Ontnomen vrijheid

Met ontzetting en afschuw is er in de media gereageerd op de moord op Samuel Paty. Deze Franse docent werd door een islamiet onthoofd omdat Paty in zijn les spotprenten had laten zien aan zijn leerlingen. Minister Slob verzocht de scholen hier op maandag 2 november aandacht aan te besteden. De grondwettelijke vrijheid van meningsuiting was in het geding. Iedereen moet kunnen zeggen wat hij wil. Docenten moeten dus ook spotprenten met hun leerlingen kunnen bespreken.

’Docenten moeten in vrijheid en veiligheid hun werk kunnen doen zodat onze kinderen en jongeren zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige burgers die kunnen samenleven in een land dat wordt gekenmerkt door vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit’, aldus de minister. De vlag ging om die reden op veel plaatsen halfstok en op veel scholen werd een minuut stilte gehouden.

Een week later werd er opnieuw met ontzetting en afschuw gereageerd in de media. Ditmaal omdat in het dagblad Trouw twee twintigers terugkijken op hun schooltijd. Er werd gesteld dat jongeren met homoseksuele gevoelens zich op een reformatorische school niet veilig voelden. Ook werd gesteld dat ouders bij de aanmelding op school een verklaring moeten ondertekenen waarin ze homoseksualiteit afwijzen.

Dit artikel werd het hoofdthema van het debat in de Tweede Kamer, wat ging over het thema Burgerschap.

Burgerschap

Burgerschap is voor het reformatorisch onderwijs een belangrijk thema. Leerlingen en studenten worden immers voorbereid op het functioneren in de samenleving. Op school wordt met respect gesproken over de Nederlandse basis waarden en over de andersdenkende medemens, maar de school laat zich wel leiden door de Bijbelse waarden.

Recent heeft de onderwijsinspectie onder een aantal scholen een burgerschapsonderzoek uitgevoerd. Hierbij is nadrukkelijk aandacht besteed aan het thema ’seksuele diversiteit’.

De conclusie van de inspectie over reformatorische scholen was positief: ze werken binnen de wettelijke kaders en nemen hun bur­gerschapsopdracht serieus. De inspectie constateerde reeds eerder, bij monde van prof. dr. A.B. Dijkstra, dat reformatorische scholen een goede uitgangspositie hebben om het thema Burgerschap handen en voeten te geven.

Het liefhebben van de naaste is gelukkig geen vreemde taal voor een school waar de Bijbel centraal staat. Desondanks brak er vorige week een storm van kritiek los. Hoewel men een groot voorstander is van de vrijheid van meningsuiting, worden bepaalde standpunten niet meer geaccepteerd. Met afschuw werd er gereageerd op de identiteitsverklaring die gebruikt zou worden binnen het reformatorisch onderwijs.

De Bijbelse visie op huwelijk en seksualiteit wordt in het huidige identiteitsdocument helder en ook zorgvuldig verwoord. Het woord homoseksualiteit wordt daarbij overigens niet gebruikt. Minister Slob heeft geprobeerd uit te leggen dat dit alles binnen de kaders van de vrijheid van onderwijs valt, maar het mocht niet baten. Wanneer de wet toelaat dat scholen zich uit mogen spreken tegen een homoseksuele levenswandel, dan zal de wet moeten worden aangepast!

Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer wil artikel 23 van de grondwet afschaffen of aanpassen.

Tijdgeest

De reactie op de uitspraken van Slob is op zichzelf genomen opmerkelijk. De identiteitsverklaringen zijn niet nieuw, en ze zijn in 1988 en 2007 zelfs bij de rechter aangevochten. Die oordeelde dat de identiteitsverklaringen onder de vrijheid van onderwijs vallen, mits scholen ze consequent door alle ouders laten ondertekenen. Ook is de Bijbelse visie op seksualiteit bepaald niet nieuw. Maar de tijdgeest verandert: homo-emancipatie staat op de politieke agenda. En de vrijheid van het individu wordt steeds belangrijker gevonden, ten koste van die van de groep. Daarmee staat ook de vrijheid van onderwijs steeds meer onder druk. Het ruim honderd jaar oude artikel is bedoeld om te waarborgen dat ook minder heden het recht hebben om scholen te stichten die bij hun identiteit passen. Het artikel beschermt de minderheid tegen het juk van de meerderheid, maar de maatschappelijke steun voor religieuze minderheidsstandpunten slinkt razendsnel.

Veiligheid

In het bovengenoemde burgerschapsdebat, maar ook naar aanleiding van de dood van Samuel Paty die spotprenten toonde, was er veel aandacht voor veiligheid op school. Op reformatorische scholen geldt de stelregel dat haat, geweld of seksueel getinte grapjes niet zijn toegestaan. Een medemens wordt integer en begripvol tegemoet getreden. Van niemand mag een bespottelijke karikatuur geschetst worden. Daarom gebruiken reformatorische scholen geen spotprenten als lesmateriaal.

De Bijbel is niet onduidelijk over seksualiteit en de verwording daarvan door de zondeval. Leraren op reformatorische scholen belichten dit onderwerp vanuit verschillende Bijbelse geschiedenissen die daar aanleiding toe geven. Er is dan gelegenheid tot het stellen van vragen en het voeren van een gesprek over deze onderwerpen. Daarbij moeten we ons altijd voor ogen houden dat er onderscheid moet zijn tussen het beoordelen van de zonde enerzijds en van de zondaar anderzijds.

De kern van het schoolklimaat op elke reformatorische school is dat er een zorgvolle en liefdevolle schoolomgeving is, waarin elke leerling, ongeacht zijn of haar seksuele gerichtheid, zich veilig voelt. Niemand mag getreiterd worden, net zomin als wijzelf getreiterd willen worden.

De Bijbel geeft ons bij monde van Jezus de volgende opdracht: En gelijk gij wilt, dat u de mensen doen zullen, doet gij hun ook desgelijks (Luk. 6:31).

Respect

Laat duidelijk zijn dat we de zonden nooit goed mogen praten, op geen enkele wijze. Integendeel, we moeten de zonde volstrekt afwijzen. Dat eist Gods Woord van ons. Maar datzelfde Woord eist van ons dat we onze naaste lief moeten hebben als onszelf. Dat houdt respect in voor elk mens, dus ook voor een islamiet of een homofiel.

We vragen hier nadrukkelijk aandacht voor, omdat onze gezindte hierin niet altijd ten goede uitblinkt, om het maar voorzichtig uit te drukken. Wat kunnen we respectloos spreken over en handelen met onze medemens!

Als we slechts een klein beetje zelfkennis hebben, hebben we genoeg aan onszelf en zullen we geen behoefte hebben om een ander te veroordelen of te beschadigen. Denk aan de woorden van Jezus tot de mensen rondom de overspelige vrouw: Die van ulieden zonder zonde is, werpe eerst den steen op haar (Joh. 8:7). De kanttekeningen noemen bij ’zonder zonde’ ook: die meent dat hij niet zou kunnen vallen. Zijt niet hooggevoelende, maar vrees (Rom. 11:20b).

Laten we het kruis van degenen die worstelen met hun eigen gevoelens niet verzwaren, maar hen begripvol tegemoet treden en gedenken in onze gebeden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen