Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Groot denken, klein doen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Groot denken, klein doen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In alle delen van Nederland zijn de scholen gesloten voor de grote zomervakantie. Op een aantal plaatsen wordt al jarenlang traditiegetrouw een vakantiebijbelschool of vakantiebijbelweek georganiseerd. Ook dit jaar gebeurt dat weer op meerdere plaatsen. Het succes van deze activiteiten wordt meer dan eens afgemeten aan het aantal kinderen dat een of meer dagen meedoet. Maar is zo kijken en denken wel in lijn met het wezen van het Koninkrijk?

‘Wie groot wil denken in de kerk zal vooral oog moeten krijgen voor Jezus Christus’

‘Naarmate de menselijke relaties intenser en warmer worden, ontstaat er meer ruimte om het Evangelie uit te dragen’

In het normale leven kunnen we niet zonder statistieken. Ik maak er zelf ook dankbaar gebruik van. Toen het aantal coronapatiënten op de intensivecareafdelingen tot ver boven de duizend was gestegen volgde ik de grafieken van dag tot dag. Met grote opluchting zag ik na verloop van tijd de curves naar beneden afbuigen en een aantal weken later onder de honderdgrens duiken. Toen was ‘de lol’ eraf en heb ik mijn aandacht verlegd. Nu er een tweede golf dreigt aan te komen wordt mijn belangstelling weer aangewakkerd.

Klein denken

In een bezinning op een onderwerp als ‘evangelisatie in de zomer’ kunnen zich de vragen over aantallen, successen en effecten zo aan ons opdringen dat we het er warm van krijgen. Is het wel verantwoord om met een team van twintig vrijwilligers een vakantiebijbelschool te organiseren als er maar vijf kinderen op afkomen? En als het er vorig jaar dertig waren en dit jaar twintig, is er dan iets in de voorbereidingen misgegaan? Sprak de advertentie niet aan? Hadden de flyers beter op maandag verspreid kunnen worden? Wat doen we verkeerd en wat moet er anders? Ook binnen het meer geëigende kerkelijke leven wordt de vraag naar de effectiviteit veelvuldig gesteld. Is het nog wel verantwoord om een gastpredikant te laten voorgaan in de middagdienst als er maar twintig leden aan de dienst deelnemen? Kost het laten branden van de kachel niet meer dan de collecte voor de eredienst opbrengt? Is het wel te verdedigen dat het kerkgebouw maar tien uur in de week gebruikt wordt voor kerkdiensten en het overgrote deel van de week op slot gaat en ongebruikt leeg staat?

Hiermee zeg ik niet dat de vraag naar de effectiviteit van wat we doen in het geheel niet gesteld mag worden, ons kerkzijn nooit meer bijgesteld mag worden en we ‘domweg’ door moeten gaan met de activiteiten die we soms decennialang gedaan hebben. Waar ik wel de vinger bij wil leggen is dat we soms zo lang wikken en wegen waar het zaad het beste gezaaid kan worden, dat we aan het zaaien niet toekomen. Gaandeweg gaan we zo steeds kleiner denken van God, terwijl Hij ons oproept om vooral groot te denken!

Groot denken

Wie groot wil denken in de kerk zal vooral oog moeten krijgen voor de Here Jezus Christus en zich hebben te spiegelen aan de manier waarop Hij Zijn werk heeft gedaan. De gebeurtenissen waarbij Jezus voor heel grote groepen mensen optrad zijn op een hand te tellen. De meest in het oog springende voorbeelden zijn de bijeenkomsten bij het meer van Galilea waarbij de honger van duizenden mensen met een paar gebroken broden gestild werd, een bruiloft waar water in wijn veranderd werd en de intocht in Jeruzalem. Het merendeel van de keren zien we Jezus in gesprek met enkele, vaak zelfs meer dan gemiddeld eenzame mensen. Als Jezus lijdt aan het kruis is er een grote menigte die op veilige afstand toekijkt. Maar ook dan heeft Jezus oog voor de enkeling, zoals Zijn moeder, de apostel Johannes en de moordenaars die naast hem hangen. Na Zijn opstanding zoekt Hij allereerst individuele mensen op en niet de grote groepen. Hij rent niet naar het tempelplein om Zijn gelijk te halen. Het gaat Hem eerst en vooral om de mensen die Hij in de ogen wil kunnen kijken. Hebben wij nog meer nodig om in Zijn schaduw de omslag te maken en groot te gaan denken?

Klein doen

Het is niet ondenkbaar dat wie geleerd heeft groot te denken over Jezus, de fout begaat om het kleine doen dat daarop volgt te bagatelliseren: ‘Jezus is koning en Hij regeert. Hij heeft geen mensen nodig en als Hij die paar kinderen bereiken wil kan Hij dat ook zonder vakantiebijbelschool. Hij is machtig genoeg om zonder de tussenkomst van anderen mensen tot Hem te bekeren.’ Er is geen ouder die stenen geeft aan kinderen die honger hebben. Zo wil toch ook niemand weglopen voor de verantwoordelijkheid om – al is het in het klein – het Evangelie als de goede boodschap van God te zaaien? Gelukkig kan dat op zoveel verschillende manieren, dat er altijd wel een te vinden is die aansluit bij de van God gekregen gaven. Wie niet met grote groepen kinderen overweg kan, hoeft niet te proberen om in de vakantiebijbelschool voor de klas te gaan staan. Maar misschien heeft dat ene kind uit dat arme gezin wel veel meer behoefte aan een lekkere koek dan aan een theologisch loepzuiver Bijbelverhaal. Wie zo naar zijn omgeving kijkt, vindt vroeg of laat een plek om te dienen. Dat geldt voor mensen maar ook voor kerken.

Zaaien en niet maaien

Wie de gelijkenissen van Jezus leest, ontdekt dat het Koninkrijk der hemelen zeer regelmatig vergeleken wordt met een akker. Jezus is de landman en Zijn discipelen worden opgeroepen om te zaaien, te zaaien en te zaaien. Om te onderstrepen dat het oogsten niet aan de discipelen is voorbehouden, maar aan Hemzelf en Zijn hemelse Vader vertelt Jezus de gelijkenis van het onkruid tussen de tarwe (Matth. 13: 24- 30). Terwijl de dienaren van de eigenaar van de tuin staan te trappelen om het onkruid te verwijderen, krijgen ze tegen hun goede bedoelingen in te horen dat ze het onkruid met rust moeten laten. Het is aan anderen om tijdens de oogst tarwe en onkruid van elkaar te scheiden. Hoe vaker ik deze gelijkenis lees, hoe meer ik tot het inzicht kom dat ons denken over de groei van de kerk, het meten van de aantallen bezoekers van kerkelijke activiteiten en het registreren van het aantal kinderen dat een vakantiebijbelschool bezoekt, zaken zijn die meer met oogsten dan met zaaien te maken hebben. Misschien moeten we daar maar niet al te veel tijd aan besteden, om te voorkomen dat we aan het zaaien totaal niet meer toekomen.

Zoals de discipelen de opdracht kregen om te zaaien, hebben de kerken de opdracht om als christelijke gemeenschappen in deze samenleving aanwezig te zijn, de medemensen op het oog te hebben en iets te reflecteren van de liefde van Christus. Naarmate de menselijke relaties intenser en warmer worden, ontstaat er meer ruimte om de rijkdom van het Evangelie uit te dragen. Nu als gevolg van de coronacrisis de klassieke schotten in het leven – tussen werken, wonen en kerken – in een keer zijn omgevallen, staan we voor de uitdaging om christenen uit een stuk te worden. Het huis waar we wonen wordt weer het centrum van ons bestaan. De grens tussen de kerkelijke zondag, de vrije zaterdag en de vijf werkdagen daartussenin is vervaagd. In de eerste weken voelde dat uiterst ongemakkelijk. Nu we daar langer mee om hebben te gaan, biedt het nieuwe kansen.

Dat vraagt wel om goede bezinning in de kerken hoe in deze totaal nieuwe situatie er toch gezaaid kan worden. Misschien wel door het kerkgebouw niet alleen op zondag maar ook doordeweeks open te stellen voor die enkele verdwaalde (be)zoeker? Toegegeven: dan lopen we het risico dat op een onbewaakt ogenblik er iets waardevols gestolen wordt. Maar is deze crisis geen goed moment om onze huizen en onze kerken open te gooien en daarin onze medemensen als schepselen van God te verwelkomen? Nu we minder ver reizen krijgen we als vanzelf meer tijd voor de buurt en de mensen om ons heen. Die ruimte kunnen we uitstekend benutten door wat bescheiden dingen te doen. Al is het maar het bakken van wat taartjes of het helpen met het kleuren van de plaatjes voor de plaatselijke vakantiebijbelschool, of een praatje met de buurman over de schutting heen. Wie weet hoe God dit zegenen kan!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 juli 2020

De Wekker | 20 Pagina's

Groot denken, klein doen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 juli 2020

De Wekker | 20 Pagina's