De heilige oorlog (69)

De Prins stemt met het verzoek in. Met blijdschap wordt dat aan de inwoners meegedeeld.

Voorbereidingen

De inwoners van Mensziel gaan haastig aan de slag met het verzamelen van takken van groene bomen en van bloemen uit de weilanden. Ze bestrooien daarmee de straten in verband met de intocht van de Zoon van Koning El-Schaddaï. Ze vlechten ook bloemenslingers en maken fijne bloemstukjes. Daarmee laten ze zien hoe blij ze zijn met de komst van Immanuël. Omdat de Prins naar het kasteel gaat, wordt de hele weg van de Oogpoort tot het kasteel versierd. Er wordt ook nagedacht over de muziek die gespeeld kan worden als de Prins in het paleis komt wonen.

De intocht

Op het afgesproken tijdstip nadert de Prins de stad. De poorten worden voor Hem opengezet. De voornaamste inwoners staan gereed om Hem duizend keer welkom te heten. Zo trekt de Prins de stad binnen, samen met Zijn dienaren. Tijdens de tocht naar de poorten van het kasteel dansen de voornaamsten voor Hem uit. De Prins is gekleed in Zijn gouden wapenuitrusting, Hij rijdt in Zijn koninklijke koets, de trompetten klinken, de vlaggen wapperen, Zijn tienduizenden dienaren volgen Hem op de voet, vooropgegaan door de dansende stadsoudsten.

De verheugde burgers verdringen zich op de stadsmuur om de komst van de Prins en Zijn koninklijke leger met eigen ogen te zien. Overal staan alle soorten van mensen te kijken hoe de stad wordt vervuld met het goede: achter de ramen, op de balkons en op de daken van de huizen.

Als de Prins is gekomen bij het huis van de secretaris, geeft Hij bevel dat kapitein Geloof gevraagd moet worden of het kasteel gereed is voor Zijn koninklijke aanwezigheid. Dat blijkt zo te zijn. Kapitein Geloof krijgt de opdracht om met zijn soldaten naar buiten te komen, waar hij de Prins ontmoet en het kasteel in brengt. Die nacht logeert de Prins, tot grote blijdschap van Mensziel, met Zijn kapiteins in het kasteel.

De inkwartiering

Nu moet er gezorgd worden voor een goed verblijf van de kapiteins en hun mannen. Ze zullen verdeeld worden over de woningen. Iedereen ziet zo hoog op tegen de Prins en Zijn mannen, dat ze het jammer vinden dat ze niet meer mannen kunnen bergen. Men zou het liefst alle soldaten een plek geven in zijn eigen huis. Ze zien het als een eer om als lakeien op te treden die de soldaten op hun wenken bedienen. Uiteindelijk worden de kapiteins als volgt verdeeld ¹ :

1. Kapitein Onschuld wordt ingekwartierd bij de heer Argument ² .

2. Kapitein Geduld komt in huis bij de heer Gedachte ³ . Deze burger is een van de voormalige bedienden van de heer Vastewil.

3. Besloten wordt kapitein Liefde onder te brengen bij de heer Genegenheid ⁴ .

4. Kapitein Goede Hoop wordt ingekwartierd bij de burgemeester.

5. Stadssecretaris Geweten wil graag dat de kapiteins Boanerges en Overtuiging met hun mannen bij hem in huis komen. Zijn huis staat immers vlak bij het kasteel waar de Prins verblijft, Die gezegd heeft dat Geweten in geval van nood alarm moet slaan.

6. De heer Vastewil neemt de kapiteins Oordeel en Strafoefening in huis. Hij zal met zoveel inzet het welzijn van de stad zoeken, zoals hij dat eerder als dienaar van de tiran Diábolus tot verderf van de stad heeft gedaan.

7. De rest van de troepen van Immanuël wordt over de overige woningen verdeeld. Alleen kapitein Geloof blijft in het kasteel wonen.

De terugkeer van Immanuël

Je ziet het als het ware voor de ogen gebeuren, zoals Bunyan de terugkeer van de Prins beschrijft. Als Christus Zijn intrek neemt in het hart van een zondaar, dan is het een toebereid hart waar plaats is voor Hem. Bunyan beschrijft het als een feestelijke gebeurtenis, waar ook uiterlijke tekenen van blijdschap gezien worden. Bij Zijn terugkeer in het hart krijgen niet alleen onschuld, geduld, geloof, hoop en liefde, maar ook overtuiging, oordeel en strafoefening een plaats. Ook nu weer kunnen maar enkele zaken aangestipt worden.

Geestelijke vreugde

Toen de Heere Jezus in de laatste week voor Zijn sterven Zijn intocht in Jeruzalem hield, werd de weg voor Hem geplaveid met jonge takjes, die van de bomen waren gehaald ⁵ . Zo wordt de ziel gereed gemaakt voor Zijn komst. Bloemen en mooie bloemstukjes geven nog meer kleur aan het geheel. De bloemen worden gezien in het land (Hoogl. 2:12a). ’Dit is een beschrijving der lente; geestelijk verstaan zijnde, betekent het de wederoprichting der kerk, nadat de zwarigheden verdwenen zijn’ (kantt. 40). Het zag er feestelijk uit, een koninklijke intocht waardig.

Het geheel wordt omlijst met vrolijke muziek, zoals ook David heeft laten klinken toen hij de ark opbracht naar Jeruzalem. Ook vergaderde David gans Israël te Jeruzalem, om de ark des HEEREN op te halen aan haar plaats, die hij haar bereid had. (…) En David zeide tot de oversten der Levieten, dat zij hun broeders, de zangers, stellen zouden met muziekinstrumenten, met luiten en harpen en cimbalen, dat zij zich zouden doen horen, verheffende de stem met blijdschap (1 Kron. 15:3 en 16).

Maar nog dieper ging de blijdschap bij David, toen hij als een jong lam huppelend en springend voor de ark uitging. Het was een uiting van heilige, geestelijke vreugde, die de Heilige Geest in zijn hart werkte (zie kantt. 31 bij 2 Sam. 6:4).

Christus neemt Zijn intrek

Dan is daar het grote moment: Christus neemt intrek in de ziel. Het oog ziet Hem, het oor hoort Zijn stem. De Koning is binnen. Heft uw hoofden op, gij poorten, en verheft u, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga. Wie is de Koning der ere? De HEERE, sterk en geweldig; de HEERE, geweldig in den strijd. Heft uw hoofden op, gij poorten, ja, heft op, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga (Ps. 24:7-9) ⁶ .

Vervuld met Gods deugden

Geloof, hoop en liefde vervullen het hart. En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie (1 Kor. 13:13a). Waarom deze drie? De kanttekeningen geven het antwoord: ’Dat is, hebben wij van node dat al deze drie deugden in ons zijn en blijven. Want zonder geloof kunnen wij niet gerechtvaardigd worden en is het onmogelijk Gode te behagen; en zonder hoop kan het geloof niet staande blijven, en door de liefde moet het geloof werkzaam zijn’ (kantt. 57). Verstand, wil en genegenheid worden hierdoor vernieuwd, verlost uit satans dienst en gebracht onder Gods dienst. Want gelijk gij uw leden gesteld hebt om dienstbaar te zijn der onreinheid en der ongerechtigheid tot ongerechtigheid, alzo stelt nu uw leden om dienstbaar te zijn der gerechtigheid tot heiligmaking (Rom. 6:19).

De taak van het geweten

Het geweten wordt niet uitgeschakeld, maar krijgt een belangrijke taak. Zoals vroeger een matroos boven in het kraaiennest van een zeilschip zat om alarm te slaan bij het naderen van een kaper, moet ook het geweten zich laten horen als er gevaar dreigt. Indien nodig, zal toch weer de donderende stem van overtuiging moeten klinken. Al is Christus in de ziel, de satan zal alles op alles zetten om de ziel weer tot ongeloof te brengen. Waakzaamheid blijft geboden.

We besluiten dit artikel met een tekst die Bunyan als een kanttekening bij deze geschiedenis heeft geplaatst, een wens waarvan we mogen vragen of die bewaarheid wordt in ons aller hart: Opdat Christus door het geloof in uw harten wone en gij in de liefde geworteld en gegrond zijt (Éf. 3:17).

Noten

1. Het vertalen van de Engelse namen van de stadbewoners is vanwege de verschillende mogelijkheden niet eenvoudig. Daarom worden bij elke naam enkele mogelijkheden weergegeven. De genoemde namen kunnen anders zijn dan in de oorspronkelijke vertaling is te vinden. Dat is gedaan vanwege de betekenis die we tegenwoordig hechten aan bepaalde woorden, wat niet wil zeggen dat de gemaakte keuzes ook de beste zijn. Er worden verschillende mogelijke betekenissen genoemd, zodat ieder een beeld kan vormen van wat Bunyan zou kunnen bedoelen.

2. Het Engelse woord ’reason’ is onder andere te vertalen als reden, argument, verstand, oorzaak.

3. Het Engelse woord ’mind’ is onder andere te vertalen als geest, gedachte, mening, verstand, gemoed, ziel.

4. Het Engelse woord ’affection’ kan vertaald worden als genegenheid, aandoening, invloed, emotie, neiging.

5. Zie Matth. 21:8, Mark. 11:8, Joh. 12:13.

6. Psalm 24 heeft David geschreven toen hij de ark naar Jeruzalem liet brengen. Het is tevens een beeld van Christus’ hemelvaart.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen