Late Lente
Hij is enkele uren „vastgehouden" aan de grens, in Eysden, waarna geconfereerd is met de Regering in Den Haag: de Keizer kon verder gaan naar zijn doel, dat was de Graaf van Amerongen. Daarna zou men verder zien. De stellige verwachting wordt door het blad uitgesproken, dat Nederland, ook ten aanzien van Keizer Wilhelm, het asylrecht hoog zal houden. „Ga je vort, jo?" vraagt de boerin
„Ga je vort, jo?" vraagt de boerin hartelijk, als Jan het hoofd binnen de deur steekt. „Kom niet te laat thuis, hoor."
„'k Maak het niet zo lang, tante." Van toen hij als kleine jongen op de boerderij kwam, heeft hij de boerin Tante genoemd. Maar de boer is niet Oom. Die is: boer of Konijnenbelt.
„'k Wou je wijzer hebben," vindt de boer, met 'n twinkeling in de pientere Ogen. „'t Is koud, jongen. En ze verwacht je niet eens." „Hoor' em. Jan! Toen wij nog verloofd
„Hoor' em. Jan! Toen wij nog verloofd waren, kwam de boer een eind weg, om bij mij te komen. Soms vroor het steendik. De adem van het paard werd ijs." i.AUe overdrijving schaadt, moeder, al heb je wel een beetje gelijk", lacht Arend Konijnenbelt! „De groeten, Jan en tot morgen." „Welterusten samen", groet Jan en
„Welterusten samen", groet Jan en verdwijnt naar de deel. Sanne hoort de deur dichtslaan ea even later knerpt het grint, als Jan voorbij de keuken fietst. Zijn vertrek pijnt haar. Het meisje is hem eigenlijk niet waard, denkt zij vaak. Waarom, weet zij niet recht. Of het zou alleen om dat éne moeten zijn. Maar dat kan ook nog best meevallen, zegt Jan. Zij beschuldigt zichzelf dan: ze is niet onbevooroordeeld
„Het zou mij toch spijten, als hij wegging", zegt de boerin. „Twee zielen, één gedachte, moeder.
„Twee zielen, één gedachte, moeder. Ik zat er ook net over te denken. Maar reken maar, dat hij gauw naar Freek Meppelink schrijven zal."
„Kun je het hem heus niet uit het hoofd praten? Je geeft hem veel te veel voet.
„Ik denk er niet aan. Hij heeft gelijk. Hier komt hij niet verder. En in Jan zit wat." „Zo ver weg. 't Is me wat!"
„Zo ver weg. 't Is me wat!" „In Canada Is God ook, moeder. Het kan nooit Zijn bedoeling zijn, dat alle mensen op een kluit bij elkaar blijven leven. Dat ké,n trouwens niet eens. Vermenigvuldigt u en Vervult de aarde, dat is Zijn bevel. De gehele aarde. Daar hoort ook het weinig bevolkte Canada bij." Ja, daar kon vrouw Konijnenbelt niet
Ja, daar kon vrouw Konijnenbelt niet tegenop. In haar hart moet zij haar man volkomen gelijk geven, maar ja, och ja... een vrouw is vaak zo heerlijk inconsequent
„Maar zonder geld kan hij toch niets beginnen?" „Voorlopig heeft hij zo goed als geen
„Voorlopig heeft hij zo goed als geen geld nodig. Alleen wat uitzet en reisgeld. Hij moet daar zijn kostje maar opscharrelen en goed uit zijn ogen kijken. En dan gaan pionieren, als het hem er bevalt". „Je praat, alsof het al vaststaat."
„Je praat, alsof het al vaststaat." ,,Voor Jan wel, als Freek Meppelink hem niet in de steek laat. En dan voor mij ook. Jan heeft, naar de mens gesproken, zijn weg al uitgestippeld." Sanne is gereed gekomen in de keuken en doet juist de deur open, als zij de boerin hoort zeggen: „Dus hij gaat alleen weg? En Marie dan?" „Die laat hij later natuurlijk overko
„Die laat hij later natuurlijk overkomen, als hij een goede kans gekregen heeft. Misschien komt hij haar wel halen, wie zal het zeggen?" Sanne, breiwerk in de handen, is in
Sanne, breiwerk in de handen, is intussen gaan zitten, zoals zij vele avonden in dit vertrek, bij de boer en de boerin, zit.
zit. „Marie Saalmlnk gaat nooit naar Canada," zegt zij. Plotseling kleurt zij hoogrood en
Plotseling kleurt zij hoogrood en buigt het hoofd, om de kleur te verbergen. Ze bijt zich op de lip, beseffend, dat zij weer te loslippig is geweest. Bovendien kan zij ook niet ten volle verantwoorden wat zij zegt.
„Wat zit jij nu te beweren?" vraagt vrouw Konijnenbelt, stomvei-wonderd. „Dat zou ik ook wel eens willen we
„Dat zou ik ook wel eens willen weten, Sanne. Waar haal je die wijsheid vandaan?"
„Nou ja," hakkelt Sanne. ,,Jan heeft zich zo wel eens uitgelaten. Marie ziet er tegen op, heeft er niet veel trek in."
„Dat is wat anders dan je zoeven beweerde, meisje. Je moet je tong wat in toom houden, dat heb ik je méér gezegd."
Sanne buigt bij deze schrobbering van de boer het hoofd en kleurt weer diep. Konijnenbelt is opnieuw in de courant gedoken. Maar zijn vrouw ziet Sanne opmerkzaam aan 't Is, of haar in enen een licht opgaat. En —' haar moederlijke, open blik
wordt er een van medelijden, medegevoel. Het is een stevige trap, tegen de stij
Het is een stevige trap, tegen de stijve Noordooster. Maar sterke, gezonde boy als hij is, Jan lacht er wat om. Bovendien heeft hij liever op de heenreis tegenwind dan op de terugtocht. Vanavond zeilt hij naar huis. Hij passeert enkele gehuchten. Op de
Hij passeert enkele gehuchten. Op de weg is zo goed als geen verkeer. Na een dik uur fietsen doemt er in de verte een wat groter dorp op. De kerktoren steekt als een zwaar silhouet tegen de donkere lucht af. Hij komt niet bij de toren. Vlakbij het dorp moet hij rechtsaf slaan. Verlicht haalt hij adem. Gelukkig zijwind. Maar daar staat weer tegenover, dat de weg slecht is, modder en kluiten, Saalmink en zijn buurtbe woners mochten die wel eens verbeteren, heeft hij zo vaak gedacht en gezegd. Maar dan maakt Saalmink de bekende beweging tussen duim en wijsvinger. Nu, ja, dan ben je uitgepraat. Waar niet is, verliest de keizer zijn recht.
In deze contreien staan zeven gedoetjes van vier bunder daaromtrent. Men spreekt dan ook van de „Zevenbuurt." Zeven keuterboertjes, die met noeste vlijt de schrale grond bewerken en een bestaantje hebben, meer ook niet. Bij een slechte oogst, meer ook niet. Bij zen lijden zij armoe. Doch zij houden het hoofd boven water. De vrouw en de kindere werken alle even hard mee. Als Jan straks in Canada gaat pionieren, dan heeft hij in Marie niet een vrouw, wier handen verkeerd staan. Zij kent de stugge arbeid even goed als de strijd om het bestaan. Als het moet, kan zij ontbering lijden. Jan's carbidlantaarn beschijnt een
Jan's carbidlantaarn beschijnt een erfje, dat keurig opgeruimd is. Hij rijdt naar achteren. Achter een gordijn schijnt een licht, misschien petroleum, maar meer waarschijniyk carbid, want petroleum is heel, heel schars. Hij weet daar de familie Saalmink zitten: vader, moeder. Marie, de zestienjarige Evert, die al een stevige hulp is, en de achtjarige Bet, o, neen, die is natuurlijk al naar bed. Het is al acht uur geweest. Om negen uur gaat het gehele gezin ter ruste. Nu, dan verdwijnt hij ook weer. Mét dat hij de klink van de achter deur optilt en het deurtje nauwelijks open heeft, is er gestommel: binnen hebben ze iets vernomen. Evert, schrale jongensfiguur, hij is in de groeijai en. blikt in de carbidlamp. „Hé, ben jij dat. Jan? Marie, Maiie
„Hé, ben jij dat. Jan? Marie, Maiie hier is Jan!" De buitendeur slaat dicht. En dan i
De buitendeur slaat dicht. En dan i daar Marie Saalmink, een struise, jonge vrouw van het land, van de leeftijd van Jan,
„Een je daar," zegt ze verrast. En z'l neemt niet alleen zijn kus in ontvangst maar geeft die dubbel terug. Want zil houdt zielsveel van hem, dat staat vast
„Kom gauw binnen, jongen. Je zul' het wel koud hebben. En daai 's warmte."
„Welkom, zeun. Hoe later op de avond, hoe schoner volk." Dat is de opgewekte stem van Saal
Dat is de opgewekte stem van Saalmink, die Jan bar graag lijden mag. U'J 1 loopt tegen de vijftig, maar ziet er veel | jonger uit. ,,Moest je hier in de buurt wezen, |
,,Moest je hier in de buurt wezen, | Jan?"
Dat vraagt moeder Saalmink, die iets 1 jonger is dan haar man, maar er oude'l uitziet. Zij heeft een wat zorgelijke treli | om de mond. Je behoeft niet te vragea f of Marie een dochter van haar is. D'' | twee lijken, in elk geval uiterlijk, sprekend op elkaar.
„Neen, neen, moeder, 'k had trelt hierheen te komen. Zaterdag duurt nog | zo lang." (Wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 augustus 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 augustus 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's