Schrammetje
Ik lees in m’n Enkhuizer almanak: Augustus: Oogstmaand. Daarvan kon men in onze tijd beter maken: vacantie- maand. Want Augustus is de maand waarin duizenden het werk voor een wijle laten rusten en het sleur leven van alle dag ontvluchten.
De stad trekt naar de provincie en de provincie naar de stad. Een stadsmens vindt het aangenaam zijn stenen kooi op de zus en zoveelste etage eens te kunnen verlaten en z’n vleugels op het platteland met zijn wijde verten te kunnen uitslaan of de frisse zeewind op een duin top door zijn haren te laten waaien. En de plattelander vindt het wel eens „wat anders” om in de stad te zijn met z’n drukte en lawaai, waar hij ogen te kort komt om al het beweeg van de duizenden mensen, die er door elkaar krioelen en toch allen een of ander doel hebben, gade te slaan. Ook in de bouwvakken zal het volgende week vacantie zijn. Dan zal Schram ook het leven van elke dag: cement + zand + water = specie laten varen. Ondanks het feit dat er honderden mensen op hun nieuwe woning zitten te springen leggen we het bijltje er een week bij neer.
Dan moeten zij nog maar een week langer inwonen of een week wachten met trouwen. En al zou Schram alleen willen werken, dat zou ook niets helpen, want de metselaar is op zijn mede-am- bachtslieden aangewezen, dus alléén is er ook niets te beginnen.
Neen, dan gaat Schram er ook maar een week uit. Daar is ook nog een bof- fertje bij, want ik verneem, dat meneer de Redacteur de krant die week ook verstek laat gaan. Dan behoeft Schrammetje z’n hersens niet te pijnigen om een hoekje vol te krassen. Dus kan dat een heel rustige vacantie worden, waarin lichaam en geest weer eens wat tot zichzelf kunnen komen. Heeft Trijn me daar het hoofd weer op hol gebracht om de vacantiedagen grotendeels op Ouddorp door te brengen. Nou, dat is nog zo gek niet. Het is daar in de „Klienge” zo rustig als je maar wensen kan. En Ouddorps omgeving heeft ontegenzeggelijk iets aantrekkelijks. Als je het geluk hebt op ’n rustig plaatsje een zomerhuisje te bemachtigen of je kunt er een geschikt pension vinden, en het re
gent niet elke dag, dan is Ouddorp een goed vacantie-oord. Je kunt er dwalen door smalle met elzenhout en bramen beboste weggetjes en fietsen door kronkelpaden die zich langs talloze eigen bedoeninkjes der nijvere Ouddorpers slingeren. En als je lust hebt, rijdt ge naar de vuurtoren, en ge klimt twee en vijftig meter boven de hoogste duintop om de Stellendamse vissers als olieno- tenschelpjes op de woelige Noordzee te zien dobberen achter hun netten. Door de verrekijker kunt ge Uw blik laten weiden over het Brouwenshavense gat en als je goed kijkt zou je menen het standbeeld van de grote dichter Vader Cats op z(jn geboorteplaats Brouwershaven te zien staan. En — spiedend over de Noordzee — kunt ge door de kijker de grote schepen op de Noordzee waarnemen, die Hoek van Holland uit stomen op weg naar verre kusten, of je ziet ze terugkeren naar de thuishaven. Dat alles overziende komt je weer een versje van de schoolbank in gedachten dat de meester met het „luus- ter”-jasje en de pluche pantoffels je zó heeft ingehamerd, dat je het je hele leven niet vergeet:
„Neerlands duin en frisse stranden Neerlands vee en klaverwei Neerlands rijk bezaaide landen, Wie bemint ze niet als wij?...... ”
Ja, Schram hoopt ook die Ouddorpse toren nog met zijn stramme leden te beklimmen, want ik verneem, dat het een knap stuk metselwerk is en daar heb ik meer respect voor dan voor het grijze beton! Het hele bouwwerk is keurig uitgevoerd en de kronkelende spiraalvormige trap die in de oude toren aanwezig was is vervangen door gewone trappen, die het beklimmen veel gemakkelijker maken. En boven in dit grote baken kunt ge slaapkamers vinden met vaste wastafels incluis! Wanneer met September de reusachtige lenzen zullen worden geplaatst, is het gevaarte compleet en zullen de zeevarenden weer een kustlicht hebben, dat hen in nacht en duister de weg wijst!
Dan is daar ook nog dat ruige stuk natuurschoon: de Punt. Een van Ouddorps mooiste plekjes. En wie van zon en zee houdt kan er zich aan het strand verpozen, als ge wilt ver van het gejoel der schoolkinderen, die „’n daegje naar Ouddorp” gekomen zijn met bus of tram om zich aan zee te vermaken. Er
zijn daar achter een luwe duinkam veel rustige plekjes te vinden, waar ge U neervlijt in het zand en bij het ruisen van de branding de dagelijkse zorgen ’n wijle vergeet. Ja, de Ouddorpers hebben de schoonste hoek van het eiland. Maar denk niet, dat elke Ouddorper daar oog voor heeft. Dat komt, omdat ze aan hun omgeving gewoon zijn. Die mensen hebben er een leven van lang werken. Er komt daar heel wat kijken om uit de zandgrond een boterham op te diepen. Als men steeds niets anders dan kleigrond — klui zeggen de Oud- derpers — gewoon bent, vraag je jezelf af hoe het mogelijk is dat er op dat zand wat groeit. Maar het gaat en uiterlijk te zien gaat het de Ouddorpers over ’t geheel genomen wèl. Maar wacht U er voor de jeugd. Want het kan U overkomen dat ge kalmpjes door een rustiek landweggetje fietsend, een porte- monnaie op de weg ziet liggen, waai’ ge natuurlijk maar niet zonder meer voorbij kunt rijden. En als ge dan met de gedachte om ook eens een „eerlijke vinder” te zijn Uw hand uitsteekt om het verlorene op te rapen, komt er plotseling beweging in de portemonnaie en scheert hij naar de kant van de weg. Uit het struikgewas aan de wegkant klinkt een daverend gelacht. „Hö. m’n je lekker beet, ouwen?” hoor je dan nog uit de struiken als je boos, beschaamd of lachend om de grap weer op je karretje klimt. Dat neem je echter maar op de koop toe. De jeugd is overal eender. Schram hoopt er weer een weekje met Trijn uit te rusten. Dat is voor haar ook goed. En heeft ze geen ergernis dat ze een hoogstnoodzakelijk kledingstuk voor Schram niet meer kon krijgen omdat haar medehuisvrouwen alles voor haar neus weggehamsterd hebben. Misschien krijgt ze van de kruidenier dan wel twee repen zeep, inplaats van één, omdat we ’n week weggeweest zijn. Want we zijn zo zachtjes aan weer aan de rantsoenering van verschillende dingen toe, al is het dan zonder bonnenstelsel. Wat het publiek zelf uitgelokt heeft, omdat het al de voorraden heeft opgekocht. Nu heeft de een alles en de ander niets. Puur egoïsme: als ik het maar heb! Maar daar willen we in de vacan- tieweek niet over tobben. Na de vacantie keren alle problemen weer, maar dan hebben we misschien weer wat nieuwe moed om ze onder ogen te zien!
SCHRAMMETJE.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 augustus 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 augustus 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's