Het verdrukte Sion liefelijk vertroost
Gij verdrukte, door onweder voortgedrevene, ongetrooste, zie, Ik zal uw stenen gans sierlijk leggen, en Ik zal u op saffieren grondvesten; en uw glasvensteren zal Ik kristallijnen maken, en uwe poorten van robijnstenen, en uw ganse landpale van aangename stenen. - (Jes. 54 : 11, 12.)
(SLOT)
Neen, de Heere is Zijn volk geen land van uiterste duisternis. Nooit zal Hij Zijn hand van Zijn erfdeel aftrekken. Hoe diep de ziel Zijn volks neergedrukt moge zijn, hoe overstelpt van eilend', de Heere zal ze verlossen. „Ziet", zegt de Heere, om onze opmerkzaamheid gaande te maken op hetgeen Hij zeggen zal, „ziet" Ik zal uw stenen gans sierlijk leggen en u op saffieren grondvesten; en uw glasvensters zal Ik kristallijnen maken, en uw ganse landpale van aangename stenen". Wat treffelijke woorden, troostrijke beloften, die de Heere zekerlijk vervullen zal. God is geen God van ja en neen, maar van ja en amen. Zijn beloften feilen niet. Geen vijand, hoe sterk ook, in getal, kan de vervulling van Gods beloften stremmen. Werd het door het Sion Gods eens meer ingeleefd. Wij zien dikwijls meer op de omstandigheden, die ons omringen; op de oordelen, die over de aarde gaan, dan op Gods trouw in het vervullen Zijner beloften.'
De tijden zijn bang. De oordelen Gods zijn geweldig. Maar ik vraag u: Kon er nog een langer voortgaan zijn in de weelde ? Steigerde de hoogmoed niet ten top? Was het niet de tijd voor de Heere dat Hij werkte en opstond? Is de kerke Gods niet in groter gevaar in tijden van weelde en grootsheid, dan wanneer de Heere der heirscharen dien hoogmoed komt neer te werpen en de trotsheid der volken komt te breidelen? De Heere regeert. Hij weet de gedachten der volken. Hij is uitgegaan om de beker Zijner gramschap uit te gieten op de aarde, de volken te benauwen en ook Zijn kerk te zuiveren van het schuim der zonde en haar te werpen in de smeltkroes der ellende. En toch zal Hij Zijn troostbeloften
En toch zal Hij Zijn troostbeloften vervullen. Nooit zal Hij afstand doen van Zijn erfenis. Hij zal haar niet begeven noch verlaten. Voortgaan zal Hij al hare stenen gans sierlijk te leggen. Alle glans en heerlijkheid dezer aarde is slechts schijn. Maar de heerlijkheid waarmede God Zijn volk versiert, is bestendig. Nooit zal haar glans verdoven. Dat geldt van alle ware gelovigen. Allen die als levende stenen gebouwd zijn tot een geestelijk huis. Daarvan zingt de dichter:
Jeruzalem is wel gebouwd. Wel saamgevoegd; wie haar beschouwt, Zal haar voor 's Bouwheers kunstwerk groeten.
Al Gods uitverkorenen worden gemaakt tot levende stenen en gebouwd op Christus, het Fundament, tot een woonstede Gods in de Geest. Gans sierlijk willen zij gelegd worden door geestelijke samenvoegingen, elke steen op deszelfs eigene plaats. De Heere zal Zich daarin nimmer vergissen. Hij bouwt naar het vastgemaakt bestek, dat tot in eeuwigheid zal rijzen. Hij legt de stenen met Zijn eigen hand. Een ieder huis wordt van iemand gebouwd; maar die dit alles gebouwd heeft is God. Steeds gaat de hemelse Bouwmeester voort te bouwen, ook door alle bange wereldweeën heen, totdat de laatste steen zal zijn aangebracht. Hij legt al die stenen sierlijk. Dat wil zeggen: Hij bereidt ze naar de wetten der hemelse bouwkunst, gelijk de stenen van Salomo's tempel werden toebereid. Het deksel van blindheid neemt Hij weg. Hij versiert ze met het licht Zijner kennis; uit de harde grond hunner natuurstaat uitgerukt, reinigt Hij ze van alle zondedrek en bekleed ze met gerechtigheid en met heil, maakt ze tot Zijn behoorlijke woonstede. Neen, het is niet om te zeggen, hoe sierlijk die stenen gelegd worden. Daarover is de Koning Zelf als gebonden op de galerijen en roept er over uit: „Geheel zijt gij schoon. Mijne vriendin, aan u." en er is geen gebrek
Het Fundament waarop die stenen worden gelegd, wordt ons nader aangetoond, waardoor de sierlijke ligging dier stenen des te meer blijkt. „En ik zal u op saffieren grondvesten", zegt de Heere. Dat wijst ons op Christus, die kostelijke Hoeksteen, Die wel vast gegrondvest is. Niemand kan een ander Fundament leggen dan hetgeen er gelegd is, namelijk Christus. Past de saffier niet op Christus? De saffier is een kostelijke steen, hebbende een zuivere glans van hemelsblauw. Het herinnert ons aan de mantel des efods, welke van hemelsblauw was, waarmede de hogepriester bekleed was. Dat leert ons dat het Fundament, waarop alle levende stenen gelegd worden, geen aards, maar een hemels Fundament is, van volmaakte schoonheid en zuiverheid, namelijk Christus. Hoe bemoedigend voor de verdrukten, door onweder voortgedrevenen, ongetroosten. Op dit Fundament gegrondvest is Sion veilig en kan niet bewogen worden. Wat geeft der ziele van het verbrijzelde wormke Jacobs rust, dan de ontdekking en ofienbaring van op dit Fundament gebouwd en gegrondvest te zijn ? Christus blijft geen vreemd persoon voor Zijn volk. Hij zal Zich aan hen openbaren, alzo dat zij de Koning zien in Zijn schoonheid als zijnde blank en rood, dragende de banier boven tienduizend. Immers, de Godsbelofte gaat voort:
Immers, de Godsbelofte gaat voort: „en uw glasvensters zal Ik kristallijnen maken." Kristal is helder, doorschijnend.
Alzo zullen de glasvensters van Sion zijn. De Heere is Zijn volk geen land van uiterste duisternis. Hij trekt ze uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht en doet ze in Zijn licht wandelen in de kracht van Zijn Woord: de opening Uwer woorden geeft licht, de slechte wijsheid gevende. Het is de zang van Gods kerk:
Uw Woord is mij een lamp voor mijnen voet,
Mijn pad ten licht, om 't donker op te klaren.
Hen trekkend uit de leugen, doet Hij Zijn kinderen de waarheid verstaan, zoals zij in Christus is. Die is de Weg, de Waarheid en het Leven. En nog' gaat de mond der waarheid
En nog' gaat de mond der waarheid ^oort, zeggende: „en al uw poorten van i'obijnstenen." Poorten dienen tot ingang. En zijn nu de poorten van Sion van robijnstenen, welke zijn van een rode kleur, hoe worden we dan gewezen op het bloed en de kruisverdiensten van Christus. „Ik ben de Deur", zegt Hij, ,,indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden". We mogen herinneren aan het woord van de Apostel: ,,Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus op een versen en levende weg, welke Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees". Neen geen andere toegang is er tot de troon der genade in de hemel, dan het bloed van Christus. Daardoor is de hemel geopend voor Zijn volk, waar Hij aan de gerechtigheid Gods genoeg gedaan heeft. „En uw ganse landpale van aangena
„En uw ganse landpale van aangename stenen". Het omvat het ganse Sion, zoals het eenmaal als een kostelijke tempel zal aanschouwd worden, waarin de Heere eeuwig zal wonen en Zich verlustigen zal. Welk een heerlijkheid aan Sion toegezegd. Hoe zal het het verdrukte, door onweder voortgedrevene volk meevallen. Neen, de verdrukking zal niet altijd duren. Bang zijn de tijden. De goddeloosheid brandt als vuur. Vijandschap en wrevel vervult de aarde. De Fundamenten der Waarheid worden omgestoten. Een dode orthodoxe beheerst de kerk. Jacob is zeer dun geworden en is als overgegeven in de smeltkroes der ellende. En toch, wat ook gebeuren moge. God zal Zijn verdrukte kerk redden uit de nood. Bange weeën gaan over de wereld. De aarde wordt geslagen met de ban. De Heere brengt een kwaad over alle vlees. Maar Hij zal voor Zijn bedrukten een bestendige Toevlucht zijn. Die in de schuilplaats des AUerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen. Eenmaal zal Sion in heerlijkheid pralen als de stad des levenden Gods. Als de vijand voor eeuwig zal beschaamd staan en de heerlijkheid des Heeren zal gezien worden in Zijn tempel, dan zal het verdrukte volk met eeuwige blijdschap gekroond Dan zal God zijn alles in allen. zijn.
Ds B.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 maart 1950
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 maart 1950
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's