Roken En Drinken Tweemaal zo duur als woningbouw

Cijfers kunnen uiterst leerzaam zijn. Ze onthullen vaak dingen, waarbij men anders niet zozeer stilstaat. Deze keer geven we enige cijfers weer uit een rede van Mr Dr J. In 't Veld, minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting. 1. tt r e n

Minister In 't Veld hield een toespraak tijdens de receptie ter gelegenheid van het iO­jarig bestaan van de Gelderse propagandacommissie der Ned. vereniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken. „In 1949 werd in ons land aan alco ­ e l. ­

„In 1949 werd in ons land aan alcohol voor een bedrag van zeshonderd millioen gulden besteed aan tabaksartikelen voor vijf honderd millioen en aan woningbouw eveneens vijfhonderd millioen", zo sprak de Minister. Voor de bouw van woningen niet eens de helft van wat uitgegeven wordt voor tabak en sterke drank. En dat in een tijd van zo schreeuwend te kort aan woningen. De helft voor woningen vergeleken met slechts twee genotmiddelen. ­ 3 1 i t i 1 • t

Als men daar nu nog eens bij optelde wat voor snoep wordt uitgegeven. 3

En dan voor vermakelijkheden, zoals bioscoop, toneel, voetbal en zoveel andere soorten van sport. We geloven dat de uitgaven voor s ­ f

We geloven dat de uitgaven voor woningbouw van al die bedragen samen slecht een kleine fractie uitmaken. Het tekort aan woningen is ontstellend groot. Zeker 250000 ä 300000 woningen te kort. Met als gevolg een reuze nasleep van ellende. Ellende van samenwoning, van allerlei onhygiënische toestanden, met allerlei nare omstandigheden van wachten en teleurstellingen. En in zulke omstandigheden geeft ons f 1 t 1 1 ­ ­ ­ ­ • 3

En in zulke omstandigheden geeft ons volk de helft uit voor die noodzakelijke woningbouw en het dubbele voor slechts twee genotmiddelen. Voor woningen slechts een kleine fractie van wat uitgegeven wordt voor allerlei genotmiddelen en vermakelijkheden. 3 ­ 5 1

Met betrekking tot de uitgaven voor tabak en sterke drank merkte de Minister vervolgens op ^ ­

,Als wij deze cijfers bezien, dan voelen wij, dat er iets mis is. Wij hebben nog altijd een groot tekort en wij leven bil de gratie van de Marshallhulp. Deze hulp loopt echter af. Wanneer er geen verandering komt, zullen er in 1952, wanneer we het zonder die hulp moeten doen, ingrijpende maatregelen moeten worden genomen." 1 • • " ­

Tot zover de Minister. Inderdaad is er iets mis met ons volk. De oude Vaderlandse deugd van gepaste zuinigheid gaat meer en meer te loor. Zulke hoge uitgaven voor genot en vermaak zijn niet verantwoord. Zeker niet in onze armoede. ' ' ' ^ '

Het staat te vrezen, dat we onzacht wakker geschud zullen worden uit de roes van schijnwelvaart en verkwisting. '

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen