"Klimaten in zakformaat"
Waarheen met vacantie?
(Van onze weerkundige medewerker)
Dat er zelfs in ons kleine landje nog lal van miniatuur-klimaatjes voorkomen, blijkt, wanneer wij verschillende weerelementen, zoals temperatuur, regenval, onweer, enz., eens nader bestuderen.
De gemiddelde jaartemperaturen leren, dat Maastricht aanmerkelijk warmer is dan De Bilt en dit weer warmer dan Den Helder. De zee in het Noorden heeft vooral in de zomermaanden een afkoelende werking; ten Noorden van de steden Groningen en Leeuwarden kan men in de zomer maar heel zelden 's avonds buiten blijven zitten, vanwege de veelal invallende zeewinden, die aldaar tevens veel nevel- en mistvelden doen ontstaan. De hoogste temperaturen worden waargenomen te Maastricht met gemiddeld 33 zomerse dagen tegen Den Helder met 4. De laagste in ons land gemeten temperaturen zijn -24 gr. C op 13 Februari 1940 op het Vliegveld Belde, welk record in 1942 sneuvelde door een vorst van -27 gr. C op 27 Januari te Winterswijk. De hoogste temperatuur, welke ooit in ons land is waargenomen, bedroeg ruim 38 gr C te Maastricht op 27 Jimi 1947. Zo zien wij dat er In ons land een temperatuurvariatie mogelijk is van maar liefst 65 gr C. Het grootste aantal vorstdagen (dat zij-i dagen waarop het kwik onder het vriespunt komt) komt voor in Drenthe en Overijssel en bedraagt aldaar gemiddeld 80. Het aantal ijsdagen (dagen waarop de temperatuur het gehele etmaal niet boven het vriesptmt komt) is het grootst langs de Oostgrens van Groningen en Drenthe en bedraagt gemiddeld ruim 13.
Wat de regenval betreft, deze is het overvloedigst achter de duinerij rond Haarlem, rond De BUt en in Zuid-Limburg, waar Vaals gemiddeld de grootste jaarsom heeft van ruim 800 mm. De minste regen valt langs de Maas tussen Roermond en Gennep en in een gebied rond Kampen. In de zomer valt de meeste regen met een maximum in het Oosten van ons land, het voorjaar is het droogste seizoen, terwijl er in de herfst en winter de meeste regen valt langs de Friese kust rond Harlingen. Wie nog al angst voor onweer heeft, moot niet in de Achterhoek of Limburg gaan wonen, daar hier veel meer onweders voorkomen dan elders in ons land. Het Oosten van ons land is zelfs in de zomermaanden 'een onweers-centrum van Europa. Gezonde mensen zullen niets merken van deze verschillen in ons klimaat; nerveuze en overgevoelige personen kan echter de keuze van woonplaats of vacantieoord lang niet onverschillig zijn. Hoe kan soms een vacantie op één van onze eüanden alle illusies doen verwaaien, wanneer er depressies met krachtige winden over de Noordzee passeren. Bij stormweer komen de grootste windkrachten voor op de eilanden Texel, Vlieland en Terschelling.
De gesteldheid van de lucht is ook van belang. De zware lucht in de bosstreken, die ons slaperig maakt of de verkwikkende zeewind, die er langs onze druk bezochte badplaatsen waait. Geen wonder, dat vrijwel iedere stedeling in de zomer vlucht uit de atmosfeer van fabrieksrook en afgewerkte gassen, naar het strand of de bossen, waar soms op korte afstand al een heel ander „klimaat" heerst, dat dank zij onze gunstige ligging voortdurend door zee-depressies wordt verfrist.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 mei 1950
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's