Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hij en ik

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hij en ik

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Hij moet wassen, maar ik minder worden. (Joh. 3 : 30.)

WeUc een geloofswoord van Johannes de Doper: „Hij moet wassen, maar ik minder worden."

Johannes was zich bewust slechts wegbereider te zijn voor Hem, die als de Koning Israels Zich onder Zijn volk openbaren wilde.

Hij was er van overtuigd, dat hij slechts een getuige van het Licht was, maar dat Jezus het Licht zelf was, gekomen in de wereld om een iegelijk te verlichten.

Hij zag in zichzelf slechts een vriend van de Bruidegom, die zich verheugen mocht in de huwelijkssluiting tussen Christus en Zijn volk, maar die, zoals vanzelf spreekt, slechts een zeer bescheiden plaats innam.

Daarom sprak hij 't woord, indruisend tegen vlees en bloed, uit: „Hy moet wassen, maar ik minder worden." Niet op zichzelf, maar op Christus wijst Johannes. En zo doet immers steeds de rechte prediker van het Goddelijk Woord. Steeds wijst hij van zichzelf af, naar de Heiland heen. Niet de mens, Christus alleen ontvange de eer! Johannes wil wel achteruit gezet worden, als maar Christus verheerlijkt wordt. Want 't is groot een heel volk te roepen tot verootmoediging, maar nog groter is het, zelf ootmoedig te zijn!

Nooit wijst Johannes op zich zelf, maar hij wijst op het Lam Gods, dat de zonde draagt en wegneemt.

In Christus alleen is alles voor allen, die Hem zoeken. Niet ons, o Heere! maar Uw naam alleen de eer! Wij nemen af, steeds meer. Wij ne

Wij nemen af, steeds meer. Wij nemen af, straks in kracht, als we ouder worden, in betekenis, in invloed, als anderen ons op zij komen staan, in velerlei meer!

Maar wat schaadt het? Neen, het moet! Het is goed, als Christus maar wassen mag en Zijn rijk maar mag uitgebreid worden. Hg alles — ik niets!

Hfl moet wassen! Zo hadden de profeten voorspelt. Hij is de Koning van Gods heerlijkheid. Die heersen moet tot het einde der dagen. Alle macht in hemel en op aarde is Hem gegeven, opdat Hij Zijn rijk zou uitbreiden naar alle kanten en wegen. En nu werkt alles daartoe mede. Ook de wereldgeschiedenis met al hare raad selen, met al hare geheimen van onoprechte staatkunde en gehuichelde vriendschap, met al haar wee en haar jammer en haar wapengekletter, werkt mede, want het gaat zo het wil, Christus moet wassen.

Ja, Hij zal wassen! Dat moet! Laten de machten van ongeloof en bijgeloof zich verheffen tegen Christus en tegen Zijn kerk; laten zij pogen, de naam van Jezus uit te roeien van de aarde; late men de oude leus van Gabbatha opnieuw aanheffen: weg met Hem! Toch zal Hij wassen! Toch zal op Hem Zijn kroon bloeien en Zijn rijk komen! Satan, wereld en zondemacht worden neergeslagen. Dat is gebleken en dat zal verder blijken.

't Is waar, de mens wil zijn eigen Zaligmaker zijn, zichzelf behouden, in eigen kracht de hemel bestormen. Maar in al Zijne gekenden zal Christus alle hoogmoed des mensen vernederen en alle eigengerechtigheid doen verzinken, opdat Hij, Hij alleen verheerlijkt worde, want Hij moet wassen en zal in al de Zijnen worden het één en het al. Hoe meer groei voor Christus leven,

Hoe meer groei voor Christus leven, hoe meer afname van het „ik­leven" bij de Zijnen. Daarom wordt het met Luther hun ootmoedige bede: ,,Dat Christus leve en ik sterve."

De natuurlijke mens kent daarvan niet het minste. Christus is hem niets en zelf wil hij alles zijn. Dat is de openbaring van de mens die leeft naar het goeddunken van zijn goddeloos hart. Dat is zelf­handhaving. God­miskenning, rebellie! Nooit naar waarde te schatten wel

Nooit naar waarde te schatten weldaad, wanneer de Heere deze vijandschap verbreekt. Dit geschiedt wanneer Gods Geest de mens arresteert op zijn zonde­weg. Van meetaf is het Zijn hoge bedoeling de mens te onttronen en daarom: „Hij en dan ik."

Hij alles — ik niets! Een moeilflke levensles, maar het kan door genade geleerd. Ledige vaten wil de Heere vervullen met Zijne genade. En zo onderwijst God Zelf Zijn volk de grote levensles; minder worden! Sterven aan het ,,ikleven." Het was: „ik en dan Hij!"

Het was: „ik en dan Hij!" Het werd: „Hij en dan ik!" Doch nu is het: ,,Hij alleen!" Zo sprak eens een pelgrim voor Sion. Lezer, leert gij reeds door genade die geweldige levensles? 't Is noodzakelijk, 't Kan niet gemist, zal het wel zijn in leven en sterven. Smeek dan de Heere om die genade.

Ik niets. Gij alles, Heere! Dit zij alleen mijn zielsbegere.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 augustus 1950

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Hij en ik

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 augustus 1950

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's