Uit Het Kijkvensi Er
| •'"•'W.' "V Er ligt thans ter tafel een wetsontwerp ter verlaging van de loon- en inkomstenbelasting en van enkele zakelijke bedrijfsbelastingen. Daarnaar is al lang uitgezien, maar de verlaging werd uitgesteld. Intussen is de toestand van het bedrijfsleven al zó afgetekend, dat deze verlagingen geen grote verwachtingen meer wekken. De fiscale lasten drukken veel te zwaar op de bedrijven. Als er van de naamloze-vennootschaps- winsten bijna de helft bij de Ontvanger gestort moet worden en daarna elk aandeelhouder toch uit diezelfde winst ook meer Inkomstenbelasting betaalt, begrijpt een ieder, dat er geen geld van betekenis beschikbaar komt voor uitbreiding van de zaken of aanpak van wat nieuws.
In 1929 zijn er 36000 arbeiders als nieuwe werkkrachten verschenen; om die aan ’t werk te zetten moeten er toch fabrieken enz. komen. Dat gaat elk jaar zo door. Wij hebben nu 83000 werklozen, verleden jaar om deze tijd 66000. Op zichzelf nog niet zo héél erg, maar het cijfer wordt steeds groter. Er moeten voortdurend nieuwe en grotere industrieën komen, als men alle man aan ’t werk wil zetten.
Wat de deur dicht doet is wel de mededeling van de Minister van Financiën, in de Eerste Kamer, dat op andere verlaging van belasting géén kans is. Welnu, dan is daarmede de zo lang bestudeerde industrialisatie van de baan; er komt niets van!
Het zal dus weer neerkomen op grote openbare werken om de werklozen onder te brengen, zo ongeveer als in de jaren 1930—1940. Het geld daarvoor zal de regering wel weten te vinden, het moet er komen. Jammer dat het die kant uit gaat, want een ieder voelt dat toch als een ongezonde toestand aan en het is naast de beter gesitueerde volksgroep vooral Jan Boezeroen die de klappen zal te incasseren krijgen. Het beleid der overheid is hier van beslissende betekenis. Zolang zij niet toont dat zij eigen uitgaven weet omlaag te brengen, durft niemand op verlaging van lasten te rekenen.
Zo staan we er dus in Nederland onder de regeling van socialisten en Rooms Katholieken op. Deze laatsten staan ook nergens voor en bepleiten onverdroten in hun kranten bv. een progressieve Kinderbijslag, dus wat meer en wat langer.
Intussen heeft de nieuwe Staatssecretaris van Sociale Zaken zijn ambt aanvaard met een overzicht nopens de wensen der sociale verzekering. Kinderbijslag voor kleine zelfstandigen, wezen- verzekering, verhoging van invaliditeitsverzekering, verlenging van de werking van de Noodwet Ouderdomsuitkering enz. Voor de „Noodwet” zou een „bo- dempensioen” voor iedere Nederlander in de plaats moeten komen. Dan volgt nog een grote openbare-werken-politiek. Dit lijkt nu toch veel op plannen van een kamergeleerde. Toch is mr van Rhijn allerminst iemand, die buiten het maatschappelijk leven staat. Neen, dit is een kwestie van geestelijke instelling, van liefde tot een doctjpnair standpunt dat tot elke prijs wordt ‘gevolgd. En de Partij van de Arbeid staat er achter, arm in arm met Roomse vrienden.
Hiertegen valt nu niet te boksen. Het volk in meerderheid heeft deze regering gewild. Of het die zal blijven willen, zal de tijd leren. Er heeft zich een grote onverschilligheid en luchthartigheid van de mensen meester gemaakt. Misschien moeten de naakte feiten de ogen van de kiezers weer openen. Dan is er echter veel onherstelbaar nadeel geschied. En ,de weg terug” is altijd moeilijk begaanbaar. En hiermede neem ik afscheid van het vuurwerk, dat deze regering voor de ogen van het misleide volk pleegt te ontsteken.
* ♦ *
Rest mij nog te vermelden, dat diepzinnige rapporten uit de keuken van de Verenigde Naties aan de werkloos- heidbestrijding gewijd zijn. Heel de wereld is daarbij in aanmerking gekomen. Onder de Sahara, die barre zandwoestijn van Afrika, moet zich water bevinden, duidelijker gezegd, bevindt zich water. Dat opent grote perspectieven. Voor de handel. Voor de om de Sahara wonende volksstammen roept dat echter de kans op een oorlog op, zoals voor 50 jaren het goud in Zuid Afrika ook deed. Toen legden de Boeren het loodje. Voorts houdt men rekening met de vooruitgang der techniek, waardoor men de arbeidskrachten snel kan verplaatsen, zodat een overschot aan arbeiders, bijvoorbeeld in Europa, dagelijks elders, in Zuid Amerika, Afrika of Indo-China, kan worden tewerkgesteld, ’s Morgens weg — ’s avonds terug.
Ja, wie zal uitmaken wat nog eens mogelijk zal wezen? Hier kan onze fantasie de vleugels uitslaan. De arbeider is een belangrijke verschijnnig in onze samenleving. Van alle kanten is hij studie object. Straks wordt hij over ’t aardrijk heengesleurd om dan hier, dan daar ‘te worden „ingezet”.
WAARNEMER.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 maart 1950
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's