Vervolg Raad Middelharnis

De Voorz.: De constructie van dit gebouw is volkomen ongeschikt voor twee gezinnen. Of er nu een openbare of een andere B.L.O. School in komt, dat doet weinig ter zake, maar vast staat, dat er een B.L.O. school moet komen.

Verder vroeg spr. hoe of dhr v. d. Meide wist, dat er zoveel kinderen zullen komen? En ten laatste moet men volgens de Voorz. maar afwachten of die drie leerkrachten gehuwd of ongehuwd zijn. Dhr is niet tegen een B.L.O.

Dhr Boomsma is niet tegen een B.L.O. School, maar vindt het wel jammer, dat men het Weeshuis niet ombouwt tot verenigingsgebouw. Alle verenigingen zitten ernaar te snakken. De muziek van dhr Both moet in een school oefenen, de meisjesvereniging in een zaaltje tegenover het gemeentehuis, enz. Geef het Weeshuis als verenigingsgebouw en de B.L.O. School een paar woningen van de nieuwbouw.

De Voorz.: In de volgende raadsvergadering komen we met een voorstel voor een verenigingsgebouw en dat zal beter zijn dan U nu bedoelt.

Dhr v. d. Waal is zelf regent van de dienst -Sociale Instellingen, maar voor zover hem bekend, is er nog geen sprake van een overeenkomst tussen deze dienst en het bestuur der B.L.O. School.

Nu vraag ik mij af, aldus spr., hoe kan de Raad nu een wijziging goedkeuren als er nog geen overeenkomst is. De Voorz.: Stelt U zich eens voor, dat deze overeenkomst wel gesloten was en het crediet werd niet verleend, dan had men alle moeite voor niets gedaan. Dhr v. d. Waal: Er staat nog niets vast.

De Voorz.: Hier ligt een besluit van de Stichting dat zij accoord gaat met dit te nemen besluit. De Stichting stelt de Raad dus niet voor een fait accompli, en zo hoort het ook.

Als Dhr Boomsma het goed begrepen heeft, is de vergoeding maar van tijde- lijken aard, want over 9 of 10 jaar komt toch dat andere huis vrij.

De Voorz.: „Ik heb geen vooruitziende blik.”

Dhr Boomsma wil er meer een werkplaats voor onvolwaardigen van maken. Het gaat er niet om, dat ze hun loon opbrengen, maar wel dat ze iets presteren.

De Voorz.: Uw gedachte is juist De bedoeling van B.L.O. onderwijs is, dat ze eerst wat ontwikkeld worden en dan kan hier later een eventuele aanvulling op volgen. Van een B.L.O. kind is een heleboel te maken. Maar niet meer op 17-jarige leeftijd.

Voorts hebben de verschillende groeperingen meerdere malen met elkaar gesproken, doch zij zijn het niet eens geworden. Nu heeft één groepering doorgezet en dat mogen we toejuichen. Het is een algemeen belang. Dhr wijst allereerst op het

Dhr Koppelaar wijst allereerst op het rapport der schoolarts en vervolgens op de remmende invloed op het kind, omdat het zich bij andere voelt achter gesteld.

De groep, die het initiatief genomen heeft, krijgt bij niet voldoende deelname geen subsidie en aanvaardt daardoor ook alle consequenties.

De opmerking betreffende de woningnood komt niet geheel tot zijn recht, want één leerkracht komt te Ooitgensplaat en één leerkracht te Ouddorp te wonen. Dit doet men, omdat deze leerlingen anders alleen naar huis moeten. Vervolgens leest de Voorz. woordelijk het bedoelde gedeelte uit het rapport van de schoolarts voor. Hierin staat o.m.:

„Gevallen van geestelijke achterlijkheid worden genoteerd, wanneer het kind eigenlijk in aanmerking komt voor een school voor buitengewoon L.O. Dit ziet er op Flakkee heel somber uit. Er is hier nl. in het geheel geen oplossing, behalve het uit het gezin verwijderen van het kind door het te doen wonen op een plaats waar wel zo’n school is. Nu wil het dus zeggen, dat er totaal niets voor deze kinderen gedaan wordt. Zij mogen nu bij het gewoon L.O. bij de lessen toezien en toehoren met de hoop, dat er iets van blijft hangen. Zeker een opoffering van de zijde van de onderwijzer, maar het is niet eerlijk tegenover het kind. Zij kunnen de lessen niet volgen en moeten zich dus nu maar dagelijks minder voelen dan een ander kind.

Waar wij nu alle krachten inspannen en grote financiële offers met bereidwilligheid brengen om onze normale kinderen geestelijk en lichamelijk een zonnige jeugd te geven en hen op te voeden tot goede en gezonde burgers van onze Mij., is het toch onbegrijpelijk, dat er nog geen oplossing voor deze groep gevonden is. Vast staat, dat wanneer deze kinderen een opleiding krijgen van gespe- |

cialiseerd personeel ook voor hen een waardige plaats in het leven mogelijk is. Zo van één ding, dan hoop ik, dat ik U in mijn volgende verslag een ander geluid kan doen horen.”

Weth. v. d. Brugge: We hebben deze school brood en brood nodig, want een groot gedeelte dezer kinderen kunnen meer met hun handen bereiken dan met hun verstand. De overheid is niet geroepen tot de keuze van het onderwijs. Komt er een andersdenkende groep, dan heeft de overheid hier ook een taak. De Voorz.: De ouders moeten hun kinderen, die daarvoor in aanmerking komen, naar zo’n school toesturen.

Dhr Kleingeld: Dit is een school van een groep der bevolking en niet van de gehele. Dit alles heeft een diepere achtergrond. Eerst heeft men gepoogd tot overeenstemming te komen, maar gezien de verhoudingen bleek dit niet mogelijk. De oorzaak ligt bij beide partijen, omdat er niet voldoende goodwill is. Spr. is niet tegen de Chr. B.L.O. School, omdat hij zelf ook op Bijbelse grondslag bouwt, ondanks dat hij lid van de P.v.d.A. is. Spr. kan echter alleen niet meegaan met de wijze waarop dit alles is gebeurt. Wij als Christenen moeten meer goodwill tonen als de niet Christenen. Wij als raadsleden zitten voor een gehele gemeente en niet voor een bepaalde groep. Maar de raden van Flakkee en ook die van Middelharnis schieten tekort. De Fl. Gemeenschap moet overal in de bres springen. Wij als raadsleden moeten meer samensprekin- gen houden, zoals bv. jl. Maandag over de brug. De agenda’s van de raadsvergaderingen zeggen helemaal niets. Ik hoop dat alles in de toekomst veranderen zal en dat we meer samen zullen werken.

Dhr Boomsma kan zich ook niet met het voorstel verenigen. De regenten hadden volgens spr. verder moeten kijken.. Er zijn nog veel meer mogelijkheden. Weth. Vroegindeweij is ook regent van de dienst Sociale Instellingen en merkt op, dat dit voor de Raad iets zakelijks is. Wij, als regenten, wilden dat gebouw verhuren en nu moeten wij beslissen of wij gelden zullen voteren voor de verbetering van het Weeshuis.

Weth. v. d. Brugge: Dhr Kleingeld heeft dingen ter sprake gebracht welke een beschuldiging in de lucht zijn. Feiten heeft hij niet genoemd. Een dergelijk iets is beneden alle peil en ook zonder enige grond. Wij hebben gebouwd en bouwen nu weer een groot aantal woningen, geven daar voorschotten op. enz Vervolgens komt het voorstel in stemming en wordt met zes tegen vijf aangenomen. (Tegenstemmers dhrn. Boomsma, v. d. Meide, Kleingeld, v. d. Waal en Mevr. v. Groningen.) Weth. v. d. Brugge: „De barmhartigheden der goddelozen zijn wreed!” Bij de rondvraag verzoekt dhr v. d. Waal maatregelen te treffen bij het zwemmen voor kinderen beneden de 14 jaar. Hier ligt volgens spr. een taak voor de Raad. De Voorz. zal contact opnemen met

De Voorz. zal contact opnemen met de Zwemclub en de Waterstaat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen