Schrijft
Deze week heb ik met de Melissanteiaars een klein appeltje te schillen. Dat Melissant is een gaaf'dorpje, wat voora' de laatste jaren aan uiterlijk schoon heeft gewonnen. Op 'het knusse dorpspleintje vindt men er het Raadhuis, het postkantoor, de dokterswoning en de dorpshertierg zij aan zij geschaard. Voor al dat Raadhuis is ypor Melissant van belang. Daar klimmen van tijd tot tijd de raadsleden tegen de hoge trap om zich in de intieme raadszaal om de groene tafel te scharen, terwijl zij zich in een enorme spiegel, waarop eens de heer Buth in achttienhonderd zoveel zijn naam liet vereeuwigen, weerkaatst zien.
Deze raadszaal is net de „brug" van een schip; door de vele ramen ziet men er uit de hoogte op het gehele dorp neer en liggen er de problemen als 't ware voor 't grijpen Van daaruit wordt het geheel wijselijk bestuurd. Ondanks het verschil van inzicht dat er op politiek terrein onder de raadsleden mag zijn. kan toch worden gezegd, dat Melissant er „schoon" bij ligt. Dat streven alle vroede vaderen na. De vreemdeling die er zijn schreden zet heeft er geen notie van, hoe vroeger de Julianaweg er uitzag met zijn stinkende sloot en ontelbare bruggetjes. Hij kan er nu rustig wandelen over een keurig trottoir en de Melissantenaar behoeft zich zelfs niet meer te schämen om hem de oude Pietersteeg te laten zien. Ja, de raad pakt het daar goed aan. En al is het, dat er jaren verstrijken eer een op 'n steenworp van de raadszaal gelegen stinksloot wordt gedempt, dan komt na veel bakkeleiens met de polder uiteindelijk ook dit weer voor elkaar.'
Schrammetje slaat de gang van zaken op Melissant wel eens gade door middel van de raadsverslagen. Dan zie ik in het laatste verslag dat er op de begraafplaats een rouwkapel zal worden gebouwd. Daar is dat kleine Melissant Middelhamls nog mee voor! Het getuigt van een goed begrip voor de behoefte, die er op bijna alle plaatsen van Flakkee aan een dergelijk gebouwtje bestaat. Reeds eer heeft Schram ook daarop van deze plaats gewezen. Ieder heeft het wel eens meegemaakt in het gure jaargetij op de dodenakker om een geopende groeve te staan, wanneer het te enen male onmogelijk bleek voor predikant of vriend om nog een woord van troost en vermaan te spreken, omdat de regen bij stromen neerviel of een snerpend koude wind de mensen half ziek naar huis deed gaan. Door het bouwen van een rouwkapel wordt dit alles voorkomen. De andere Plakkeese en ook Zeeuwse gemeenten kunnen aan Melissant een voorbeeld nemen!
En hoewel de Melissantse raad een grote piëteit tegenover de doden aan de dag legt, heeft ze evenwel ook een open oog voor de behoeften der levenden. Inzonderheid heeft ook de jeugd haar belangstelling. Niet dat Schrammetje er een voorstander is om de gemeenteraden allerlei jeugdproblemen te laten oplossen. Als we die richting uitgaan komt het verkeerd uit. Tenslotte ia de Overheid geen opvoedingsstichting, waarop alle verantwoordelijkheid van de ouders geschoven kan worden. Maar wel heeft het Schrammetjes instemming dat de raad er een speelweide voor de jeugd heeft aangelegd. In de krant van jl. Vrijdag hebben de lezers daarover al een en ander kunnen lezen. Zoals men in de steden de zgn. „speeltuinen" kent, heeft Melissant nu zijn speelweide en heb ik het goed voor, dan heeft dit dorp daarvan op Flakke de primeur. Op deze weide kan de jeugd zich vermaken en is er zelfs gerekend op de kleuters, die onder het wakend oog van hun moe ders in de zandbak vertier zullen vinden. Kijk, dat is al weer iets van Meissant, dat navolging verdient! De eugd heeft nu een speelplaats, die aan veel dorpskattekwaad een einde zal maken. Bovendien zijn de kinderen van de weg af en lopen ze menselijkerwijs gesproken, niet zoveel gevaar, slachtoffer van het verkeer te worden. Maar nu komt het appeltje, dat ik met de Melissanters te schillen had. De gemeenteraad heeft gedaan wat ze kon, maar nu is het woord aan de gemeentenaren. Want met een speelplaats is men alleen niet klaar, er moet toch ook speelmateriaal komen. Daarom wilde ik deze keer eens een goed woordje bij de burgerij voor B. en W. en de raadsleden doen. Want deze week wordt er een rondgang door de gemeente gedaan, om voor de inrichting van de speelweide de benodigde dubbeltjes bijeen te scharrelen. En dat zullen de Melissantenaars, naar ik hoop, niet onder zich laten zitten! Het zou me tenminste al hard tegenvallen, wanneer het benodigde bedrag niet royaal werd opgedaan! Voor dit doel zal ieder wat willen offeren, ook al heeft men zelf geen kinderen. Schram weet ook i/geï, dat de behoeften in het gezin vele zijn, maar er is toch ook wel eens 'n meevaller. De „juun 'is dier", nietwaar en, da's waar ook, hoeveel varkens zijn er niet op Melissant? Vijf en vijftig cent per kilo toeslag uit de spaarpot van Minister Lieftick op een krulstaart, waarop U nooit en te nimmer gerekend had, is dat een boffer of niet? Nou, dan zou ik zo zeggen, er valt over een gift te praten! Dan behoeft het nog niet eens een offer te zijn! Daarom: de gemeente gaf een speelplaats en de bevolking geeft het speelgoed deze week. Niemand doe de deur gauw op slot en kruipt dan weg achter het horretje. Afgesproken?
SCHRAMMETJE.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 november 1949
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 november 1949
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's