Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uw eigenbelang

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uw eigenbelang

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Behalve aan de ontwikkeling van de atoomenergie en de bereiding van geneesmiddelen uit schimmels (penicilline, etc.) heeft de laatste oorlog ook een flinke stoot gegeven aan een wetenschap, die op het eerste gezicht van oorlogsgeweld wel ver verwijderd schijnt.

Dat is de voedingswetenschap, waartoe in de tijd, voorafgaande aan de periode 1939—1945, slechts betrekkelijk weinig onderzoekers zich voelden aangetrokken. Toen echter voor de oorlogvoerende landen de kracht en het weerstandsvermogen van hun burgerbevolkingen een onmiddellijk levensbelang werd, maakten de regeringen een aantal voedingsdeskundigen tot hun raadgevers. In Engeland bijvoorbeeld gebeurde dit niet alleen in zaken van distributie, maar werd een geheel plan van voedselvoorziening volgens de moderne voedingsleer opgesteld, waaraan ook de invoer en de eigen productie van levensmiddelen ondergeschikt werden gemaakt.

Daarmede was het belang van de voedingswetenschap wel officieel erkend! Tegelijkertijd betekende dit voor de moderne voedingsleer een prachtige kans om haar waarde in de praktijk te bewijzen. Dit heeft zij dan ook vooral in Enge

Dit heeft zij dan ook vooral in Engeland op een in het oog lopende manier gedaan. Dank zij de overheidsmaatregelen is in dat land het gebruik van melk en groente, twee zeer belangrijk geachte voedingsmiddelen, met respectievelijk 28 en 34% gestegen, vergeleken bij dat in de jaren 1934—'38. Ondanks de hevige bombardenienten en de slechte hygiënische toestanden, die iedere oorlog meebrengt, is het sterftecijfer der burgerbevolking er in de jaren '39—'45 niet gestegen, doch gedaald. Algemeen wijst men de verbeterde voeding als de oorzaak van dit verbazingwekkende feit aan!

Ook andere landen hebben met de „gemoderniseerde" voeding in deze jaren goede ervaringen opgedaan. De gezondheidstoestand van velen in ons land zou zich na de bevrijding zeker niet zo snel hersteld hebben, als bij de distributie gedurende de oorlog niet nog zoveel mogelijk was rekening gehouden met de behoeften (bijv. door het geven van extra rantsoenen melk, kaas, e.d. aan de opgroeiende jeugd, die daaraan bijzonder veel behoefte heeft.) Ook zijn er stellig veel voedingstekorten aangevuld door de melk, de groente, e.d., die bij de boeren gehaald werden — ook door hen. die voor de oorlog geen melk en weinig groente gebruikten.

De gqede ervaringen met de moderne voedingsleer zijn onder meer tot uiting gekomen in de raad, die de internationale voedsel­ en landbouworganisatie, de F.A.O., (eveneens in en door de oorlog tot stand gekomen) aan alle regeringen gegeven heeft. Dat advies luidde: zorgt voor voorlichting, vooral van Uw huisvrouwen, omtrent een goede en economische voeding, hoe men die kan samenstellen en bereiden. Voor Nederland was deze aanbeveling

Voor Nederland was deze aanbeveling niet meer nodig, omdat men het hier juist voor de Duitse inval reeds eens was geworden over de oprichting van een Voorlichtingsbureau van de Voedingsraad. In de kleine tien jaren, waarin dit

In de kleine tien jaren, waarin dit bureau nu reeds voorlichting geeft, schriftelijk en mondeling, door drukwerken, lessen, tentoonstellingen, films en radiotoespraken, is het dikwijls gestuit op een zekere onverschilligheid bij degenen, die het wilde voorlichten. Vooral na de bevrijding is dit het geval, nu men geen raad meer nodig heeft om uit tulpenbollen brood, uit weipoeder broodsmeersel en uit allerlei twijfelachtige ingrediënten jus te maken.

„Wat hebben wij aan die verhalen over vitamines en eiwitten, waarom zouden we ons verdiepen in voedingsleer en warenkennis? Als er maar voldoende voedsel te krijgen is, zodat wij weer gewoon onze gang kunnen gaan, dan hebben we die geleerdheid niet nodig."

Zo is de reactie van een grote groep. Begrijpelijk is dat wel, maar of deze mensen geljjk hebben? Voor de oorlog redden wij ons immers ook zonder penicilline en dergelijke geneesmiddelen. Nu weet iedereen in de kring van zijn bekenden wel van iemand, die door penicilline­inspuitingen snel is genezen van een gevaarlijke aandoening. Wij zouden deze reddende stof niet graag meer wUlen missen.

Zo min als de artsen nog zouden willen afzien van het toepassen van penicilline en soortgelijke geneesmiddelen, evenmin willen de voedingsdeskundigen nu, in vredestijd, de verbreiding van meer kermis omtrent een goede voeding staken. Dat is immers thans het belangrijkste middel om de voedingsgewoonten te verbeteren en daarmee de lichamelijke en geestelijke gezondheid van grote groepen mensen op hoger peil te brengen!

Dat de voeding van grote invloed is op het welzijn van ons lichaam, spreekt wel vanzelf voor wie ook maar even nadenkt. Tot aan onze volwassenheid wordt ons lichaam opgebouwd en daarna wordt het in stand gehouden met de stoffen, die het door ons voedsel worden toegevoerd.

Vele verschillende stoffen heeft het ingewikkelde organisme van ons lichaam nodig om goed te kimnen functiormeren. Die verschillende stoffen komen in verschillende voedingsmiddelen voor; er bestaat geen levensmiddel, dat alle nodige voedingsstoffen in een goede verhouding bevat. Wij moeten onze voeding dan ook samenstellen uit verschillende bestanddelen.

Hoe veel of hoe weinig men eten moet, kan men meestal aan zijn hongergevoel en aan de weegschaal wel merken. Maar geen gevoel en geen weegschaal waarschuwt ons, wanneer wij van een of meer voedingsstoffen te weinig of naar verhouding te veel krijgen. Dat openbaart zich pas op de lange duur in een minder goede gezondheid. Het is de wetenschap, die ons daartegen beschermen moet. Sinds iedere moeder leert, dat een zuigeling extra vitamine D en kalk nodig heeft in ons klimaat, komt de Engelse ziekte (trachitis) hier bijna niet meer voor. Scheurbuik, vroeger een gevreesde ziekte op lange zeereizen, wordt voorkomen, nu men weet, dat gebrek aan vers voedsel (alleen daarin komt het onmisbare vitamine C voor) er de oorzaak van is. Nog niet zolang geleden ontdekten Nederlandse artsen, dat de tropische ziekte beri­beri genezen en voorkomen wordt door het gebruik van voldoende vitamine B, dat o.m. in de zilvervliesjes van rijst en in granen en peulvruchten voorkomt. Zo zijn er meer ziekten of vatbaarheid voor bepaalde ziekten te noemen, waartegen de voedingswetenschap, hoewel zij nog jong is, ons reeds beschermen kan.

Om die reden is het zo belangrijk, dat men aandacht besteedt aan hetgeen een instantie, die geen enkel handelsbelang dient, zoals het Voorlichtingsbureau van de Voedingsraad, U vertellen wil, in krantenartikelen en vouwbladen, op tentoonstellingen en lezingen, per film en via de radio. Dat is voor ieder een zaak van nuchter eigenbelang!

Behalve de gezondheid is er nog een doel, dat bij de voedingsvoorlichting in het oog wordt gehouden: economie in de voeding. Vooral door een verkeerde of verouderde bereiding gaat er heel veel voedsel nodeloos verloren; daarmee verdwijnt niet alleen een deel van het gezinsinkomen in het vuilnisvat of door de gootsteen, maar ook wordt, wanneer dit op grote schaal gebeurt (en dat is zeker het geval), de economische positie van ons land, dus van ons allen, erdoor verzwakt.

Ook in dit opzicht gaat het voor ieder onzer hierbij dus om een zaak van verstandig eigenbelang!

De walvis op de tentoon­ stelling bottbbdam­ahoy', 15 juni ­ 15 Augustus

De tentoonstelling Rotterdam­Ahoy', die van 15 Juni tot 15 Augustus wordt gehouden, vraagt behalve voor een haast onafzienbare menigte andere zaken 00^ belangstelling voor de walvis. In het Park ligt reeds in een zeer bijzonder geconstrueerd paviljoen een geraamte ter lengte van twee en tvrintig meter en menige wandelaar heeft daar al gefascineerd naar staan kijken, zich de eerste ogenblikken bij het zien van de enorme ribben afvragend, wat al die vliegtuigschroeven te beduiden hebben.

Bij dit indrukwekkend gevaarte zullen artikelen worden uitgestald, die op de walvisvaart betrekking hebben, o.m. Baleinen voorwerpen, welke alle antiquarisch zijn, want het balein, waarvan ze zijn vervaardigd is uitsluitend afkomstig van de Groenlandse walvis, die nagenoeg uitgeroeid is. Balein van vinwalvissen, waarvan er nog vele zijn, is hiervoor niet te gebruiken, want bij buiging knapt het en door indroging trekt het krom.

Het indrukwekkende skelet van de walvis, dat op Rotterdam­Ahoy' gedurende 15 Juni tot 15 Augustus wordt geëxposeerd, weegt 18000 kg. Het publiek loopt over de volle lengte onder dit enorme geraamte door. Ook worden harpoenen, spekmessen, enz. ten toon gesteld.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 juni 1950

Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's

Uw eigenbelang

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 juni 1950

Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's