Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De opstanding van het lichaam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De opstanding van het lichaam

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Elke zondag belijden wij met de kerk der eeuwen de wederopstanding van het vlees. Het is een geloofsbelijdenis. Wij belijden de opstanding van het lichaam in een wereld waarin de dood het einde lijkt te zijn. Voor velen is de dood ook het einde, maar juist Gods kerk belijdt dat er meer is dan de dood dankzij de opstanding van Christus uit de doden.

Met de kerk der eeuwen belijden wij hoe het werk van Christus ook zijn betekenis heeft voor het lichaam. Het lichaam is immers ook door God geschapen. God heeft de mens met ziel en lichaam geschapen. God heeft de mens geformeerd uit het stof van de aarde en in zijn neusgaten de adem van het leven geblazen (Gen. 2: 9). Wij mogen deze twee nooit los van elkaar zien. De mens is lichaam en ziel. Ook van de mens heeft God gezegd: En zie, het was zeer goed. De mens is geschapen om God te dienen en te loven met ziel en lichaam beide.

Overwaardering

Er zijn mensen die vergeten dat ze een ziel hebben en alle aandacht besteden aan hun lichaam. We leven in een tijd waarin heel sterk de nadruk ligt op hoe je eruitziet. Het uiterlijk is erg belangrijk, want dat bepaalt vaak hoe je in eerste instantie bij mensen overkomt. Een mooi uiterlijk heeft aantrekkingskracht. Overal kun je vandaag terecht om aandacht te besteden aan je lichaam. Een wellnesscentrum of een fitnesscentrum is voor velen een soort heiligdom geworden omdat het lichaam zo belangrijk is geworden dat alle tijd en energie erin gaat zitten om er zo aantrekkelijk mogelijk uit te zien. Zo kun je nog eens wat van je laten zien op social media en tel je mee. Je kunt het lichaam dus overwaarderen. Maar wat heb je aan de schoonheid van het lichaam als je schade zou lijden aan je ziel?

Onderwaardering

Er leeft hier en daar ook wel de gedachte dat het lichaam niet zo belangrijk is. Het gaat om de redding van de ziel. Het gevaar is dan ook aanwezig dat vergeten wordt dat de Heere ook de Schepper is van het lichaam en zeggenschap heeft over het lichaam. In de dagen van de apostel Paulus leefden ook al zulke gedachten.

In die tijd waren ook lera ren die verkondigden dat het om je ziel ging. Het lichaam is aards en laag en van veel minder belang. Hoe je met je lichaam omging, was niet belangrijk. Die scheiding tussen ziel en lichaam zorgde er zelfs voor dat je met je lichaam alles kon doen. De apostel Paulus ziet hoe ook voor de christelijke gemeente hier een gevaar dreigt. Het kan zomaar gebeuren dat je gaat denken dat zondigen met je lichaam niet zo erg is, want je lichaam sterft toch.

Tempel

In 1 Korinthe 6 gaat Paulus in op de betekenis van het lichaam. Het lichaam is voor de Heere en de Heere voor het lichaam. ‘Weet u niet dat uw lichamen leden zijn van Christus?’ (1 Kor. 6: 15).

Het lichaam is een tempel van de Heilige Geest. Paulus schrijft in dit verband over hoererij, over zonden waarbij nadrukkelijk het lichaam betrokken is.

Maar een christen moet er vooral van doordrongen zijn dat het lichaam een tempel van de Heilige Geest is. De Heilige Geest woont in de gelovige en maakt van het lichaam een tempel, waar Hij het voor het zeggen heeft.

Christus heeft de Zijnen gekocht met ziel en lichaam. Hij heeft er de dure prijs van Zijn bloed voor betaald. ‘Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn’ (1 Kor. 6: 20).

Een christen dient God met zijn hele mens-zijn, met ziel en lichaam beide.

Scheiding

Maar we weten hoe het lichaam aan de vergankelijkheid onderworpen is.

De schoonheid en de kracht van onze lichamen zijn tijdelijk. We krijgen er vroeg of laat allen mee te maken. Een ziekte kan je lichaam aantasten en slopen. Bij het ouder worden komen er steeds meer gebreken. Ten slotte komt het sterven waarin alle kracht en leven uit ons lichaam gaat. Bij het sterven komt er een scheiding van de ziel en het lichaam. Wij belijden met onze Heidelbergse Catechismus in zondag 22 dat na dit leven onze ziel direct tot Christus haar Hoofd wordt opgenomen. Paulus schrijft in zijn brief aan de Filippenzen dat hij verlangt om ontbonden te worden en met Christus te zijn (Fil. 1: 23). Sterven betekent voor de gelovige met Christus zijn. Maar zover is het nog niet voor het lichaam.

Begraven

Het lichaam wordt na het sterven begraven. Een begrafenis is aangrijpend.

Wie een geliefde begraaft, beseft ook hoeveel je van iemand hebt gehouden zoals hij of zij was, met lichaam en ziel beide. Het is een ontluistering. Het door God geschapen lichaam is vergankelijk.

De zonde trekt zijn diepe sporen hier op aarde. Paulus spreekt hierover in 1 Korinthe 15. Het lichaam dat begraven wordt, wordt begraven in verderfelijkheid, oneer en zwakheid. Juist dan zien we heel sterk welke gevolgen de zonde heeft. Onze opstand tegen God heeft ons in de dood gebracht, de geestelijke en de lichamelijke dood. Van tijd tot tijd staan wij bij een graf waarin het lichaam van een geliefde of bekende begraven wordt. Tot het moment komt dat wij zelf sterven en ons lichaam ook naar het graf gedragen wordt om begraven te worden. Hier komt nu een levensgroot verschil aan het licht in het Evangelie: tussen hen die van Christus zijn en hen die niet van Christus zijn.

De dood is voor een christen niet langer de betaling van de zonde. De lichamelijke dood is de straf op de zonde.

Maar Christus heeft voor de Zijnen ook die straf gedragen. Zijn dood was de kruisdood. Hij heeft de vloek en de straf weggenomen door Zijn sterven. Hij heeft met Zijn kruisdood het offer aan God gegeven tot verzoening van alle zonden. Er is betaald door Christus. De dood is niet langer meer een betaling voor de zonde, maar een doorgang tot het eeuwige leven (antw. 42, zondag 16, HC).

Wachtkamer

Het graf verandert van karakter voor de christen. Hier wordt het aardse lichaam afgelegd. Paulus klaagt in Romeinen 7: 24 over het lichaam van deze dood.

Wij zondigen met ziel en lichaam beide. Het is kenmerkend voor ons aardse bestaan. Een christen kent de tweestrijd tussen de oude en de nieuwe mens. Wanneer ik het goede wil doen, ligt het kwaad bij mij. Het is een wetmatigheid zolang wij hier op aarde leven.

Nu sterft ook de oude mens voorgoed af, wanneer ik sterf en mijn lichaam begraven wordt. Het graf is de plaats waar ik de zonde voorgoed achter mij laat. Maar dat is niet het einde van het lichaam. Wij zaaien het lichaam van Gods kinderen in de aarde. Begraven is zaaien. Daarom is begraven Bijbels en ligt dat bij cremeren toch anders.

Zaaien betekent dat er weer een oogst op handen is. Als je een graankorrel zaait in de aarde, komt er straks een hele aar uit. De graankorrel sterft af, maar hij draagt wel vrucht. Ja, de aar is veel meer dan de graankorrel die gezaaid is. Daar zien we naar uit. Tot de dag van de wederkomst van Jezus is het graf een wachtkamer. Wie in een wachtkamer zit, wacht tot hij geroepen wordt en wordt binnengelaten. Het lichaam is begraven in het graf en wacht op de roepstem van Christus, want het uur komt dat allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen en zullen uitgaan (Joh. 5: 28-29).

Heerlijkheid

We kunnen erop rekenen dat het er niet minder op wordt. Het lichaam wordt gezaaid in verderfelijkheid, oneer en zwakheid. Maar het wordt opgewekt in onvergankelijkheid, eer en kracht. Een natuurlijk lichaam, getekend door de zonde, wordt er gezaaid. Een geestelijk lichaam wordt opgewekt. Het is voor ons niet in te denken of te bevatten hoe dat precies zal zijn. Maar duidelijk is het wel: wij krijgen een lichaam dat geen spoor van de gevolgen van de zonde met zich draagt, maar een verheerlijkt lichaam. Waarom kunnen wij ervan op aan dat dit vast en zeker zal gebeuren? Het antwoord geeft de apostel Paulus: ‘Maar nu, Christus is opgewekt en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn’ (1 Kor. 15: 20). Christus is opgewekt. Hij heeft de macht van de dood van binnenuit overwonnen. Hij is opgewekt door Zijn Vader. Hij is de Eerste. Maar Hij blijft niet de Enige. Allen die van Hem zijn, zullen met Hem levend gemaakt worden en worden opgewekt in heerlijkheid. De opstanding van Christus is een onderpand van onze opstanding in heerlijkheid. Wat een troost en vooruitzicht voor allen die van Christus zijn! Wanneer wij hier de zwakheid van het lichaam ervaren door ziekte, door een handicap, door een beperking, zuchten wij meer dan eens. Wat is er ook een last te dragen in dit leven. Je lichaam wordt aangetast door kanker, er volgen chemokuren of bestralingen met alle gevolgen soms van dien. Wat wordt er pijn geleden door kinderen die ziek zijn, jongeren die door ziekte of een ongeluk blijvend beperkt zijn, ouderen die aftakelen, lichamelijk of mentaal. Maar wij zuchten met reikhalzend verlangen, in de verwachting van de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van ons lichaam (Rom. 8: 23).

Met lichaam en ziel

In het Oude Testament horen we ook al het getuigenis van de opstanding van het lichaam. In het Nieuwe Testament wordt door de opstanding van Christus ons met nog meer duidelijkheid zicht gegeven op de opstanding van het lichaam. Job getuigde al dat zijn Verlosser leeft en dat Hij zal opstaan uit het stof. Hier zingt Job het lied van de opstanding: ‘En als zij na mijn huid dit doorknaagd hebben, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen. En ik zal Hem zelf aanschouwen en mijn ogen zullen Hem zien en niet een vreemde’ (Job 19: 25-27). Gods kinderen zullen met lichaam en ziel worden opgewekt en eeuwig God verheerlijken. ‘Het is nu nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard is, wij Hem gelijk zullen zijn, want wij zullen Hem zien zoals Hij is’ (1 Joh. 3: 2). Ons wordt hier een tipje van de sluier opgelicht. In het Nieuwe Jeruzalem zal niemand meer zeggen: Ik ben ziek. Alle dingen zullen nieuw zijn. God zal alle tranen van de ogen afwissen. De dood zal er niet meer zijn.

We zullen voor eeuwig zijn zoals God ons bedoeld heeft. Wij zullen het beeld van de laatste Adam, de Hemelse, dragen (1 Kor. 15: 49). Gods werk dat hier op aarde begonnen is, zal voor eeuwig af zijn.

Wederkomst

Op de dag van Jezus’ wederkomst gaan alle graven open. Onvoorstelbaar.

Alle doden zullen opstaan. Allen die in de graven zijn, zullen de stem van de Zoon van God horen. Ook zij die niet van Christus zijn. Zij zullen opstaan tot de opstanding van de verdoemenis, tot eeuwig afgrijzen (Joh. 5: 29, Dan. 12: 2). Wat een indringende boodschap! De dood is het laatste niet, voor niemand!

De graven die gedolven en gesloten zijn, gaan allemaal open. Elk graf waar wij langs lopen op het kerkhof. Graven van onze geliefden. Op hetzelfde moment, in een punt des tijds, met de laatste bazuin. Hoe zullen wij opstaan op die dag? Hoe zullen wij uit het graf worden geroepen? Beslissend is of wij hier in dit leven door genade het eigendom van Christus zijn geworden. Wat een rijkdom als wij Zijn eigendom geworden zijn en wij uitzicht hebben bij het naderen van de dood. Wat een troost als wij onze geliefden die in Christus ontslapen zijn, hebben begraven in het licht van de opstanding van Christus en in de verwachting van Zijn komst.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 2021

De Wekker | 24 Pagina's

De opstanding van het lichaam

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 2021

De Wekker | 24 Pagina's