De Boerderij aan de val
„Van alle kanten heb ik tegenwerking", klaagde Dolf. ,,Het beste is, dat ik gauw naar Amsterdam terugga." „Daar zal je tenminste méér „vossen'
„Daar zal je tenminste méér „vossen' dan hier", merkte Willy op.
Intussen had mevrouw Westwoud, nu geheel en al ernst, Ina apart genomen.
„Kind, wat was ik gister blij! Wat heerlijk voor jullie allen! (De Heere heeft het wel gemaakt. Vanmiddag kom ik naar de boerderij, met of zonder dominé, dat weet ik nog niet. Mét je grootmoeder heb ik getreurd, toen ik alles wist. Maar nu moet ik mg ook met haar verblijden."
Onder vrolijk gescherts, de predikant was nu ook verschenen werd in het prieel van de lommerljke tuin koffie gedronken. „Mijn vrouw en ik komen vanmiddag
„Mijn vrouw en ik komen vanmiddag even, Ina, zou grootvader thuis zijn?"
„Opa gaat de boerderij .liet af, vóór papa er is of vóór hg iets uit Arnhem heeft gehoord", glimlachte zij. „Maar dat kan niet meer vóór de Zondag." „Er kan morgenavond wel een brief
zijn. Maar die wordt pas Maandagmorgen bezorgd. Je zoudt morgenavond eens op het postkantoor kunnen informeren."
Ina bleef niet lang. Zij verlangde naar de boerderij, naar de beide oudjes, die haar zo dierbaar geworden waren. „Ik breng je weer terug", zeide Dolf.
„Ik breng je weer terug", zeide Dolf. En zij verdwenen. Toen keek mevrouw Westwoud haar
Toen keek mevrouw Westwoud haar man aan. Met een veelbetekenende blik. „Wat is er, lieve?" lachte hij. „Die twee worden, als God wil, een
paar, mannie", zeide zij, wijzend in de richting, die de vertrokkenen hadden ingeslagen. ,,Je wilt toch niet voor koppelaar
,,Je wilt toch niet voor koppelaarster spelen, hoop ik?"
„Dank je. Daarvoor ben ik niet in de wieg gelegd. Het is ook het domste, wat een moeder kan doen. Maar mijn ogen zien het duidelijk en klaar." „Je kondt wel eens gelijk hebben,
„Je kondt wel eens gelijk hebben, vrouwtje. We zullen zien." Mevrouw Westwoud staarde in de verte. „Waar denk je aan?"
„Waar denk je aan?" „Aan Gods wonderlijke leidingen. Daar komt een zoekend schaap naar hier en vindt Jezus. Zij wordt bovendien de schakel, die vader en zoon, gescheiden door een zondige daad, weer verbinden gaat, zodat een arme moeder geheel opleeft. En tenslotte wordt dat meisje, dat ik heb liefgekregen, onze schoondochter."
„Vrouw, vrouw, wees toch wijzer en vertel dat laatste niet verder. Wat weten v/e daar nu van?"
„Ik zeg het alleen aan mijn man. Tussen ons is maar één verschil: ik zeg het en jij denkt het. Of vergis ik mij?"
„Gedachten zijn tolvrij, vrouwtje," lachte hij. „Hé, wat ben je näär. Enfin, je zult
„Hé, wat ben je näär. Enfin, je zult wel zien, dat ik gelijk krijg." Intussen reden Ina en Dolf denzelfden
Intussen reden Ina en Dolf denzelfden weg, dien zij een uur tevoren hadden gepeddeld. Zij verhaalde in het kort de gebeur
tenissen van jaren geleden en van de laatste dagen. Bij j-»et hek der boerderij verklaarde
Bij j-»et hek der boerderij verklaarde Dolf op haar verzoek, mede naar oinneK te jaan, dat hij gaarne later eens zou komen, want dat het beter was, dat eerst zijn vader na het gebeurde een bezoek bracht. DLIS peddelde hij weer terug, het beeld
DLIS peddelde hij weer terug, het beeld van het door hem begeerde meisje steec?s voor ogen. En Ina vond haar grootvader en
En Ina vond haar grootvader en grooi moeder, pratend met elkaar. Op de tafel lag een groen biljet. Een telegram! „Lees, Ina." Met bevende hand reikte Zacharias
Met bevende hand reikte Zacharias Mieras het draadbericht zijn kleindochter over: ,,Kom Maandagavond per tram, Piet."
Hoofdstuk XIX,
Naar huls. Zij stond op het uiterste puntje van
Zij stond op het uiterste puntje van het perron van het tramstation, vol verlangen starend naar het Oosten, van waar de stoomtram komen moest, die het eiland doorsneed, om op een bepaald punt over te gaan in een bootdienst, die een vijf kwartier verder weer stoomtram te Rotterdam werd. Even half zeven, te vroeg, had Ina
Even half zeven, te vroeg, had Ina de pastorie verlaten, waar zij enige uren had vertoefd en ook het avondmaal had genuttigd.
In vijf minuten kon zij het station bereiken —. afstanden waren er niet in Zuidstad — maar zij ging veel vroeger, verteerd als zij werd door het verlangen naar haar vader.
Zij ging er alleen heen. Uit fijngevoeligheid, die zij zeer waardeerde, had niemand aangeboden, haar te vergezellen. Alleen was afgesproken, dat zij met haar vader naar de pastorie zou komen, waarna deze op de fiets van de predikant naar de boerderij zou gaan.
Want het was boer Mieras niet mogelijk geweest, met het rijtuig of de tilbury zijn zoon in Zuidstad te gaan halen. Hrj kon het niet. Vreemde mensen mochten bij de ontmoeting niet zijn. En het liefste wilde hij tegelijk met zijn vrouw zijn weerkerende zoon begroeten. Ook wenste hij niet een knecht met het rijtuig te zenden. Dus was dankbaar aanvaard de oplossing die dominé Westwoud aan de hand had gedaan.
Eindelijk naderde de tram. Ina had haar vader, die uitkeek, reeds gezien. En even later lag zij in zijn armen. „Wat heerlijk, dat u er bent!" i'iep zij. „Ben je maar alleen, Ina?"
Zij hoorde enige teleurstelling in die vraag en legde heel kort de situatie uit, waarop hij erkennen moest, dat het zó inderdaad beter was.
„Hoe maken vader en moeder het?" „Uitstekend, papa. Zij tellen de minuten." „Ik fiets onmiddellijk weg en ga niet
de pastorie binnen. Later zal ik wel eens kennis maken, 't Is nu nog zo vreemd. En dan de omstandigheden " Hij stond stil, keek om zich heen. „Kent u de omgeving nog, papa?"
,,'k Weet wel, waar ik ben. Maar 't is hier veel veranderd. Het stadje zélf zal wel niet veranderd zijn." „Ik waan mij soms in de middeleeu
„Ik waan mij soms in de middeleeuwen," meende Ina. „Maar, vader, wat zeide mama? En Gretha? Of is die nog niet thms?" „Gretha komt op Zaterdag thuis. Ik
„Gretha komt op Zaterdag thuis. Ik vertrek Donderdag en haal mama in Rotterdam op." ,,Is moeder in Rotterdam?"
„Ja, ik had haar voorbereid. Dat heb ik je immers geschreven? Ja, natuurlijk. Toch werd het, tot mijn verbazing enigszins heel kalm opgenomen...' „Is mama niet boos op mij ? 't Ging zo achter haar rug om. Ik geloof niet, dat het goed was. Maar het kon toch niet anders, wel?"
,,De omstandigheden waren nu eenmaal niet anders, Ina. Je moeder is ook niet bepaald boos, al heeft zij er wel een aa:imerking over gemaakt. Maar toen ik er met haar over sprak, viel alle geheimzinnigheid weg, want 'k heb haar al je brieven laten lezen en ook dieu ene van moeder en die van vader." ,,Mama keek wel vreemd op?"
,,Mama keek wel vreemd op?" „Dat valt te verstaan. Maar zij heeft mij niets in de weg gelegd en onmitidelijk begrepen dat ik zo spoedig mogelijk naar hier moest gaan. Van de gelegenheid heeft zij gebruik gemaakt, om tante Mathilde in Rotterdam te bezoeken, waar ik haar Donderdag halen ga „Mama wilde zeker niet meekomen?" ,,Neen. Dat moest ik niet van hasr
,,Neen. Dat moest ik niet van hasr vergen, 'k Heb er ook niet op aangedrongen. Wie weet, wat er later nog gebeurt."
,,Het zou heerlijk zijn!" meende Ina uit de grond van haar hart. „Ik zou zo gaarne willen, dat ik ook met mama vertrouwelijker werd. Ii de pastorie heb ik gezien, wat een moeder betekent, p'ipa. 'k Heb eigenlijk altijd een moeder gemist."
,,'k Hoop voor je, dat het beter weiden zal. Maar Gretha zal het struikelblok blijven, al trek ik mij er mets van aan. We kennen haar. Zij zal zich n^et de gang van zaken niet kunnen verenigen." Het tweetal liep heel langzaam door
Het tweetal liep heel langzaam door een van de smalle straten. 1
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's