Oskam in cassatie

Door de procureur fiscaal bij het Bijzondere Gerechtshof te Rotterdam werd in October 1948 tegen Willem Oskam, tijdens het laatst van de oorlog, tot aan Dolle Dinsdag, SD­ër, speurder naar onderduikers enz., de doodstraf geëist. De Rotterdamse Kamer van het Bijzondere Gerechtshof deed de uitspraak van 20 jaar gevangenisstraf en tegen deze uitspraak is Oskam, bijgestaan door zijn advocaat. Mr P. Ph. Kooien te Rotterdam, in cassatie gegaan. Woensdagmorgen behandelde de Hoge Raad van Cassatie te 's­Gravenhage het beroep.

Voorafgegaan en gevolgd door een parketwacht werd Oskam, die er nog vrijwel precies zo uitziet als in de tijd dat hij op ons eiland was, alleen wat vermagerd, de grote rechtszaal binnengeleid, waar een paar honderd mensen publiek de rechtspraak van de Hoge Raad zat aan te horen. Hij werd voor de balie geleid, waar het college van president, raadsheren en officier­fiscaal vanaf een geweldig marmeren podium en van achter een in halve cirkel gebogen, met groen laken beklede tafel, op hem neerzag. De zaal gaat heel hoog op en achter de rechtsgeleerden bestaat de wand uit louter grijs geaderd marmer, waarin de spreuk gebeiteld staat, ,,Ubindicia deficiunt incipit bellum", waar de rechtspraak ontbreekt, ontbrandt de oorlog! In het midden op de hoogste zetel zat de president van de Hoge Raad, Mr Haga, vooraan de tafel, aan de linkerkant de procureur­fiscaal Mr Baron van Voorst tot Voorst.

Onder de raadsheren bevond zich ook een hoog officier van het leger, die in het kort een weergave voorlas van de tenlastelegging, hetgeen inhield, dat Oskam van Maart 1943 tot Sept. 1944 als SD­man verschillende arrestaties heeft verricht, dat hij op Flakkee een schrikbewind uitoefende en dat hij de hand had in het naar Duitsland laten wegvoeren van burgers, waarvan enige om het leven zijn gekomen.

De president. Mr Haga, stelde Oskam enige vragen, betrekking hebbend op hetgeen te Oude Tonge gebeurde: het mishandelen van Luijendijk en Van der Voorde, dié in een cel getrapt werden door een kerel in uniform. De Hoge Raad had de instructie heropend en een nauwkeurig onderzoek ingesteld naar dit deel van de tenlastelegging. De president zei, dat het resultaat enigszins gunstig was voor verdachte en hij stelde deze de pertinente vraag of hij in Oude Tonge geweest was, waarop Oskam verklaarde, dat hij niet in Oude Tonge geweest is en er dus ook geen mensen getrapt heeft; wel was hij op de bewuste dag of avond nog in Nieuwe Tonge geweest, maar daar was niets aan de hand. Na die verklaring mocht Oskam gaan zitten tussen zijn bewakers en verleende de president aan de verdediger het woord. Deze, Mr P. Ph. Kooien, een al vrij

Deze, Mr P. Ph. Kooien, een al vrij bejaard jurist, hield een kort betoog, waarin hij zei, dat nu wel is komen vast te staan, dat Oskam niet zo zwaar met schuld beladen is als men het vi^il laten voorkomen, bv. van de zijde van ,,politienlannen zonder blaam." PI. was er de Hoge Raad dankbaar voor, dat deze het geval Oude Tonge nader heeft onderzocht en aldus spr. „de Raad zal wel met mij eens zijn, dat het resultaat van dat onderzoek wel zeer afwijkt van dat van het eerste. Luijendijk werd in een cel getrapt, maar niet door Oskam en hij kan het ook niet verklaren. Men mag gevoegelijk aannemen, dat Oskam niet eens in Oude Tonge geweest is. Luijendijk heri:mert zich niet of het persé Oskam was, die hem trapte. PI. wees er op, dat de procureur­fiscaal, toen de zaak in Rotterdam diende, juist dit deel van de tenlastelegging hoog op nam en van groot belang achtte voor de strafmaat.

PI. vond ook de rest van het be'wijsmateriaal niet ongerept. Veel is er onjuist in en men zal het geheel met de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen