Waardoor wij bruin branden

TJltiia­violette .... en niet de warm testralen vaJi de zon, zijn hiervan de oorzaiak.

(Van onze weerkundige medewerker)

Zelfs al in de maanden Maart en April, wanneer er enkele heerlijk zonnige en vrij warme dagen voorkomen, gaan velen, wanneer ze er maar even tijd voor kunnen vinden ... in de zon liggen ... om toch maar BRUIN te worden. Wanneer in Mei en Juni de eerste zomerse dagen aanbreken, trekken al velen naar het strand en is het water dan nog te koud om in te baden, dan gaat men in het zand liggen zonnebaden. Vooral bij onze jongere generatie is het laten bruin branden een blijkbaar zeer belangrijk iets geworden.

Ook op het platteland treft men, zonder dat ze daar speciaal gaan zon.iebaden, veel bruingebrande mensen aan. Uit hoofde van hun beroep staan deze, in tegenstelling met de stedelingen, waarvan de meesten overdag op een kantoor werkzaam zijn, veel op de akkers in de brandende zon en winnen het daardoor, wat betreft het bruinbranden, in de meeste gevallen van deze stedelingen.

De zon zendt een groot aantal stralen uit, zowel zichtbare als onzichtbare en tot deze laatste behoren ook de Ultra­ Violette stralen (die wij UV zullen noemen). Het zijn deze UV­stralen, die wanneer wij geruimen tijd in de zon liggen, onze huid gaan bruinkleuren en ... soms ook flinke blaren veroorzaken met alle gevolgen van dien, pijn, niet kunnen slapen enz. vermoeidheid,

Zonnebrsmd. De naam zegt het al. De huid absorbeert de stralen en verbrandt, doordat bij deze absorptie hoge temperaturen ontstaan. In werkelijkheid is de zonnebrand geen echte brand, want hij heeft met de licht­ en warmtestralen, die de zon uitstraalt, niets te maken. Wanneer wij bv. een luclitfilter boven ons zouden hangen, die zowel het zonlicht als de warmtestralen zou tegenhouden en alleen de UV­stralen zou doorlaten, dan zouden wij toch bruin worden en zelfs onze huid tot blaren kunnen laten verbranden. Hieruit blijkt dus, dat de warmtewerking van de zon geen invloed heeft, maar alleen de chemische werking van de UV­stralen. Of U dus in de zomer bij een temperatuur van 15 gr. C of van 30 gr. C ligt te zonnebaden, zal voor het bruinbranden NIETS uitmaken. Het is maar gelukkig, dat een ozon

Het is maar gelukkig, dat een ozonlaag, die zich hoog in het luchtruim ophoudt, slechts één­derde van deze UVstralen doorlaat. Wanneer de gehele hoeveelheid UV­stralen, zoals wij nu georganiseerd zijn, ons zou treffen, dan zouden vrij zeker „verbranden". Een gat in de ozonlaag zou dan ook verschrikkelijke gevolgen hebben.

De gevoeligheid van de menselijke huid voor UV­stralen is niet gelijk. In de eerste plaats zijn er de rasverschillen, die in sterke mate tot uiting komen in de bruinkleuring der huid. Bij de blanken zijn de blonde mensen gevoeliger dan de donkerharigen en geslachtsrijpe mensen weer gevoeliger dan kinderen en grijsaards.

Tenslotte nog enkele tips. Overmaat van langdurige bestraling is gevaarlijk. Ook het insmeren met vet en daarna in scherp zeezand liggen, is niet bevorderlijk voor de transpiratie, daar zulks de warmteregeling van ons lichaam belemmert. Achter glas zult U nooit bruin worden, daar hierdoor wel de licht­ en warmtestralen van de zon komen, maar niet de UV­stralen en, zoals U hiei boven hebt kunnen lezen, zijn het juist deze Ultra­Violette stralen die ons brum branden en niet de warmtestralen van de zon, zoals men zou verwachten. Een wat bruingebrande huid is gezond, maar ... ovei'daad schaadt!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen