Eenvluchtende profeet door de Heere gesterkt en in zijn ambt hersteld.

(SLOT.)

Toen hoorde Elia het suizen van een zachte stilte. En hij bewond zijn aangezicht met zijn mantel en stond in de ingang van de spelonk vanwege Gods heiligheid en zijn eigen onheiligheid. En de Heere vroeg weer: „Wat maakt gij hier Elia?" En Elia antwoordde weer als tevoren. Toen beval de Heere hem weder te keren, zijn bediening weer op te vatten, naar Damascus te gaan om Hasaël tot koning over Syrië, Jehu tot koning over Israël en Elisa in zijn plaats tot profeet te zalven. God zelf zal instrumenten verwekken om Zich te wreken over de afval van Israël. Die koningen mochten het huis van Achab uitroeien. En. voor Zijn kerk zou de Heere een knecht beschikken. Welk een troost was het dat er zeven duizend de knie voor Baal niet gebogen hadden.

Uit dit verband blijkt, hoe de Heere Elia uit zijn ongeloof en werkeloosheid weer opricht en welk middel Hij daartoe gebruikt.

Sta op, eet! Elia was vluchtende voor Izebel in de woestijn, alleen om verborgen te zijn voor zijn vervolgers. De dood zat Elia op de hielen. Dit is de weg des Heeren niet. De Heere verlaat Zijn knecht niet, al verlaat Zijn knecht de Heere. Elia is mens gelijk Abram in Egypte. De mens moet evengoed geopenbaard worden als de Heere, al zijn het de aangenaamste tijden voor Gods volk niet. Als de mens geopenbaard wordt, dan is Gods volk niet nuttig voor zichzelf, noch voor een ander. En de Heere wordt er niet door verheerlijkt, maar verdacht, gewantrouwd en gelasterd. Doch in dien toestand beseft het v(^ het niet. Het is blind en meent te zien. Het is niet beschaamd, maar heeft gelijk, naar hun verduisterd oordeel.

Hoe moest Elia uit die toestand verlost worden? De Heere moet tot Elia wederkeren. De Heere gaat hem na, als hij vlucht op al zijn wegen tot in de woestijn, waarin hij veiligheid zocht tegen zijne vijanden. Doch er moet meer gebeuren. De Heere blijft voor Zijn volk verborgen, al gaat Hij ook met hen op al hunne wegen. Het volk slaapt. Wij moeten aangeroerd, d.i.: wakker geschud worden. Eerst met het Woord. Dit werkt een aanvankelijke verandering: Elia zag om." Hij zag aan zijn hoofdeinde een koek op de kolen gebakken en een fles met water. Elia voelde iets van het wonder van Christus als Borg, dat Hij door Gods toorn verteerd is. Hij kreeg enig gemeen licht in het verlossingswerk door Gods Geest. Hij at en dronk. Maar hij legd^ zich weer neer en stond niet op. Hij stond niet op uit zijn dwaling, ongeloof, vrees voor degenen die het lichaam en de ziel niet kunnen doden. Ten tweede male komt de Heere tot

Ten tweede male komt de Heere tot Zijn volk. Dan werkt "de Heilige Geest zaligmakend. Dan is er kracht bij om op te staan en gaat hij veertig dagen en veertig nachten tot aan de berg Gods, Horeb. Op Horeb of Sinaï heeft God Zijn verbond gemaakt met Zijn volk in Christus, Die de Wet volbracht heeft voor Zijn volk en door de wedergeboorte i n Zijn volk. Zij kunnen komen door de kracht der spijs Christus tot aan de Sinaï. En toch is de toorn Gods niet weg. Daarom vreesde Israël de Sinai. Straks staat Elia op de Sinaï. Wind, aardbeving, vuur brengt de Wet teweeg. Maar de Heere is in het suizen van een zachte stilte, dat is het Evangelie. Toen bedekte Elia zijn aangezicht, want hij kon de heiligheid Gods niet verdragen vanwege zijn bezoedelheid. En hij zocht bescherming in de Borg. Toen kwam de Heere met Elia in onderhandeling door de Borg. Toen was de schrik weg-, het ongeloof en de dwaling. Doch hij kon niet wederkeren dan op Gods bevel: „Ga, keer weder op uw weg." Dat is het antwoord van God op Zijn tweede vraag: Wat maakt gij hier, Elia? en Heere geeft v/at Hij beveelt. Opmerkelijk is het: Elia werd twee

Opmerkelijk is het: Elia werd twee malen aangeroerd, tweemalen geroepen, twee malen hoorde hij, twee malen at en dronk hij en eenmaal stond hij op. Dit ziet op de gemene roeping door het Woord en de bijzondere roeping door Gods Geest. De roeping door het Woord zaligt niet. De roeping door Gods Geest maakt dat Gods volk gelovig aanneemt Christus' offerande, afgebeeld door de koek op de kolen gebakken, door de Heilige Geest afgebeeld door een fles met water. Dat geeft kracht om op te staan, weder te keren en de Heere te volgen door gebaande en ongebaande wegen.

Want de weg zou voor u te veel zijn. De weg loopt door de woestijn. Het is een woestijn in het hart en in de wereld. De Borg was veertig dagen en veertig nachten in de woestijn zonder eten. De Borg zorgt voor Zijn knecht, dat hij te eten heeft, eer deze de woestijn ingaat. Dit heeft Hij gedaan door Zijn Borglijden. Dit doet Hij door de toepassing van Zijn verdiende weldaden. De weg van Gods volk is een weg

De weg van Gods volk is een weg van vervolging, verzoeking, beproeving en loutering. Het begint met lijden en eindigt met lijden. En toch zijn zij meer dan overwinnaars door Hem. Die hen heeft liefgehad. Het geloof overwint alles. En dat geloof is het eten en drinken van Christus vlees en bloed, toegereikt in de prediking van het Evangelie en de bediening der Sacramenten en toegepast door de Heilige Geest. Daardoor keert Elia weer terug, gelovig werkzaam, tot de waarneming van zijn ambt. In de spelonk kan hij niet blijven, evenmin als Luther op de Wartburg. Elia moest de strijd weer in, al was het de strijd van de aankondiging van de oordelen Gods en van Zijn aanstaand verlaten van de dienst. Christus bleef over, al vertrok ook Zijn knecht en al dreigden er donkere tijden te komen van de wrake Gods. Ds B.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen