Avontuur in oud China
,,Ën waar is dat?" vroeg Forsyth èchielijk, ziende, dat Lelahd Barrington de mandarijn had verlaten en zich naar hem begaf. „Te Yong Foo aan de Pi-Kiang." „Yong Foo!'' Dr Dick Forsyth was zichtbaar ver
Dr Dick Forsyth was zichtbaar verrast, maar vóór hij kon spreken en vóór het meisje nog een vraag kon doen, klonk de ruwe stem van Barrington: „'t Is tijd, om op te stappen, Kathlijn. Kom dus mee en groet Li-Weng-Ho."
Een trek van afkeer kwam op het gezicht van het meisje en gedurende een ogenblik dacht Forsyth, dat zij zich tegen de wens van haar vader zou verzetten.
Met een glimlach wendde zij zich eerst naar Dr Forsyth en reikte hem de hand. „Goeden dag, Dr Forsyth. Geloof me, ik ben u zeer dankbaar. Ik hoop dat wij elkaar spoedig zullen weerzien."
„'t Zal me zeer aangenaam zijn", antwoordde Forsyth, de hem toegestoken hand vattend en doehde, alsof hij het fronsen van Harringtons voorhoofd niet zag. ,,Maar China is een groot land en dus " „Vooruit, Kathlijn, Li-Weng-Ho wacht..'
Het meisje volgde haar vader met tegenzin en Forsyth stapte naar de deur. De gele poortwachter, die hem toegang verleend had, liet hem passeren. Buiten gekomen, verfriste het lichte koeltje, dat de papieren lantaarns deed slingeren ,zijn verhit voorhoofd.
„Waarlijk", dacht hij bij zichzelf. „Leiand is wel heel beleefd in zijn manier om de kennismaking met iemand af te snijden."
Op ruwe wijze werd hij in zijn gedachten gestoord, doordat een schijnbaar dronken Chinees tegen hem aanviel. Maar de dronkaard kan niet zo beneveld zijn, als hij voor gaf, want terwijl de zendeling op zij ging, keek de Chinees hem met scherp-onderzoekende ogen aan. Daarna ging hij met waggelenden gang verder en verdween in de schaduw van het naburige huis. Forsyth keek hem na. De waggelen
Forsyth keek hem na. De waggelende gang kon hem niet misleiden. Die onderzoekende blik had zijn bedoeling. Als bij ingeving schoot hem te binnen, dat hij waarschijnlijk voor een ander was aangezien. En nu herinnerde hij zich ook weer terstond de tekens, die door de bankhouder aan de speeltafel waren gegeven.
Voorzichtig liep hij verder en toen hij in de schaduw van een huis gekomen was, stond hij stil. Daar drong een zacht gefluister tot hem door, dat hem waarschuwde, dat de zogenaamde dronk aard niet alleen was, maar tenminste één ander in een hinderlaag lag.
Dit vermoeden deed hem beslissen. En langzaam, als zonder doel, begaf hij zich weer naar het „Paleis der tienduizend genoegens". Nog was hij zover niet, toen een in de straat vallende lichtstraal hem deed zien, dat de deur van het bewuste huis geopend was en Leiand Barrington en zijn dochter er uit stapten. Hij verhaastte zijn tred.
,,De andere kant heen, Mr Barrington" riep hij hem toe. „Daar ginds in het donker wachten enkele mannen op u, geloof ik".
„Hoe weet je "dat?" vroeg de verbaasde koopman. „Ik zag dat de bankhouder een teken
„Ik zag dat de bankhouder een teken gaf, toen u de speeltafel verliet. Ik onderstel dat u veel geld gewonnen hebt en zij niet van plan zijn, dat zonder meer in uw bezit te laten. In ieder geval, aan het eind van de straat wachten twee mannen in de schaduw van een huis en ik ben er van overtuigd, dat zij op u wachten."
Barringtons gezicht toonde in het licht der lantaarns een blik van vrees. „Denkt u, dat Li-Sing mij heeft aangewezen?"
„Ik denk, dat die mannen voornemens zijn, u uw winst afhandig te maken. Daarvoor maak ik mij niet bezorgd, maar ik denk dat de voorzichtigheid gebiedt, ten behoeve van de veiligheid van juffrouw Barrington een andere weg te kiezen naar uw huis." „Maar ik weet geen andere weg".
„Kom maar mee", antwoordde Forsyth. „Ik werkte gedurende een half jaar in deze omgeving en en ben hier goed bekend. Maar we moeten ons haasten". Zonder aarzelen liep hij haastig voort
Zonder aarzelen liep hij haastig voort in tegengestelde richting, op de voet gevolgd door Leiand Barrington en zijn dochter. Toen zij een zijstraat voorbijgingen,
Toen zij een zijstraat voorbijgingen, riep Barrington uit: „U hadt gelijk. Zag u dat?" ,,Ja", was het antwoord.
Zij hadden in het schijnsel van de lantaarn vier mannen gezien, die in dezelfde richting draaiden, als waarin zij zich bewogen. „Dat ziet er slecht uit", zei Barring
„Dat ziet er slecht uit", zei Barrington. We moeten ons haasten zoveel als dat in het donker mogelijk is."
Zo snel zij konden, gingen zij voort. Forsyth voerde hen over verscheidene wrakke bruggetjes, door nauwe straten, langs stille grachten totdat zij eindelijk een schipbrug bereikten. In het midden daarvan wachten zij, om even te luisteren. *
„Ontsnapt", zei de koopman met een schorren lach. Maar nauwelijks waren deze woorden van zijn lippen, of voor hem uit liet zich de schreeuw van een zeemeeuw horen, die terstond achter hen beantwoord werd met eenzelfde schreeuw. „Dat is eigenaardig", fluisterde Bar
„Dat is eigenaardig", fluisterde Barrington.
,,Ja", antwoordde de zendeling kalm. „Dat betekent, dat wij ontdekt zijn. Ik ben bang, dat " Hij brak ineens af en vroeg: „Kunt u zwemmen?"
„Zwemmen? Weineen. Hoe komt u daar zo bij?" ,,Ik dacht, dat we zwemmende de
,,Ik dacht, dat we zwemmende de volgende brug moesten trachten te bereiken. Maar nu blijft ons niets over dan een snelle vlucht. Als wij missen..." „We mogen niet missen. Is u ge
„We mogen niet missen. Is u gewapend?"
,,Neen, het is in strijd met de zending, wapens te dragen". „Och zo!" De stem van Mr Barring
„Och zo!" De stem van Mr Barrington getuigde van een algehele minachting voor de zending. Dan liet hij er op volgen; „We kunnen hier niet blijven wachten, tot we..."
„Neen, ik zal eerst gaan. Laat juffrouw Barrington volgen en past u op voor een aanval in de rug." Zonder verdere groet begaf de zendeling zich op weg. Hij had geen wapens, zelfs geen stok tot zijn beschikking en hij was er van overtuigd, dat aan de overzijde van de brug zich mensen bevonden, die, ten minste met messen gewapend waren en voor wie de dood van een „vreemde duivel" niets betekende. Toch ging hij onbevreesd voort. Toen hij de overzijde naderde keek hij scherp in het rond. 't Was bijna pikdonker en eerst zag hij niets. Hij liep nog even verder en onderscheidde flauwtjes op een paar meter afstand van het einde der brug een paar ineengedoken gestalten. Bovendien wist hij uit de waarschuwende kreet van de zeemeeuw, dat het overige deel van het complot in aantocht was.
Eerst waarschuwde hij, zacht fluisterend, de koopman en vervolgens wendde hij zich tot het meisje. ,,Blijf op de brug, juffrouw Barrington, tot ik u het teken geef, om hard weg te lopen." Schijnbaar onbezorgd stapte hij voort. Zo moest hij wel de indruk wakken, dat hij niets zag van die loerende gestalten aan de kant van de kade. Maar nauwelijks was hij de brug over, of hij sprong snel op zij. Met kracht deed hij zijn vuist neerkomen op een der loerende gestalten. De ander sprong op hem toe en zwaaide zijn mes. Hij zag reeds het glanzen van het lemmet. Met de linkerarm greep hij de vuist, die het mes omklemd hield en de rechterarm sloeg hij zijn aanvaller om het middel. Nu was de weg vrij voor zijn metgezellen en haastig riep hij: „Nu, loop wat je kunt, juffrouw Barrington "
Hij bemei'kte dat het meisje hem gehoorzaamde, maar ook, dat de koopman, zonder zich te bekommeren om degene, die hem zulk een grote dienst had bewezen, haar volgde. (Wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 februari 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 februari 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's