Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het verdrukte Sion liefelijk vertroost

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het verdrukte Sion liefelijk vertroost

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gij verdrukte, door onweder voortgedrevene, ongetrooste, zie, Ik zal uw stenen gans sierlijk leggen, en Ik zal u op saffieren grondvesten; en uw glasvensteren zal Ik kristallijnen maken, en uw poorten van robijnstenen, en uw ganse landpale van aangename stenen. (Jes. 54 : 11, 12.)

Dat zijn liefelijke woorden, troostrijke beloften. De Heere geeft aan Zijn bedrukt volk de verzekering, dat Hy het uit deszelfs troosteloosheid zal oprichten. De Heere zal Sion troosten. Hij zal troosten al hare woeste plaatsen. Welk een samenvatting van woorden om uit te drukken de droefenis waarin Sion ver. keert. Gij verdrukte, door onweder voortgedrevene, ongetrooste. Zo omschrijft de Heere Zijn kerk, ZiJn dierbare kinderen, die H^j onveranderlijk lief heeft met een eeuwige liefde. In al hun benauwdheid is Hij mede benauwd.

Verdrukking is Sion niet vreemd. Het is een van de merktekenen waarmede God Zijn volk bestempelt. „In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar heb goede moed. Ik heb de wereld overwonnen", sprak Christus tot Zijn discipelen. De Heere gebruikt hier een woord dat ontleend is aan het klagend geluid der jonge struisen, als ze door het geweld des jagers zijn verdreven. Beeld van Gods volk, als het overstelpt is van eilend; als het misbaar bedrijft in zijn klacht vanwege des vijands onderdrukking. Als Sions wederpartijders vermenigvuldigen en zij de ganse dag zeggen: waar is uw God? Hoort dan de klage van Jeremia: Gij hebt mijn ziel verre van de vrede verstoten; ik heb het goede vergeten. En Micha: hierom zal ik misbaar bedreven; ik zal misbaar bedrijven en huilen; ik zal beroofd en naakt gaan; ik zal misbaar maken, als de draken en treuren als de jonge struisen.

Bange wegen voor Sion als het uit de kelk der verdrukkingen drinken moet en aan een door Onweder voortgedrevene gelök is. Door onweder voortgedrevene. Welk een beeltenis. Welk een leed hier getekend. Gelijk een schip in zee, dat door storm en onweder uit zijn koers geslagen is en niet meer luistert naar het stuurrad, overgegeven iii als een speelbal aan de woedende baren. Zo lezen wij van de scheepsreis van Paulus: „en als noch zon, noch gesternte verschenen in vele dagen en geen klein onweder ons drukte, zo werd ons voorts alle hoop van behouden te worden, benomen". Past dit nu eens toe op Gods kerk

Past dit nu eens toe op Gods kerk als ze in de oven der beproeving geworpen wordt. Als de afgrond roept tot de afgrond bij het gedruis Zijner watergoten. Ala alle hoop van behoudenis ontzinkt en elke lichtstraal ontbreekt. Dan is Gods kerk zeer bewaard boven hare macht. Dan is zij als een ongetrooste. Dan is het met David: „Van verdriet is doorknaagd mijn oog, mijn ziel en nafln buik. Want mijn leven is verteerd van droefenis en mijn jaren van zuchten." Dan schieten alle menselijke vertroostingen te kort. De wonden van Gods kerk zijn dan te diep voor menselijke balsem. Haar verslagenheid te groot voor de medicijnen van het schepsel. Alleen Goddelijke vertroosting is genoegzaam. Deze gehele omschrijving doet ons een diepe blik slaan in het moeitevolle leven van Sion. Hier is het land der ruste niet.

En toch, hoe zwaar soms de verdrukking, hoe onuitsprekelijk het leed van Sion, al deze dingen moeten medewerken ten goede. Zij zijn niet ten verderve, maar ter behoudenis. De Heere zal de weg Zijner gunstgenoten bewaren. Als David in Ps. 93 het geweld der verdrukking bezingt in de woorden: „De rivieren verheffen o Heere, de rivieren verheffen haar bruisen; de rivieren verheffen haar aanstoting", dan is het zijn sterkte en vertroosting, dat „de Heere Iti de hoogte geweldiger is dan het bruisen van grote wateren, dan de geweldige baren der zee".

Onder en door verdrukkingen wordt Gods volk verootmoedigd, leren sterven aan eigen zin en wil; leren afhangen van de algenoegzaamheid des Heeren. Wie het veelvuldig nut der verdrukking wil opmerken, leze met aandacht wat Paulus uit zijn eigen ervaring schrijft aan de Corinthiërs in 2 Cor. 1 : 2—11. Waartoe doet God Zijn volk een weg van verdrukking bewandelen? Het is, zegt de Apostel, opdat wy niet op onszelven zouden vertrouwen, maar op God, Die de doden verwekt. Wat is wel de eerste en voornaamste vrucht van de beproevingen Gods, van de verdrukkingen die God Zijn volk toezendt? Het is om het vertrouwen op ons zelf te ontnemen. Geen kwaad is dodelijker dan 't ijdel zelfvertrouwen. Dat is de dodelijke wortel, die ontsproten is in het Paradijs, in onze rampzalige val in Adam en welke met duizend vertakkingen en vezelen in de grond van ons hart vastzit, en al wat door dezelve aangeraakt wordt, besmet en verderft. En hoe zullen de uitverkorenen Gods

En hoe zullen de uitverkorenen Gods heeft daartoe de weg van beproevingen daarvan verlost worden? De Heere en verdrukkingen bestemd als middel in Zgn hand, om dat verderfelijke kwaad te breidelen en te doden. Dit'is een der oogmerken waartoe God de Zijnen, elk in hun mate, kastijd en verdrukt, opdat zij aireen op Hem zouden vertrouwen. niet op zichzelven of enig schepsel, maar heilige van ouds, „dwaalde ik, maar nu „Eer ik verdrukt werd", zegt een Gods onderhoud ik Uw Woord". Zo is Abraham geoefend, toen God Izak vroeg, dat hij hem offeren moest op een der bergen, die God hem wijzen zou. Daarin is Mozes onderwezen, niet toen hij aan Pa­ rao's hof was, maar bij Jethro en in de woestijn. Dat heeft David verstaan toen al de golven en baren van de verdrukkingen en beproevingen Gods over zfln hoofd gingen. Alzo was het met Paulus en zijn medegenoten, toen „zij hadden al zelven in zichzelven het vonnis des doods" en er geen enkele grond van hulp en uitkomst buiten God voorhanden was en „zij uitnemend zeer bewaard waren zelfs boven hunne macht."

Maar te midden van al die noden en bekommernissen komt God Zijn volk te louteren en te reinigen van alle ijdel zelfbetrouwen en is tegelijk werkzaam om by zyn kinderen het vertrouwen op Hem te verwekken en Zichzelven te openbaren als de God aller vertroosting. Die ons vertroost in al onze verdrukkingen. God vertroost Zijn verdrukt, door onweder voortgedreven, ongetroost volk. „De ellendigen en nooddruftigen zoeken water, maar er is geen; hun tong versmacht van dorst. Ik, de Heere, zal ze verhoren; Ik, de God Israels, zal hen niet verlaten," zegt de Heere. En de dichter betuigt: „Als mijn gedachten binnen in mij vermenigvuldigd werden, hebben Uw vertroostingen mijn ziel verkwikt". Neen, de Heere is geen land van uiterste duisternis voor Zijn verdrukt volk. Hij is geen karig God. Hoe hoog de wateren van verdrukking ook gaan: als hun wateren eens volken bekers worden uitgedrukt, toch, de Heere zal ze verbinden naar hun droefenis.

Dat is het voorrecht en het geluk van Gods volk, van al Gods uitverkorenen en die Christus gekocht heeft met Zijn bloed. De verdrukkingen, die God Zijn volk toezendt, zijn niet gering te achten; zijn door vlees en bloed niet te dragen. Maar evenzeer, laat toch nooit een van Gods kinderen de vertroostingen Gods te klein achten. God heeft Zijn volk onuitsprekelijk lief, met een eeuwige onveranderlijke liefde. En met die liefde Gods is niet in stryd de weg van verdrukkingen. God neemt daaruit de gelegenheid om Zich te openbaren in Zijn liefde en bestendige genegenheid en Zijn Vaderlijke vertroostingen in Christus Jezus. De verdrukkingen doen ons God ken

De verdrukkingen doen ons God kennen en aanschouwen en die Zijn Naam kennen, die zullen op Hem betrouwen en Hem ontmoeten als een God der vertroosting. De Heere roept Zijn vertroostingen Zelf uit: „Zie Ik zal uw stenen gans sierlijk leggen en Ik zal u op saffieren grondvesten; en uw glasvensters zal Ik kristallijnen maken, en uw poorten van robijnstenen, en uw ganse landpale van aangename stenen." Dat roept de Heere Zelf uit tot sterkte en opbeuring van Zijn bedrukt volk. De goddelozen zullen zwijgen in het

De goddelozen zullen zwijgen in het graf; die voortgaat in zijn ongerechtigheid te leven, zal gewisselijk vallen. Maar het mocht het levende volk bemoedigen dat God over Zijn verdrukten komt om ze te verlossen en te redden uit al him noden, waar Hij ze kwam vrij te maken van de zonde en te verlossen door Christus' bloed en Geest om Hem te zijn tot een eeuwige erfenis.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 maart 1950

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Het verdrukte Sion liefelijk vertroost

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 maart 1950

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's