft verlaten, geven de gevangenen onderling commentaar op de woorden van Immanuël. Burgemeester Verstand zegt dat het antwoord geen teken van toorn is. Maar de heer Vastewil zegt dat het niet veel goeds betekent. De heer Geweten vindt dat het op een doodvonnis lijkt. Enkele burgers die nog in de buurt zijn, horen nog wat flarden van zinnen. De ene haalt er dit uit, de ander wat anders, maar niemand begrijpt goed hoe het zit. Het zorgt voor veel opschudding en verwarring in Mensziel. Degenen die wat opgevangen hebben van het gesprek van de gevangenen haasten zich door de stad, waarbij de een het ene roept en de ander het tegenovergestelde. Allen zijn ze er zeker van dat het de waarheid is die ze vertellen. Ze hebben het, zeggen ze, zelf gehoord en liegen niet. De een zegt: ’Wij zullen allemaal worden gedood’, de volgende zegt: ’We zullen allemaal worden gered’, volgens de derde wil de Prins niets meer met Mensziel te maken hebben, en de vierde vertelt dat de gevangenen spoedig ter dood zullen worden gebracht. En van elkaar zeggen ze dat de anderen het mis hebben, terwijl ze zelf menen de waarheid te vertellen. Iedereen in Mensziel windt zich op. Niemand vindt rust ’voor het hol van zijn voet’. Er wordt veel gediscussieerd, maar ieder is ervan overtuigd dat hij de waarheid zegt. Sommigen hebben zelfs begrepen dat de Prins van plan is Mensziel om te brengen met het zwaard.

Dan begint het donker te worden. Het arme Mensziel is de hele nacht tot de volgende morgen toe in trieste verwarring. Bunyan vertelt dat hij uit de informatie die hij ontvangt, begrijpt dat al deze drukte komt door de woorden van de heer Geweten. Volgens hem heeft de Prins het doodvonnis uitgesproken. Zijn woorden zijn Mensziel tot ontzetting en ontsteltenis, want in vroeger tijden werd de heer Geweten gezien als een profeet en grote redenaar, wiens uitspraken zonder tegenspreken geloofd werden. En zo is Mensziel een schrik voor zichzelf. Nu begint Mensziel in de gaten te krijgen wat de gevolgen zijn van de hardnekkige vijandschap en het onwettig verzet tegen hun Prins. Ja, dat wordt vooral gevoeld door de leiders van de stad, die immers het meest te zeggen hadden gehad.

Tot inkeer gekomen

Om kort te gaan: als de eerste schrik over de boodschap over is en de gevangenen enigszins tot zichzelf zijn gekomen, grijpt men weer wat moed en wordt besloten de Prins opnieuw te smeken voor hun leven.

Er wordt daarom een derde verzoekschrift opgesteld. De inhoud is als volgt: ’Prins Immanuël de Grote, Heere van alle werelden en Meester van de barmhartigheid! Als Uw arme, zeer ellendige, stervende stad Mensziel bekennen wij aan Uw grote en heerlijke Majesteit dat we gezondigd hebben tegen Uw Vader en tegen U. We zijn het niet meer waard Uw Mensziel genaamd te worden, maar zijn het eerder waard om in de hel geworpen te worden. We hebben het verdiend als U ons wilt doden. Als u ons wilt veroordelen tot de hel, dan kunnen we niets anders zeggen dan dat U rechtvaardig bent. We kunnen U niet aanklagen over al wat U doet of in hoe U Zich tegenover ons gedraagt. Maar o, laat barmhartigheid de overhand hebben en laat die over ons uitgebreid worden! Laat genade ons vasthouden en ons bevrijden van onze overtredingen. We zullen dan zingen van Uw barmhartigheid en oordelen. Amen.’

Het is de bedoeling dat dit smeekschrift, net als de vorige smeekschriften, naar de Prins wordt gezonden. Maar het is de vraag wie dat moet doen. Sommigen stellen voor dat het weer door Begeerte-tot-leven wordt gedaan, de man die het ook de eerste keer heeft gedaan. Maar anderen zijn het daar niet mee eens, omdat dat toen niets geholpen heeft.

Erkenning van schuld

Stap voor stap leidt Bunyan de lezer verder in het werk van de waarachtige bekering. Hij gaat daarin een zuivere, Bijbelse gang. De ziel zal komen op het punt waarin hij als een schuldige, verloren zondaar aan Gods voeten terechtkomt, met de erkenning dat de Heere het niet verkeerd doet, wat er ook gebeurt. Gods eer zal boven de eigen zaligheid gesteld worden.

Slingeringen in de ziel

De gedachten van de ontwaakte zondaar slingeren heen en weer. Hij weet niet wat hij ervan denken moet. Als hij de Bijbel leest, dan denkt hij het ene moment dat alles tegen hem is, en het andere moment gloort er weer hoop. Maar het is meer vrees dan hoop. De rust is hem opgezegd. Bunyan gebruikt een uitdrukking die hij ontleent aan de geschiedenis van Noach in de ark. Als de wateren zakken, er gloort dus weer hoop, laat hij eerste de raaf uit, maar die keert niet terug. Dan laat hij de duif uit, maar de duif vond geen rust voor het hol van haar voet (Gen. 8:9a) en keert weer terug naar de ark. Het wordt zelfs donker in de ziel. Het geweten, de stadhouder van God die als een profeet wordt erkend, spreekt en ziet niet anders dan de dood voor ogen. Zo’n ziel kan het niet doen met de woorden van degenen die de ziel aandringen en soms zelfs dwingen tot Jezus te gaan.

Strafwaardig

Er is erkenning van schuld en strafwaardigheid, maar ook een smeken om barmhartigheid en genade. Nee, over de Heere kan niet geklaagd worden, wat Hij ook doen zal. De hel is verdiend, en de ziel is het niet meer waard om een kind van God genaamd te worden. We zien als het ware de verloren zoon zitten, die tot zichzelf mocht komen. Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan, en ik zal tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel en voor u; En ik ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden; maak mij als een van uw huurlingen (Luk. 15:18 en 19). Het is dezelfde weg, die de moordenaar aan het kruis mocht gaan, in ware erkenning van schuld en strafwaardigheid: En wij toch rechtvaardiglijk, want wij ontvangen straf, waardig hetgeen wij gedaan hebben (Luk. 23:41).

Een nieuw verzoek

Maar te midden van deze ellendige toestand zucht de Geest met onuit sprekelijke zuchtingen. ’De ziel leert de grote les dat men altijd bidden moet en niet vertragen. Ditmaal bestaat het gebed meest in schuldbelijdenis’ 1 . Nee, het is niet meer zozeer de begeerte tot leven die de basis is van het hernieuwde gebed. Dat laat Bunyan duidelijk zien door Mensziel te laten besluiten dat het derde verzoekschrift niet opnieuw door Begeertetot-leven naar de Prins zal worden gebracht.

Ziedaar, de weg die de Heere gaat, opdat Hij aan Zijn eer komt. Is die weg ons nog vreemd, of springt er iets in de ziel op vanwege de zuivere, Bijbelse gang die hier getekend wordt? Geloven dat het verloren is, en toch smeken om behoud, omdat zijn behoud hem niet onverschillig is!

1. Noot van de vertaler.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De heilige oorlog (59)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's