Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg. Joh. 14:6a

Geliefde lezer,

De nabijkomende godsdienst komt openbaar in haar kennis, haar wijsheid en haar bezit. Het ware werk Gods komt openbaar in de onkunde, de dwaasheid en de armoede die oprecht beleden worden. Dat blijkt in het leven van Thomas. Christus onderwees Zijn discipelen over het grote doel van Zijn werk op aarde: de verheerlijking Gods, en wel in het bijzonder in het vergaderen van de gegevenen des Vaders, opdat zij teruggebracht zouden worden in de gemeenschap Gods. Hij sprak tot Zijn discipelen van het Vaderhuis en zei: En waar Ik heenga, weet gij, en den weg weet gij (vers 4).

Eigenlijk sprak Christus tot Zijn discipelen: u hebt al zoveel onderwijs uit Mijn mond gehoord. U behoort te weten waar Ik heenga, en u behoort de weg te weten. Dan komt de ware Kerk Gods voor de dag in een oprechte belijdenis van onkunde en blindheid. We horen het Thomas zeggen: Heere, wij weten niet waar Gij heengaat, en hoe kunnen wij de weg weten? (vers 5).

Dan zegt Christus: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader dan door Mij. Nu onderwijst Christus Zijn kind Thomas, en Zijn andere discipelen, en al Gods volk met deze woorden: Ik ben de Weg. Christus verklaart deze benaming de Weg als Hij zegt: Niemand komt tot den Vader dan door Mij. Wat hangt er veel van af om te weten en te geloven dat Christus de Weg is.

Wanneer we spreken over een weg, dan denken we aan de wijze waarop we op onze bestemming zullen komen. De reiziger is op weg om op zijn eindbestemming te komen. Waarom zegt Christus nu van Zichzelf dat Hij de Weg is? Wel, Hij is de Weg naar God. O, zouden we dit toch eens recht verstaan, het zou ons bewaren voor veel gemoedelijke godsdienst.

Deze woorden: Ik ben de Weg, wijzen ons allereerst op de noodzaak dat er een weg zou komen. Een weg van God tot de mens. Immers, de door God geschapen mens is van God afgevallen. De beelddrager Gods is een beelddrager van de vader der leugenen geworden. Het voorwerp van Gods welgevallen en van Zijn liefde werd het voorwerp van Gods toorn. Hij die leefde, wierp zich in de dood. Hij die wandelde in het licht van Gods vriendelijk aangezicht, wierp zich in de duisternis. Hij die begeerde goed te doen, heeft begeerd als God te zijn. Om niet meer het goede te doen, maar om zelf te bepalen wat goed en kwaad is. O Godonterende, hemeltergende val! De weg tot God is nu afgesloten. We lezen in Gen. 3:24 En Hij dreef den mens uit, en stelde cherubs tegen het oosten des hofs van Eden, en een vlammig lemmer eens zwaards, dat zich omkeerde, om te bewaren den weg van den boom des levens. Het zwaard van Gods gerechtigheid staat tussen de mens en de weg van de boom des levens. De mens kan niet naderen tot het leven. Het is een afgesloten weg. Dat vlammige lemmer eens zwaards wijst ons erop dat God een verterend Vuur en een eeuwige Gloed is, in Zijn wil en Zijn vaste voornemen om de zonden te straffen. Dat het lemmer eens zwaards zich omkeert bepaalt ons erbij dat God niet zal rusten voordat aan Zijn gerechtigheid genoeg gedaan is. Hij zal niet rusten. Het zwaard moet straffen. Het zwaard moet doden. Onbekeerde zondaar, wanneer u sterft in uw onbekeerlijkheid zult u weten wat dit zwaard inhoudt.

Maar Christus heeft Zich aan Zijn Vader aangeboden om de Weg te zijn, waardoor Gods Kerk bij God zou terugkeren. Hij is de eeuwige Weg, Hij is de oude Weg. Vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij, en wandelt daarin; zo zult gij rust vinden voor uw ziel (Jer. 6:16). Hij is de Weg bij God vandaan gebaand, voor de tijden der eeuwen. Hij heeft Zich van eeuwigheid bereid verklaard de Naam van Zijn Vader te verheerlijken op aarde. Ik kom om Uw wil te doen, Ik kom om onder Uw wraakzwaard te bukken. Ik kom om Uw straf te dragen, o Vader. Ik kom om met Mijn leven te betalen voor de schuld van de kinderen die Gij Mij gegeven hebt. Zo zal Ik de gebaande Weg zijn, de verheven Weg, de heilige Weg.

Hij heeft de weg gebaand, de weg ingewijd door Zijn vlees te geven. O, Hij is gekomen als de plaatsbekledende Borg en Middelaar om in de plaats van Zijn Kerk tot zonde gemaakt te worden, om in de plaats van Zijn Kerk tot een vloek gesteld te worden. Hij is de Weg, omdat Hij alle eisen van Zijn Vader volkomen vervuld heeft. Hij heeft de vloek van Zijn Kerk weggedragen, Hij is de dood van Zijn Kerk gestorven. Een wonder van eeuwige liefde Gods. Daartoe moest Hij nu God en Mens zijn. Mens, om te kunnen lijden en sterven, maar ook God, opdat Hij in Zijn mensheid de eeuwige dood zou kunnen sterven. O, die Goddelijke kracht van de Middelaar, die Goddelijke gewilligheid, die Goddelijke natuur.

Voor wie is Hij de Weg? Voor de Zijnen. Degenen die God Hem gegeven heeft. Zijn uitverkorenen. Zijn Kerk, Zijn kinderen, Zijn schapen. Naar Gods aanbiddelijke eeuwige soevereiniteit, waar Hij anderen voorbijging, heeft Hij de verkorenen in Zijn hand gegeven om hen vrij te kopen. En zij zijn het die wedergeboren worden. Ze worden door Gods Geest aangeroerd. Ze worden opgewekt uit hun geestelijke doodstaat.

Hoe leren die mensenkinderen zich kennen? Als degenen die de rechte weg verlaten hebben en daarom de weg betreden naar het eeuwige verderf. Maar ze weten er ook van dat er bij hen geen weg terug is. O, ze zijn zo vastgelopen met alles. Ze hebben het geprobeerd om terug te kruipen, om een weg te vinden om het weer goed te maken met God. Maar al die wegen zijn in de dood geƫindigd. Het werd een verloren zaak. Waar God Zijn wraakzwaard openbaarde en hen ervoor ging inwinnen dat God wilde dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiedt was het voor hen kwijt. Daar ver loren zij hun leven. Maar daar opende zich een weg waar geen weg meer was. God baande door de woeste baren en brede stromen hun een pad. De Weg ten leven geopend in Hem Die in onze woorden zegt: Ik ben de Weg. Mijn weg eindigde in de dood, opdat degenen voor wie alle wegen in de dood eindigen in Mij het leven zouden vinden. En die in Hem het leven vinden zullen door Hem thuisgebracht worden, in het huis van Zijn hemelse Vader!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's