Avontuur in oud China
„Tot nu toe wel. Maar als uw plan is, u te bemoeien met dingen, die u niet aangaan zult u bemerken, dat die geschiedenis ook u wat te leren heeft en dan zult u ondervinden, dat uw kanonnen eveneens vernageld zijn, evenals van de rivierrover. Op mijn woord, dokter, ïk weet wat ik zeg. U en ik hebben niet veel overeenkomstigs maar we zijn beiden Engelsen en ik zou werkelijk bang zijn, dat u een slachtoffer werd van Chinese rechtspraak. De mandarijn hier is geen man, die "
Hier hield hij op, want hij hoorde iemand aankomen, keek uit het venster en stond op.
„Als je van de duivel spreekt", vervolgde hij ruw. „Daar komt LiWeng Hoo zelf aan. U wilt me wel verontschuldigen dokter? Maar op andere tijd zult u welkom zijn. Ik heb niet vergeten, wat u ginds deedt op de Bloemengracht en ik zal u gaarne ten dienst zijn Ja, deze kant heen. Ik zal met u meegaan". Hij vergezelde de zendeling tot de bui
Hij vergezelde de zendeling tot de buitendeur, waar zij LiWengHoo aantrof ,fen. Deze wierp een verwonderde blik op de dokter en groette hem met zijn waaier. Forsyth beantwoordde zijn groet met een buiging. Geen woord werd tussen hen gewisseld. Maar toen de Engelsman vertrok zag de mandarijn hem zover mogelijk na. Vervolgens keek hij naar Barrington, toen schitterden zijn koele ogen en een kwaadaardige glimlach kwam op zijn geel, tanig gezicht. De koopman lachte en een toeschou
De koopman lachte en een toeschouwer zou begrepen hebben, dat die twee elkaar volkomen verstonden.
Toen Dick Forsyth, het huis van Barrington verliet, was hij in gedachten verdiept. De duistere zinspeling van de koopman op vernagelde kanonnen verontrustte hem en de verborgen vijandschap van de mandarijn maakte hem bezorgd. Zó diep was hij in gedachten verzonken, dat hij de weg kwijt raakte en zich in een wirwar van straten bevond, dichtbij de oever der rivier. Al de huizen waren van middelmatige bouwtrant. Armoede was de voortdurende metgezel van deze mensen en de ogen van de lieden, die daar ronddwarrelden, spraken duidelijk van het gebruik van opium en dat in weerwil van het keizerlijk verbod, waarbij het schuiven van opium ten strengste werd gestraft.
De duisternis viel reeds in, toen hij de weg naar huis trachtte weer te vinden. Ongemerkt raakte hij zo op een helder verlicht plein. Dit licht kwam van een groot huis, versierd met uitgesneden drakenkoppen en waarvan de voorgevel beschilderd was met voorstellingen van alle mogelijke en denkbare genoegens. Forsyth keek met ongelooflijke blik naar het huis en las toen in vergulde letters de naam van het gebouw: „Het huis van de honderd plezierige dromen'. Hij kon zijn ogen haast niet geloven,
Hij kon zijn ogen haast niet geloven, maar er bleef hem goen twijfel over met betrekking tot het karakter van deze inrichting. Het was een opiumkit. Om zeker te zijn, stak hij de straat over en ging bij de deur staan. Nauwelijks stond hij daar, of de deur ging open. Een man strompelde naar buiten en bracht met zich mede de zoetige geur van de opium. Het was voldoende voor Forsyth. Wat WangHi hem verteld had, bleek waar te zijn. In YongFoo, onder Li WengHoo's regering, werden de opiumwetten openlijk genegeerd.
Verontwaardiging maakte zich van hen? meester, toen hij er aan dacht, dat een van zijn eigen landgenoten meehielp, om de wetten te ontduiken, die het heil en de redding van China beoogden en toen hij het zendingshuis had bereikt, had hij een lang gesprek met zijn collega WangHi. „Morgen ga ik naar de mandarijn"
„Morgen ga ik naar de mandarijn" was zijn besluit. ,Ik wil het hem onder het oog brengen. Ik zal hem nog de gelegenheid laten, maar als hij er niet direct een einde aan maakt, zal ik rapport uitbrengen aan de autoriteiten in Peking".
Een pijnlijke trek kwam op het gelaat van WangHi.
„Het is gevaarlijk, om de mandarijn tegen te treden, dokter Forsyth. Als hij "
„Waarvoor zal ik mij bezorgd maken Hij zal het niet wagen, om een Engelsman te benadelen. Morgen ga ik. Het is mijn plicht".
En de volgende morgen ging hij. Zijn tocht was evenwel tevergeefs, want hij hoorde, dat LiWengHoo voor drie weken op reis was.
Elke avond van de drie weken ging hij voorbij het huis van ,,de honderd plezierige dromen" en lederen avond brand den de heldere lantaarns en klonk door de half geopende deuren een vreemde Chinese muziek, die hem met verontwaardiging vervulde. Eindelijk kwam het bericht van de te
Eindelijk kwam het bericht van de terugkomst van de mandarijn en terstond ging hij op weg naar zijn paleis. Hoe verbaasd was hij, toen hij in een der nauwe straten, die naar het paleis voerden, Kathlijn Bariington ontmoette. Zij was gekleed in een effen witte japon. Haar donker haar was slechts half beschut door een panamahoed en over haar schouders hing een geopende, bonte Chinese parasol.
Ook haar gezicht verhelderde, toen zij hem herkende.
„Goeden dag, dokter", zei zij met een vrolgke lach. „Juffrouw Barrington", groette hfl te rug. „Wanneer is u teruggekomen?" „Vanmorgen eerst. Mijn kleine patiën
„Vanmorgen eerst. Mijn kleine patiënte maakte het heel goed en omdat een verpleegster van Canton gekomen was kon ik gerust weggaan. Haar vader is heel dankbaar en ik geloof, dat ik in de toekomst op alle mogelijke hulp van de mandarijn rekenen mag. En het kind, het speet me, dat ik de kleine dreumes moest achterlaten, maar mijn vader had mij nodig en zo ben ik hier weer terug. Maar zegt u me eens: hoe vindt u Yong Foo?"
„Ik ben juist op weg naar de bestuurder van YongFoo, om hem te vertellen, hoe slecht ik het hier kan vinden met sommige dingen." „O", zei ze, „dan verwekt u ongenoe
„O", zei ze, „dan verwekt u ongenoegen. LiWengHoo is een driftig man". „Dat doet niet ter zake. Hij is een slechte bestuurder en maakt misbruilc van zijn macht". „In welk opzicht", vroeg het meisje.
„In welk opzicht", vroeg het meisje. „Opium. Hij laat de handel openlijk toe en als ik het goed begrijp, deelt hij in de winsten daarvan". De blijdschap in de ogen van het meisje verdween plotseling en haar lief gelaat verbleekte enigszins, terwijl ze ineens als met stomheid geslagen scheen te zijn. Ze sprak niet en Forsyth, die de verandering in haar gezicht had bemerkt, vervolgde: ,Mijn collega dr Wang Hi, is tegen mijn plan." „Dat is heel verstandig", zeide zij
„Dat is heel verstandig", zeide zij op zachte toon.
,,Hij deelt de mening van uw "f, der " „En die is?" viel zij hem terstond»
„En die is?" viel zij hem terstond» de rede. , „Dat het beter is, geen "slapende ho«j
„Dat het beter is, geen "slapende ho«j den wakker te maken".
„Ze hebben beiden gelijk. Als zulK honden wakker worden, zullen ze u ' stukken scheuren, dokter Forsyth". 2i sprak op ernstig toon en meende U^fi' baar, wat zij zeide. In haar wijze vaf. spreken lag als het ware een verzoek Hij glimlachte om haar ernst. „lit ben niet bang voor hondea'i
„lit ben niet bang voor hondea'i antwoordde hij rustig. ,Maar de mandarijn! Hij is verschrik
,Maar de mandarijn! Hij is verschrik keiijk, dokter. U begrijpt het niet", i ,,Geloof me, ik begrijp het wel MaJij
,,Geloof me, ik begrijp het wel MaJij ilc ben niet bevreesd". , ,U gaat de tijger opzoeken... . "
, ,U gaat de tijger opzoeken... . " „In zijn hol", antwoordde Forsyth alle ernst. . De vragende trek op haar gelaat wer'
De vragende trek op haar gelaat wer' duidelijker en een zacht smeken spräM uit haar donkere ogen. „Ik wou dat ik u kon overhalen, ni«|
„Ik wou dat ik u kon overhalen, ni«| te gaan", merkte zij op, zeer bewogs" Hij schudde het hoofd. „Het is nilj» plicht en waar plicht roept, weet u
„Ik dacht wel, dat ik u niet zou kuJ nen bewegen. Maar ik maak mi) ^e" bezorgd. Ik weet zeker, dat het i'" iiift I lang zal duren voor " lecht nationaal deze jeugdverenigingen [Zijn.
Tenslotte stelt spr. de vraag hebben Ide 4-H-clubs ook voor Nederland wat Ite zeggen, wat hij met een volmondig Ija wü beantwoorden. Spr. heeft die Ijeugdclubs in Amerika van zeer nabij I gadegeslagen en bestudeerd. Steeds was Ihij getroffen door de frisse sportieve l geest en de toewijding voor him werkjstukken.
De 32 boerenzoons, uit Nederland, Iwaarvan spreker de leiding had naar lAmerika, waren allen van hetzelfde ooi^ Ideel en wensten wel, dat wij hier te lan- (de ook'zo iets hadden.
Wel wil spreker waarschuWen voor Icopleerwerk. Wat in Amerika past, past Iniet altijd hier. Wel zou in Nederland Imeer moeten worden uitgegaan van het- Igeen ons allen bindt. Het werkstuk kan |ons daarbij de weg wflzen. (Applaus.) Bespi«klng
Bespi«klng Na enige tijd pauze kreeg de verga- I dering gelegenheid vragen te stellen of Jopmerkingen te maken. De heer J. Boomsm^zei al vele hia
De heer J. Boomsm^zei al vele hiajlen opgemerkt te heböln, dat de Ame- Irikanen veelal een bovenmate groot ge- Ivoel van eigen waarde hebben en wei- Inig respect voor wat andere volkeren jpresteren en eren. Ir van Beekom weet jdat aan de jeugd van, het Amerikaanse Ivolk. Overigens wilde hij niet plus roylaliste que Ie roi zijn. De Amerikanen Izyn sinds twtintig jaar zeer aan innerllijke beschaving vooruit gegaan. Straat- Ischenderij gebeurt er niet. Spr. geloof- Ide niet dat het Amerikaanse jeugd- Iwerk er toe leidt, dat het respect voor landere volkeren weinig is. Wel ziet lAmerika ons scheef. Maar daaraan hebfben wij zelf schuld! Het is spr's erva- Iring, dat Amerika gaarne aanneemt als Imen gedocumenteerd aantoont, dat wfl Iniet veel anders zijn dan zg en gelijkj waardig. Spr. verduidelijkte hier, dat de Imeeste Amerikanen excessen even hard I Verfoeien als men dat in ons land doet.
Dhr M. Boomsma vroeg naar trekl'ken en kamperen. Dat gebeurt volgens ide spr. uitsluitend met de auto, die er [geen luxe, maar absolute behoefte is. Naast de 4 H's is er de padvinderij,
Naast de 4 H's is er de padvinderij, Imaar niet in die omvang in West-Eur- |opa.
Religie staat in Amerika niet op de {achtergrond, maar die wordt niet betrok Iken in de dagelijkse dingen; men heeft Ier bv. geen Christelgk melkcontrolesta- Ition! Religie is er een zeer particuliere (aangelegenheid. I Dr Stoel vroeg of „coloured-people"
I Dr Stoel vroeg of „coloured-people" [toegang heeft tot de 4-H-clubs. De spre- |ker moest dit met neen beantwoorden. Het negervraagstuk is het enige grölte probleem dat de Amerikanen ken'- [nen. Het is veroorzaakt door angst; de I vrees, dat de negers in aantal boven de planken zullen uitkomen. In Missisip- |pi is dat al het geval. Er is In deze bojvendien een controverse tussen Noord len Zuid. In het Noorden zitten negers en blanken door elkaar, in bus of trein. In het Zuiden vreest men de gemengde huwelijken. Op de departementen vindt men vele negers. De negers maken één fout: ze zouden gaarne een wit velletje hebben! Waar bet neger element belangrijk vindt men negerclubs en voorts dezelfde organisatie als voor de blanken. In het Noorden kimnen negerkinr deren wel in blanke clubs komen.
De heer Baardse zei te concluderen, dat de opvoeding vrij eenzijdig is ui de 4-H-clubs en meer aanstuurt op vakbekwaamheid. Ir van Beekom verklaarde, dat de 4-H-clubs eigenlijk ons landbouw onderwijs vervangen. De heer den Eerzamen vroeg wat de
De heer den Eerzamen vroeg wat de Amerikanen doen nadat zij de club verlaten, op het 21e jaar dus. De spreker antwoordde, dat men er dan getrouwd is!! Men Was zeer verwonderd, dat men in ons land eerst op 't 25e jaar of later nog trouwt. Dr Stoel meende dat dit uit physiolo
Dr Stoel meende dat dit uit physiologische omstandigheden voortvloeit. Tenslotte sneed Ir van Beekom ook nog het onderwijs aan. De leerplicht gaat tot het 17e jaar, daarna gaan ve-» len, een veel hoger percentage dan hier, naar de high school. Het bijzonder onderwijs bestaat er, maar de staat subsidieert het niet.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 maart 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's