Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Roddelen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Roddelen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ij lezen in „De Kandelaar", het Hermd Meisjesblad een stukje over ddelen" wat nuttig kan zijn om ook ons Blad door te geven.

eg B., kun Jfl me ook soms vertelwat het woord „roddelen" betekent ? las dat laatst eens ergens, maar weet t goed de betekenis ervan; weet jy soms?

awel, zo'n beetje wél. Kijk, ik zal je eens voordoen. (Naar haar vrientoegebogen, zacht en geheimzinnig): -g, hoor eens even, ik moet je toch swat vertellen, ik kan 't haast niet oven, maar ze hebben 't iny ook verd. Weet je wel, dat " en dan volgt 't een of ander minder mooi verhaal, t op geheimzinnige manier en heel wijla met enig leedvermaak wordt egedeeld over... ja, over wie? Over onzer medemensen, die er natuurniet bij is, die dus ook geen weoord heeft, geen opheldering kan en, maar alles weerloos over zich et 'laten heengaan, 't Is dus zoiets kwaadspreken achter iemands rug, maar al te graag voortvertellen van der mooie dingen. is 't dät? — Maar je praat toch

is 't dät? — Maar je praat toch vaak met elkaar over iemand anders, t behoeft dan toch niet altijd „rodde- ' teztjn?

ee, dat hoeft zéker niet, en dat is gelultkig ook lang niet altijd, maar et je wat het geval is? De meeste nsen zijn nu eenmaal belust op uwtjes en sensatieverhalen en dät is rote gevaar, dat hierbij is. Daarom rdt meestal- ook eerder het kwade het góéde van onze medemensen rteld. Er is een klein, pittig versje, t dit zo juist zegt: „Vertel aan ied van een derde, een daad, die edel s en goed. 'k Wed, dat hij kalm uw ing inpakt en dan — haar op de kschuit doet." — D.w.z. hij heeft geen ast om het vorder te vertellen en als 't soms helemaal vergeet, is 't nóg t erg, hè? — Maar nu omgekeerd, -t liet versje is nog niet uit: „määr istert gij iets van een Idägheid, iets n een schande hom in 't oor, dän is in oen wip de straat op, en holt... ar 't tolegraafkantoor!" i) O, zeker om 't maar gauw verder te

egraferen, niet écht natuurlijk, maar t de mond, en zo gauw als 't maar n. 't Was voor zó een te wensen, dat t telegraaf kantoor dan maar eens goten was, m.a.w. dat er niemand naar storen wilde. — Dat doet me denlten een ander klein versje: ,,gij hebt éé oren, éne mond; wil 't overleggen, moet véél horen 't eiken stond en inig daarop zeggen. — Gg hebt twéé en, éne mond; wil 't overwegen. Van es wat gij ziet in 't rond, "dient wel lielft verzwegen." i) a, dat zeg je daar wel goed: „van

s wat ge ziet in 't rond, dient wel lielft verzwegen." Maar 't gaat estal andersom, zo, dat de helft er g bijgemaakt wordt. Net als jongens, een sneeuwbal maken, hoe langer ze en, hoe groter hij wordt. — Dan et je niet wat voor verhaal er tentte te voorschijn komt. 'aar lach je om ? — Is dat dan niet

Nou, en óf! Ik lachte juist om dat oie kippenverhaal, dat ik eens hoorvortellen en dat óók wel zo'n sneeuw- !eck (dat verhaal bedoel ik). Wat is dat voor een verhaal? Vertel t eens!

"oed, dat wil ik wel doen, misschien t anderen er ook nog een lering uit -non trekken! Luister:

r waren eens 6 kippen, die naast aar op stok zaten. Vóór kip no. 1 ai' Iwp in de veren stak om te gaan pen, streek ze nog even haar veren d, waarbij een veertje, dat wat los , naar beneden dwarrelde. „Kijk s", zei ze tegen haar buurvrouw, ,,ik ill mijn veren te verliezen." ,Ja, dat ik", zei kip no. 2, „gelukkig dat geen mooie is, maar juist één, die t vuil is", waarna de éérste haar in de veren duwde en insliep. ,Zoi je iets, wat is er aan de hand?" agt kip no. 3, die meende dat 't woord häär gericht werd. „Och, niets bijdors", is 't antwoord, ,,mijn buuruw plukt zich even een vuile veer 't lijf, vóór ze gaat slapen." — Nu rt no. 3 zich tot haar volgende buuruw on zegt: „Begrijp toch eens wat Ijdeltuit! Die kip daar vóóraan at zichzelf niet mooi genoog en nu t ze al haar lelijke veren uitpluk- , wat verbeeldt ze zich wel!" — M zeg je daar? „vraagt kip no. 5, ook iets gehoord heeft en nu vertelt 4 haar 't verhaal en voegt er nog b^|: „en dat doet ze natuurlek in 't donker, zodat wij er niets van zien zullen. Maar 't zal wat worden, morgen is ze natuurlek helemaal kaal." — En verontwaardigd keert no. 5 zich tot kip no. 6, die nu 't verhaal te horen kr^gt, dat haar vriendin vóóraan zich uit Ijdelheid al de veren heeft uitgeplukt en nu geheel kaal op stok zit. 't Is toch wat!! Een mussenpaar, dat haar nest heeft, dicht bij de plaats waar onze kippen aan 't redeneren zö'n, heeft óók iets gehoord. „Wat is hi»r beneden toch te doen?" vraagt het wijfje. „Goed kan ik het niet horen", is 't antwoord, „maar ik geloof dat die kippenfamille tamelijk ijdel is en zich nu wat aan 't opknappen is, ik hoor tenminste zoiets van veren uitplukken. 't Zal me wat fraais worden! — En een uil, die juist boven het mussennest op het dak zit en alles hoort, slaat hierop de vleugels uit en vertelt luid krijsend, aan ioder die 't horen wil, dat bij boer Gerritsen al de kippen zich uit ijdelheid en hoogmoed de veren hebben uitgetrokken en nu geheel kaal rondlopen!

...En de arme, onschuldige kip, die rustig is ingeslapen en van al die praatjes niets heeft gehoord, pikt de volgende morgen even rustig haar graantjes als ändere morgens... Wat weet.^z\j ook van al die boze tongen?! 2)

Leuk is dat verhaal, 't waren dan ook maar kippen, maar als je als mens zoiets overkomt dat je er zó kaal afkomt, terwijl er eigenlijk niets gebeurd is, dan is het niet leuk meer, dan is het ergerlijk dat er zulke dingen gebeuren kunnen. Wat kan een mens zijn naaste toch een leed aandoen, want de lastertong is nooit te achterhalen en het aangerichte kwaad ongedaan te maken, daar denkt men meestal niet aan.

Daar heb ik óók eens een verhaaltje van gelezen. Ik ben nu tóch aan 't verhaaltjes vertellen, dus dan dät óók nog maar. — Er was eens een jong meisje, dat bij de geestelijke kwam biechten, dat ze kwaad gesproken had. De geestelijke gaf haar een uitgebloeide distelbloem, vól zaadjes, en zei dat ze daar langzaam de weg mee moest uitlopen en telkens een zaadje laten vliegen. Als 't laatste zaadje weggevlogen was, mocht ze terugkeren. Toen ze na enigo tijd terugkwam, sprak de goestelijl<e: „ga nu dezelfde weg terug en raap al de zaadjes weer op." „Maar dat kän ik niet", riep het meisje, „de wind heeft ze alle verstrooid". ,,Ja", sprak hij, ,,ze zijn wèg, en wie weet hoeveel er wortel schieten. Zó is het nu óók met het kwaad spreken. Die woorden, die je gesproken hebt, zign wèg, je kunt ze niet terughalen, en wie weet in hoeveel harten ze wortel schieten en kwaad voortbrengen."

Nou zeg, die was rääk, en goed ooit! Ik zie ze daar al zoeken naar die zaadjes, maar ze zou er toch geen één meer gevonden hebben, dät is een onbegonnen werk natuurlijk. En van onze woorden, die als een zaad zijn uitgestrooid, is er óók geen enkele terug te halen, die doen hun werk ten goede óf ten kwade. En daarom:

Beheers uw tong, geen wóórd dat God niet hoort! Zie wat ge dóét, géén daad sterft met de tijd. En de invloed van zo menig daad en woord Zal vóór u staan tot in all' eeuwigheid.

Ja, dat zie ik nu óók, en we kunnen nog wel iets verder gaan en zeggen: we kunnen op deze manier onze naaste tot zelfs in zijn geestelijk leven benadelen en ten diepste krenken, want immers, we kennen elkanders hart niet, en „des mensen levensboek heeft zoveel duistere blaän, licht is daar wel een blad waarop gö niet kunt lezen en soms kan op dat blad voor God zijn vrijspraak staan." Daarom is ,,roddelen" over iemand ook zo krenkend en liefdeloos, de persoon in kwestie kan zich niet verweren en de laster knaagt steeds verder... ,Ta. zover, dat het soms óók doordringt

,Ta. zover, dat het soms óók doordringt tot het slachtoffer zelf. Maar dan kan dit woord weer tot troost zijn: j,Als u de lastertong ooit spreekt, wil met geduld verdragen. Het zijn de slechtste vruchten niet, waaraan de wespen knagen".

Nee, dat is wel zo, maar geknaagd wordt er dan toch maar en dat is een pijnlijke geschiedenis, vind je óók niet? De tong is een klein lid, maar... machtig in haar werking, naar beide zijden.

Hier geldt het nu: „de tong is een vuur, een wereld der ongerechtigheid. Zij is een onbedwingelijk kwaad, vol van dodelijk venijn." Houdt dan uw tong in toom en laten we met dat vuur niét spelen, dat is altijd gevaarlijk en dikwijls niet te stuiten. Maar... de Spreukendichter zegt: „als

Maar... de Spreukendichter zegt: „als er geen hout Is, gaat het vuur uit." Dat kunnen we zelf in 't dagelflks leven toch ook al opmerken, het vuur vraagt steeds brandstof en krijgt het dat niet voldoende, dan dooft het uit. Laat dit kleine stukje er dan toe mogen medewerken, dat wij géén hout aandragen voor het vuur van laster en roddelen, maar het liever trachten te doven, het zal onszelf en onze naaste ten nutte komen.3)

1) Overgenomen uit ..Eenvoudige wijsheid", door Hoogenboom en Moerman. 2) Vrij weergegeven uit een der leosboekjes van Leopold. 3) Van verdere kleine verhaaltjes of versjes, die er in voorkomen kan ik de herkomst niet altyd weergeven. Soms zijn ze bv. van een scheurkalenderblaadje of iets dergelijks. L. A. M. V. B.

Zondagsdiensten Artsen.

Van Zaterdag 25 Maart v.m. 12 uur t.m. Maandag 27 Maart v.m. 9 uur

MidtWlhamis-Sommeläd^jk: Afwezig de artsen Tj. Kuipers, C. P. Arends en P. Knöps. Voor spoedgevallen A. Kievit, arts, Telef. 90, Middelharnis.

DirkslaiHl-HerWngen-Melissant: Afwezig de artsen B. Elvé en G. Huisman. Voor spoedgevallen dr P. Boot, Telef. 127, Dirksland.

Oost Flakltee: Afwezig de artsen C. W. Kramers, P. ds J. Voogd en P. J. de Man. Voor spoedgevallen E. J. Bonman, arts, Telef. 19, Stad aan 't Haringvliet en O. J. Buth, arts, Telef. 6, Den Bommel.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 maart 1950

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Roddelen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 maart 1950

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's