Vrij en veiling in dreigend gevaar
God is ons een Toevlucht en Sterkte: Hij is krachtelijk bevonden een hulpe in benauwdheid. (Ps. 46 : 2)
In deze Psalm wordt een plaats aangewezen waar men in drukkende overlast V r ij en in dreigend gevaar veilig is.
Overlast /én gevaar, twee zaken die thans in onze ernstige tijden zich openbaren. Tijden van diep verval en vervlakking, waarbij de mens zijn toevlucht en hulp zoekt bij schepselen, welke geen God zijn. Openbarende daardoor te missen de geloofstaal van de dichtter, uit de hierboven aangehaalde Psalm.
Een lied op Alamöth, zo vangt deze Psalm aan.
Sommigen houden dit woord voor een muzikaal instrument of een begin van een zeker lied, anderen: omdat het in het Hebreeuws maagden betekent: dat het door een fijne en reine stem gezongen werd!
Een lied, gezongen voor de weldaden des Heeren, Hem lof toebrengende voor de verlossing van en overwinning op de vijanden, in de strijd en het oorlogsgevaar dat Koning Josaphat dreigde van de zijde van de Moabieten en Amorieten: (2 Kron, 20:) Men kent de ge schiedenis: De vijanden naderden van alle zijden. De Koning riep een vasten dag uit, om kort te gaan: Ze vielen in hun eigen zwaard en zonder slag of stoot mocht Juda de buit binnenhalen.
God is ons een toevlucht: voor een volk dat de gevaren ziet aan komen en vreest door de vijanden overweldigd te worden, maar dat door het geloof een toevlucht mag nemen tot de Troon der Genade. God een toevlucht in Christus, die door Zijn Middelaarsbediening de vijanden van de Kerke Gods heeft overwonnen. Die hun sterkte mogen vinden in Hem, Die de strijd volstreden heeft, wat Paulus deed uitroepen: Als ik zwak ben dan ben ik machtig! Hij, die medelijdende Hogepriester, die in alle benauwdheden mede benauwd was, opdat de Kerk des Heeren schuiling zou mogen vinden onder Zijne vleugelen. God is ons een Toevlucht. In druk
God is ons een Toevlucht. In drukkende overlast, die de Kerk ervaart, als zij geen verwachting meer koestert, van enig schepsel, als zij ontkracht in zichzelf, haar sterkte in die God mag vinden. Gegrond in Gods liefde, geopenbaard in Gods trouw, wat hun bij ogenblikken doet uitroepen: „Daarom zullen we niet vrezen: al ver
„Daarom zullen we niet vrezen: al veranderde de aarde hare plaats en al werden de bergen verzet in het hart der zeeën." (vers 3.)
Dreigend gevaar: de vijanden wèl overwonnen door Christus, maar onder de toelating Gods, rondgaande als een briesende leeuw, zoekende de Kerk te verslinden. De Moabieten en Amorieten zijn samen optrekkende; de strijd gaat om het levende kind Gods! Hij is krachtiglijk bevonden een hulp in benauwdheid Benauwd inwending en uitwending maar door de hulpe des Heeren in Christus veilig. Veilig onder Zijn bedekkende Gerechtigheid. Al veranderde de aarde hare plaats,
Al veranderde de aarde hare plaats, zullen zij niet vrezen. Het tekent de ernst der tijden waar we thans in leven. Het gevaar dreigt van alle zijden en ondanks dat huppelt en danst de wereld langs de rand van een afgrond, niet beseffende de ernst der tijden. Men laat God op Zijn plaats en men zal zichzelf redden, maar straks ondervinden hoe veilig men zich ook waant, buiten Hem, de enige schuilplaats, bevonden te worden. Helaas zal dan ondervonden worden: Ik zal lachen als hun vreze komt en spotten in hun verderf! Welgelukzalig is het volk die, ontbloot van eigen kracht en ontdaan van alle eigen waarde, uit souvereine genade mag zingen: God is ons een Toevlucht en Sterkte. Hulp te ondervinden van die sterke Held, de Leeuw uit Juda's stam, die alleen machtig is om te helpen en te verlossen.
Al veranderde de aarde hare plaats, ik zal geen kwaad vrezen. Uw stok en Uw staf die vertroosten mij. Welgelukzalig is dat volk vsriens God de Heere is! Straks als de Godsgerichten over de aarde zullen gaan, de verdraagzaamheid Gods een einde zal hebben genomen en bange wereld weeën de wereld zullen vervullen, zal het onderscheid gezien worden tussen dien die Hem dient en dien, die Hem niet dient. Dan mag de Kerke Gods getuigen: God is ons een toevlucht! Van drukkende overlast v r ij, en in dreigend gevaar veilig, en zullen zij instemmen met wat Asaf zong in Ps. 73: Gij zult mij leiden door Uw Raad en daarna zult Gij mij in heerlijkheid opnemen. M. Ds G. Zwerus.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 juni 1950
Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's