Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastoraat in de gemeente (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastoraat in de gemeente (3)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Ik zou het bepleiten dat kinderpastoraat in de portefeuille zit van de kinderwerkers in de gemeente’

Pastoraat op maat

Het spreekt vanzelf dat in het pastoraat de aandacht die aan de een wordt besteed, niet noodzakelijkerwijs ook geschikt is voor de ander. Onderscheidenlijk pastoraat of pastoraat op maat van de pastorant. Dat onderscheid wordt bepaald door de verschillende geestelijke en persoonlijke situaties. Waarin uiteraard ook de verschillende leeftijdscategorieën een belangrijk woordje meespreken.

Weid mijn lammeren

Ruim tien jaar geleden ontleende de kinderboekenschrijfster Else Vlug aan dit woord van de Heiland de titel van een boek over pastoraat aan kinderen. In het kinderwerk, waarin zij actief was, kwam zij vaak in aanraking met kinderen die nood hadden aan pastorale zorg. Het waren kinderen die opgroeiden in kerkelijke gezinnen. In haar boek bepleit Else de noodzaak van kinderpastoraat. Ik ben ervan overtuigd dat de pastorale nood in de voorbije tien jaar niet minder geworden is. Het toenemende aantal echtscheidingen in kerkelijke kring is daarvan zeker een van de oorzaken. Maar ook de jacht van het leven en het daaruit voortvloeiende gebrek aan aandacht en tijd voor het kind. Kinderen boksen op tegen een wereld vol onzekerheden; vermoeide ouders, een ruziënde papa en mama, (te) hoge verwachtingen van de schoolprestaties, slachtoffer van pestgedrag enz.

Iemand vertelde dat hij als kind dikwijls speelde op de boerderij waar zijn vriendje woonde. Ze hadden daar op de boerderij ook schapen en lammetjes. Op een keer werd er een lammetje vermist. De boer en zijn knecht gingen direct op zoek. Ze vonden het in een sloot. Het was verdronken, hulp kwam te laat. Hoe kon dat gebeuren? “Nu ik ouder ben weet ik hoe dat kan gebeuren, er was geen herder”, zei hij.

Bij wie kan het kind terecht met verdriet en angst als er thuis geen luisterend oor is?

Gelukkig zijn er vaak wel een oom en tante of grootouders beschikbaar. Maar wie neemt de pastorale taak waar als de pastorant een kind is? Uiteraard is de predikant bereid om te helpen als op hem een beroep wordt gedaan. En de wijkouderling ook en bij de jeugdouderling zul je ook niet tevergeefs aankloppen. Maar is het realistisch te veronderstellen dat een jongen van een jaar of tien bij de pastorie aanbelt met zijn problemen of een meisje van die leeftijd naar de wijkouderling gaat?

Ik zou het bepleiten dat kinderpastoraat in de portefeuille zit van de kinderwerkers in de gemeente: de leiders en leidsters van de zondagsschool en van de kinderclub en de kindernevendienst. Zij zijn het die een antenne dienen te ontwikkelen voor signalen die het kind uitzendt. En vervolgens een zee van aandacht, geduld en liefde beschikbaar hebben. En heel goed luisteren, ook naar wat niet gezegd wordt. Niet te snel conclusies trekken. En zeker bereid zijn om samen met die jongen of dat meisje te bidden of de Here helpen wil. Om dat lammetje van de kudde van de goede Herder te laten ervaren dat Hij de lammetjes in Zijn arm zal vergaderen.

Jongerenpastoraat

In het verlengde van het kinderpastoraat ligt uiteraard het jongerenpastoraat. Mijns inziens is dat de belangrijkste tak van het pastoraat. Dat is altijd al zo, maar bijzonder nu in de coronacrisis. Jongeren hebben het moeilijk! Natuurlijk is er verschil tussen de een en de ander. Maar de periode van de tienerjaren is de leeftijd van de grote onzekerheid, de tijd van de vaak onbeantwoorde vragen. De tiener is aan een ontdekkingstocht begonnen waar hij dikwijls zelf bang voor is, voor wat hij zal ontdekken over zichzelf, over zijn leven en dat van zijn omgeving. De veranderingen fysiek en mentaal maken zo onzeker. Het losmakingsproces, het weggroeien van je kindertijd is ideaal en schrikbeeld tegelijk.

En wie is de pastor voor de puber? Wat is de gemeente gezegend als ze een team goede wijze jeugdouderlingen en/of jeugdleiders en -leidsters heeft. Figuren bij wie onze jongeren zich vertrouwd voelen, bij wie zij zichzelf durven zijn, bij wie zij hun hart durven uitstorten. Jeugdleiders met wie zij durven praten over hun seksualiteit en angst voor seksuele verslaving, maar ook over hun twijfel aan het bestaan van God.

Ik geloof dat de catechese ook een heel belangrijke factor kan zijn. Uiteraard is het heel erg belangrijk dat op de catechese kennisoverdracht plaatsvindt. Dat is inherent aan het gegeven van kerkelijke catechese. De jeugd van de gemeente heeft goed en grondig onderricht nodig en moet een stevige basiskennis hebben van Bijbel en geloofsleer.

Maar in een tijd waarin er zoveel op onze tieners afkomt en er zoveel jongeren (en ouderen) dreigen af te haken ben ik van mening dat er ook iets anders nodig is, namelijk pastorale catechese, waar de catecheet probeert een vertrouwenssfeer te creëren waar zijn catechisanten met hun vragen durven komen. Waar zij zich niet schamen voor twijfel en voor hun ongeloof. Ervoor uitkomen dat zij God niet eerlijk vinden, dat zij soms boos zijn op God.

Wat is het voor de ouders geruststellend als zij weten dat er in de gemeente zusters en broeders zijn waar hun pubers altijd terecht kunnen, ook ‘buiten de uren’. En waar tot in de late uurtjes gepraat wordt en gebeden.

Hoogbezoek

Ik heb het niet zelf bedacht. Op een zondag ging ik ergens voor en voorafgaande aan de dienst werd een mededeling gedaan over het huisbezoek. Maar de ouderling die de mededelingen deed sprak niet over huisbezoek; hij noemde het hoogbezoek. Dat lijkt mij de juiste aanduiding. De broeders die in de gemeente het bezoekwerk verrichten komen namens de Koning van de Kerk, Jezus Christus. Ze komen niet op inspectie, het is geen controlebezoek. De bezoekers komen om te dienen met het Woord.

De vorm waarin het bezoek gegoten wordt, is dikwijls heel verschillend. Er wordt soms voor gepleit om te beginnen met Bijbellezing en gebed. Dat is natuurlijk een prima start van het bezoek. Anderen vinden dat het gesprek wat spontaner op gang komt als er eerst tijd en ruimte is voor de gebruikelijke koetjes en kalfjes. Daar is ook niks mis mee, als die dieren maar niet het hele bezoek beheersen en er ruim aandacht is voor de wezenlijke dingen waar de broeders voor komen en waar wellicht naar is uitgezien.

Want naar huisbezoek wordt inderdaad vaak uitgezien. Het voorziet in een behoefte en is zeker geen bezoeking, zoals weleens gesuggereerd wordt. Als er gelegenheid is om van hart tot hart te praten over je verhouding tot de Here, en hoe de ’s zondagse preken worden ervaren als stimulans om de Here te dienen en als voeding voor het geloof. Het is mooi als er uitwisseling is van ervaringen, zeker ook met betrekking tot wat je leert in de preken. En natuurlijk ook wat je leert in je persoonlijk Bijbellezen. Wat kan het goeddoen als je merkt dat de broeders oprechte belangstelling hebben voor jouw situatie. Dat er aandacht is voor je gezinsomstandigheden, voor je eventuele huwelijksproblemen, voor je werk of het feit dat je geen werk hebt en de financiële consequenties daarvan. Het is fijn te merken dat zij meelevend op de hoogte zijn van jouw en jullie leven. Wat

is het heerlijk als er pastorale aandacht voor je is, waardoor je je verbonden weet met de broeders die namens de Koning op bezoek zijn. En die bovendien de hele gemeente vertegenwoordigen. Wat is het een geweldige zegen als je aan het einde van de avond samen de Here kan danken voor het broederlijk en zusterlijk gesprek over Gods werk en Zijn koninkrijk. Wat is zo’n avond opbouwend. Om naar uit te zien, toch? Het schijnt vaak voor te komen dat de broeders onderweg naar huis nog dankbaar napraten over het bezoek dat zij hebben gebracht.

Een huisbezoek kan ook totaal de mist ingaan, zodat je het gevoel hebt dat het een totaal mislukte avond was. Dat het voor beide partijen een bezoeking was. Daarover in de volgende en laatste aflevering van de reeks ‘Pastoraat in de gemeente’.

‘Mijns inziens is het jongerenpastoraat de belangrijkste tak van het pastoraat’

‘Naar huisbezoek wordt vaak uitgezien. Het voorziet in een behoefte en is zeker geen bezoeking, zoals weleens gesuggereerd wordt’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 2021

De Wekker | 24 Pagina's

Pastoraat in de gemeente (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 2021

De Wekker | 24 Pagina's