Winkelier had sterken drank in zijn winkel
Twee kilometer afstand tussen lichtbak en stroombron Teveel borreltjes gedronken?
J. M. G. Saers, Sommelsdijk, kwam opnieuw vanwege de vlag in de etalage. Hij legde het fabrieksmerk over, waarop geen Zwitserse vlag is te zien, terwijl op het inbeslaggenomen vlaggetje geen merk voorkomt. De Zwitsers gaan bovendien geheel accoord met het gebruik van het vlaggetje.
Het is ook niet strijdig met eerlijke handel. Verd. noemde het een volkomen eerlijke zaak. Hij legde ook een omslag van een chocoladereep over, die eenzelfde overtreding zou kunnen betreffen. De ambtenaar onderstreepte zijn me
De ambtenaar onderstreepte zijn mening, dat in dezen het fabrieks- of handelsmerk niet gezien moet worden in het licht van de merkenwet. De fabriek moge een heel ander merk hebben, maar spr. vroeg wat de zin van het betreffende wetsartikel zou zijn als dit alleen op merken sloeg. Het artikel is opgenomen, omdat een verder gebied dan van de merken getroffen kan worden. De ambtenaar sprak dan over het nabootsen en de geringe afwijking in deze zaak en hfl wees op de jurisprudentie, waarbij twee verschillende arresten ter sprake kwamen. In dit geval is niet sterk van de Zwitserse vlag afgeweken en hij acht dus wel een strafbaar feit aanwezig. De ambtenaar eiste ƒ 6.— of en dag. Een beroep op de Zwitserse wetgeving achtte hij niet op te gaan.
Verd. Saers voerde aan, dat het vlaggetje niet geheel of gedeeltelijk als merk is gebruikt en wees voorts op de reclame van „Swiss Air." Uitspraak schriftelijk 28 Febr.
H. de Zout, Dirksland, stond terecht omdat hij met een gloeilamp, een snoer, een stekker enz. in de nacht buiten voetpad of openbare weg vertoefde. „Waarom deed je dat?" „Ach, ik dacht dat het mocht!" „Kom nou! Een vriend van je liep met
een accu!" De lamp etc. werden op de tafel van
De lamp etc. werden op de tafel van de rechter gelegd.
„Wat deed je er dan?" „Die lamp moest geprobeerd worden!" „Waarvoor?" „Om te kunnen verkopen!"
„Om te kunnen verkopen!" Get. Wachtm. van der Mey had verd. aangetroffen met de lamp.
Van Bodegom werd later ontmoet en droeg op de rug een zakje met de accu. Get. had tevoren licht zien schijnen en een schot horen lossen. „Verd. is altijd bij wild stropen aanwezig", voegde get. aan zijn verklaringen toe.
„Je kon er toch geen licht mee maken!" verweerde verd. „De accu was wel twee kilometer van de lamp af!" Get. zei niet te hebben kunnen zien of de accu inderdaad ver weg was. „Nadat de lichtbak in beslag geno
„Nadat de lichtbak in beslag genomen was is er ook geen licht meer gezien.
zien. „'t Lijkt er toch wel op, dat je gestroopt hebt, De Zout!" zei de rechter. „Hoe kan dat nou! Met zo'n lamp!"
„Hoe kan dat nou! Met zo'n lamp!" hield verd. vol. Als tweede getuige werd gehoord
Als tweede getuige werd gehoord wachtm. de Gans.
„Ik ging maar liever vroeg naar bed dan door de polder te sjouwen!" raadde de rechter aan. De ambtenaar achtte het bewijs gele
De ambtenaar achtte het bewijs geleverd. Men wilde kunstlicht maken. Verd geeft dat zelf toe, aldus spr. De ambtenaar wees op de omstandigheden, eiste ƒ 60.— of 20 dagen en een voorwaardelijke hechtenis van 1 week met proeftijd van twee jaar, benevens vernietiging van de lamp enz. Spr. zei stelling te zullen nemen tegen de stroperij, die vooral in Dirksland bedreven wordt.
„Wat moet je wel niet krijgen als de lamp brandt!" vroeg verd. Hij vond de eis heel hoog.
„Je blijft thuis en gaat slapen!" vermaande de rechter.
De rechter sloot zich -geheel bij het requisitoir aan.
„Kan de boete niet minder?" vroeg verdachte.
„'k Had eigenlijk 70 gld. in mijn hoofd!" verduidelijkte de rechter, die daarop deze zaak beëindigde.
J. C. de Vos, Ooltgensplaat, had in haar winkelpand sterke drank in voor raad. Het werd door wachtm. Versendaal in de woonkamer aangetroffen.
Wachtm. Versendaal had zich er van overtuigd dat het alcohol was. „Heb je goed geproefd?" vroeg de
„Heb je goed geproefd?" vroeg de rechter. De flessen waren niet aangebroken
De flessen waren niet aangebroken geweest door verd. Verd. had gezegd dat het voor eigen
Verd. had gezegd dat het voor eigen gebruik was. De ambtenaar achtte het bewijs gele
De ambtenaar achtte het bewijs geleverd. Er is al lang geleden uitgesproken dat 1 deciliter voorraad voldoende s voor overtreding.
Mr den Hollander, pleitende, betwiste het in voorraad hebben. Als men volgens de ambtenaar redeneert zou men alle winkeliers droog leggen, terwijl een winkelier toch even goed drank mag gebruiken als ieder ander.
PI. wees er voorts op, dat de bevolking deze winter gewaarschuwd is door allerlei verkopers dat de drank veel duurder zou worden. Verd. heeft daarom een voorraadje gevormd, ook ten pleiziere van de familie, die met Nieuwaar zou komen. Get. Versendaal zei niet te weten dat
Get. Versendaal zei niet te weten dat Mej. Vos ooit aan particulier verkocht. „We zullen de juffrouw eens hier laten komen!" besloot de rechter, die de zaak aanhield.
J. Breeman, Ooltgensplaat, beging dezelfde overtreding. Hij was niet verschenen. Get. Versendaal zei vermoed te hebben, dat alle winkeliers drank in huis hadden. Bij verd. werden 12 flessen in beslag genomen.
De ambtenaar eiste ƒ 75.— subs. 30 dagen en verbeurdverklaring van de drank, zoals ook tegen vorige verd. ge- Sist was. Ook in deze zaak kwamen de aan
Ook in deze zaak kwamen de aangetroffen flessen op tafel. De rechter vonnisde geheel conform
De rechter vonnisde geheel conform de eis. J. Koppenaal, Den Bommel voerde ook een verblindend licht op zijn rijwiel, 5 gulden o% 2 dagen.
Adr. Kievit Nieuwe Tonge niet verschenen overtrad de winkelsluitingswet S gulden of 2 dagen.
C. Mackenze, Middelhamis, kwam met zijn auto op het kruispimt te Nieuwe Tonge, op de zogenaamde „hoogte" en veroorzaakte een aanrijding, omreden hij geen voorrang verleende aan C. Jongejan uit Mlddelharnis. Verdachte merkte op dat hij had te kiezen tussen 2 dingen, óf een aanrijding, veroorzaken of op de daar steeds aanwezige mensen in te rijden. Na de aanrijding had Jongejan gezegd, „laten we maar doorrijden, dit omreden hij zo goed als geen schade had." Ik kon dit echter niet riskeren, want ik moest mij kunnen verantwoorden ten opzichte van mijn directie. In vergelijking met Jongejan, was mijn snelheid, als die van een kano in vergelijking' met de Statendam. Getuige C. Jongejan reed op de bewuste datum met een vrachtauto over de Voorstraat in Nieuwe Tonge, richting Dirksland. Op de zogenaamde „hoogte" zag hij plotseling een auto verschijnen, daar hrj slechts een heel matige gang had, kon hij onmiddellijk remmen, terwijl Mackenze dit nliet kon, verdachte reed ook links, „Mijn auto was maar weinig beschadigd, maar die van Mackenze was een ruïne", aldus getuige Jongejan.
De ambtenaar achtte het wettig en overtuigend bewijs geleverd, Mackenze reed links. Rekening houdend met het feit dat M. de mensen op de „hoogte" gespaard heeft, en zijn auto een ruïne deed worden, eiste hij 20 gulden of 10 dagen. Uitspraak ƒ 15.— of 6 dagen.
C. v. Schelven, Oude Tonge, kwam met zijn auto voor de Langeweg aan gereden. Ter hoogte van de landbouwschool, reed hij op de onverlichte boerenwagen van B. Driesse, M'harnjis.
Van Schelven had beide wagens niet opgemerkt, omreden er geen licht aan de v/agen te zien was geweest. Hij reed met een snelheid van ongeveer 70 km.
Verdediger Mr den Hollander liet in deze duistere zaak een helder licht schijnen door aan te voeren dat het voor van Schelven niet mogeUjk was geweest op een donkere morgen deze donkere onverlichte wagen op te merken en hij beschreef de rit die verdachte met de onverlichte wagen gedaan had als een „moordrit".
Hij vroeg voor zijn cliënt dan ook vrijspraak en deze werd ook grif gegeven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 februari 1950
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 februari 1950
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's