Vervolg Gemeenteraad Goedereede

1200 gld. komen, zodat de gemeente 900 gld. moet bijdragen. „Wanneer zal het klaar zijn?” vroeg

„Wanneer zal het klaar zijn?” vroeg de heer Lodder.

„We zullen het niet uit stellen!” beloofde de Voorzitter. „Deze week nog. Morgen de hand aan de ploeg!!’ zo verklaarde hij voortvarend.

De raad voteerde zonder stemming het bedrag. De rekening Burgerlijk Armbestuur

De rekening Burgerlijk Armbestuur werd vastgesteld met een subsidie van ƒ 1892.50 van de gemeente. De gemeente bleek twee nieuwe stra

De gemeente bleek twee nieuwe straten te bezitten, die nog geen naam gekregen hadden. B. en W. stelden voor aan de nieuwe straat achter de Groenmarkt de naam van Burgemeester Charbonstraat en aan de zgn. Schoolstraat op het Hoofd de naam van Burgemeester Breenstraat te geven. Instemmend knikten de raadsleden. In de rondvraag zei de heer Tanis

In de rondvraag zei de heer Tanis niewsgierig te zijn naar de grote torenklok. Hij hoort die zo weinig.

De Voorz. kon geen volledig antwoord geven, maar wist wel, dat men geen zwaar hout kon krijgen om de klok aan te hangen of op te stellen .Dat is er nu echter. Dhr Goekoop zag in de eis van repa

Dhr Goekoop zag in de eis van reparatie een goede gelegenheid om naar verbetering te streven. Vraag eens een begroting van een electrisch lui-apparaat!- zo verzocht hij de voorzitter. Die wilde dat wel doen. Het kan een klokluider schelen.

„Eén?” vroeg de heer Goekoop.

„Wel drie!”. De Voorz. zei de gedachte niet gek te

De Voorz. zei de gedachte niet gek te vinden, maar wilde natuurlijk eerst de kosten weten alvorens iets te besluiten. Dhr van Gelder vroeg wie de luiders

Dhr van Gelder vroeg wie de luiders van de kerk betaalt. Dhr Goekoop, dacht dat het met de

Dhr Goekoop, dacht dat het met de kerk altijd te regelen is. Dhr Lodder drong er op aan, dat men

Dhr Lodder drong er op aan, dat men in ieder geval de klok maakt en daarop ontstond een discussie over de vraag hoe of de klok eigenlijk tot luiden gebracht wordt.

Volgens de Voorz. zit er een te lichte klepel in! Dhr den Eerzamen vroeg hoever het

Dhr den Eerzamen vroeg hoever het staat met het rioleringsplan. De Voorz. antwoordde, dat het over

De Voorz. antwoordde, dat het over enige weken klaar zou zijn.

Dhr den Eerzamen vond, dat men het anders maar in gedeelten ter hand moest nemen. Er zitten vieze goten en spr. wees op gevaar van besmettelijke ziekten. „Doe het voor de vereniging van ge

„Doe het voor de vereniging van gemeenten plaats heeft!” vermaande de heer Tanis. De Voorz. wilde het plan afwachten.

De Voorz. wilde het plan afwachten. „Als we bij Stellendam komen, komt er niets meer van!” vreesde de heer van Gelder.

Dhr den Eerzamen vroeg vervolgens naar de straatverlichting op het Havenhoofd. Hij hoorde steeds klachten.

De Voorz. zei, dat die klachten hem niet bereikten. Overigens deed hij de Emgo al een poos geleden het verzoek om lantaarns te plaatsen. Dhr den Eerzamen drong er dan op

Dhr den Eerzamen drong er dan op aan, dat de brandweer meer zal oefenen.

De Voorz. besprak een en ander en opperde de mogelijkheid van het scheppen van de stimulans, dat de spuitgasten meer oefenen. Dhr Sandifort besprak het brand

Dhr Sandifort besprak het brandweermateriaal. Hij achtte ladders wenselijk, omdat in de nieuwe woningen alles boven slaapt. Dezelfde spr. wenste een goede sirene, zoals van Ouddorp; die hoort men tot in Goeree!

De Voorz. antwoordde, dat de alarmering geen probleem is. De mensen wonen vlak bij elkaar.

Dhr Sandifort wilde voorts, dat er geoefend wordt op plaatsen waar men nu nooit komt. In de Pieterstraat bv. „Daar zijn brandsloppen!” deelde de heer Lodder mede.

„Maar je kunt er niet in!” wierp de heer Sandifort tegen. En waar haalt men water voor geval van brand in de nieuwe woningen? vroeg laatstgenoemde.

„Uit de haven!” dacht de heer Lodder, maar de heer Sandifort bleek niet te geloven dat dit mogelijk is.

De Voorz. besloot de discussie met tc zeggen, dat deze aangelegenheid nagegaan zullen worden.

Dhr van Gelder tenslotte vroeg enige verkeersverbeteringen aan te brengen; de oprit naar het Havenhoofd, de oprel bij de Burgemeester Breenweg en nog een moeilijke hoek op de toegangsweg naar het Hoofd. De Voorz. attendeerde op het feit, dat

De Voorz. attendeerde op het feit, dat er poldereigendommen zijn. Hij en de heer Lodder betoogden, dat er veel verkeer is naar en van het Hoofd; „je stood ’r verstomd van!”

De Voorz. vroeg wat al die weggebruikers er wel doen.

„Negotie-zeker”, dacht dhr Lodder. De Voorz. stelde voor om een en ander aan te houden. Men kan toch maar niet zo in de raad aan het verbeteren trekken. Hij zal het met de opzichter opnemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen