Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat eist God van Zijn Volk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat eist God van Zijn Volk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want dit is de wil van God, uw heiligmaking. (1 Thess. 4 : 3a)

Wat eist God van u, volk des Heeren? Dat gij heilig zjjt, afgezonderd voor God in Christus om Hem alleen en in alles volkomen te dienen. Gij gevoelt wel, daar ontbreekt rxog al wat aan. Gij zult zeggen: alles! En waarom? Omdat ik niets heb, dat naar de Heere, maar alles heb dat buigt voor de driehoofdigen afgod, nl. de begeerlijkheid des vleses, de begeerlijkheid der ogen, de grootsheid des levens. Hoe weet gij dat. Uit kracht van opvoeding, van gemeenlicht van overtuiging, of van zaligmakende genade? Gij moet een groot beest zijn om te weten wat een groot beest is. Toen was ik onvernuftig en wist niets, ik was een groot beest bij U, Psalm 73 : 22. Uit het verband van onze tekst blijkt wel dat de apostel Paulus er bij zijn gemeente op aandringt om te wandelen in overeenstemming met haar leer; lerende wandelaars en wandelende leraars. In „Het innige Christendom" van Schortinghuis staat het grafschrift van de Godzalige leraar Streso:

Hier leydt begraven Streso, Hij sprak so en hij deed so, Leeser, doet gij mee so, So komt gij ook bij Streso.

Maar dat „doen" van Streso was toch van Streso niet? Neen, van de Heere, want Ps. 119 : 1 (berijmd) zegt; ,,Die H ij op 't spoor der Godsvrucht wand'len doe t." Hier blijkt al, dat de Heere Zijn volk heiligt door Zijn Geest en Woord. Daar is al heel wat aan voorpjgegaan. Van nature zijn wij afgezonderd van de duivel om de duivel te dienen. De duivel is onze vader en wij doen zijn begeerten. Door een godvruchtige opvoeding kunnen wij voor veel zonden bewaard zijn gebleven en in belijdenis en wandel een onbesproken leven geleid hebben, maar wij dienden zonder het te weten een onbekende God. Een vrome duivel is nog kwader dan een openbaar godloze duivel want de eerste slaat om in grote vijandschap tegen „het leven". Wij zien het in Kaïn en Abel. De duivel bekeert de mensen ook. Als het de Heere behagen mag dan neemt Hij ons onze godsdienst af als grond tot zaligheid. De Heilige Geest, Die wdj niet kennen, overtuigt ons, langs de Wet, van de ongenoegzaamheid van onze werken voor de eeuwigheid. De uitwendige gehoorzaamheid aan de Wet is niet genoeg. Er moet een inwendige gehoorzaamheid bij komen. En dan worden wij gewaar, dat wij geheel en al ongehoorzaamheid zijn, die door de gehoorzaamheid van een Ander nl.: Christus, moeten zalig worden. Verloren moeten wij gaan om behouden te worden. De Heere is gekomen om te zoeken en te zaligen dat verloren is. Hebt gij uw gerechtigheid niet verloren? Zijt gij niet verloren? Dan is er geen weg des behouds. Die ligt buiten u.Gij moet er geheel buiten vallen en buiten b 1 ij v e n. Dit zal gebeuren, als gij in de Heere sterft. Dan zijt gij tot God bekeerd. En anders moet gij telkens uw onbekeerde toestand voor God en de mensen beklagen.

Er moeten weeën zijn, anders is de vrucht dood; er is geen leven te bespeuren. Leven wordt er genoeg gemaakt. Onderzoekt het maar bij uzelven, ja onderzoekt u zelven of gij in het geloof zijt, beproeft u zelve. Of kent gij u zelve niet, dat Jezus Christus inuis? tenzij, dat gij enigszins verwerpelijk zijt, 2 Cor. 13 : 5. Paulus is heilig voorzichtig om het leven niet aan te tasten, maar geeft een duidelijk bewijs van onze genadestaat, nl, dat, die oprecht in Christus gelooft, die is verzekerd dat hij uitverkoren is; maar die de predikatie van het Evangelie, door een waar geloof niet aanneemt en de aangeboden genade verzuimt of veracht, is wel in perikel van een verworpen mens te zijn. Doch men moet om hem niet wanhopen, zolang hij leeft, omdat de Heere de mensen ook somwijlen ter elfder ure roept en ook in het laatste ogen blik zijns levens, gelijk de moordenaar aan het kruis. (Zie kanttekening). Die anders oordeelt zal het oordeel Gods pp zijn hoofd thuisgebracht worden en met benauwdheid stormen of in een waangeloof omkomen. Om nog een beeld te gebruiken: Iemand is bankroet gegaan. Hij heeft geen cent meer en bergen schuld. Welk een schande het ook is in de tijd, in het geestelijk leven is het de enige weg der verlossing. Die in het geestelïjk leven niets dan schuld heeft, in Christus als Borg gelooft en van Hem alleen heil verwacht hulp en sterkte om door Z ij n (niet des mensen eigen) kracht God te dienen, zulk een mens is iemand om jaloers op te worden. Want het is wat zo schuldig te zijn, dat gij werkelijk niets hebt; evenwel van dat „niets" kunnen wij ook nog wel wat maken; en dat gij niets kunt dan God beledigen, want o wij bedriegen ons zelven. Daarom, geestelijke bankroetiers door de genade Gods! zie toe, dat gij er weer niet boven op komt, want gij gaat er mee naar de hel. Blijft maar schuldig en arm, want dat zijn de wegen die leiden tot de bronnen van uwe geestelijke hemelse schatten, verkiezing, verlossing roeping, rechtvaardigmaking, heiligmaking, heerlijkmaking.

Om nu slechts van twee van die bronnen van hemelse rijkdommen te spreken, nl. de rechtvaardigmaking en heiligmaking, zo zien wij dat de rechtvaardigmaking is de vrijspraak van de misdadiger, die de hel heeft verdiend door de Rechter God Zelf, en dat om de verdiensten van Christus; de dadelijke en lijdelijke gehoorzaamheid van Christus. Denkt slechts aan de ^jankroetier, die om zijn schulden in de gevangenis gaat maar om de Borg Christus wordt los en vrijgelaten door de Vader. De heiligmaking is direct verbonden aan de rechtvaardigmaking. Gelijk die in de gevangenis zat, losgelaten en uit de gevangenis geleid wordt, zo wordt Gods volk dat een tijd opgesloten door eis en straf der Wet en verloren is, volgens de uitspraak van de hoogste Rechter, als Christus, de Borg, tussen de Rechter en de doodschuldige treedt en zegt tot de Rechter; Ik heb verzoening voor Hem gevonden; zo ook wordt dan Gods volk vrijgelaten. De heiligmaking is dat het volk Gods, het recht op het leven verkregen hebbende, door het geloof uitgaat uit de gevangenis en deelt in de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods. De schuld is betaald. God is van een Rechter een Vader geworden voor Gods wedergeboren volk; Zijn kinderen. Dat volk leeft uit de beloften van de Vader, die Ja en Amen zijn op Christus. Zij zijn verdiend met Christus' bloed. De beproevingen en verdrukkingen zijn kastijdingen van de Vader om Zijn kinderen te heiligen en te reinigen van hun aanklevende zonden tot de gehoorzaamheid aan de Vader.

De heiligmaking is de afzondering tot de dienst van de levendige God, de levendigmaking, de vernieuwing door de Heilige Geest, de herstelling van het beeld Gods. Dit is het werk van de verhoogde Zaligmaker dat H ij leert gaan, doet treden in het spoor van Zijn gerechtigheden door de oefening van Zijn profetisch ambt; dat Hij als Priester voor hen biddende, hun geweten reinigt van de besmetting der zonde door Zijn Geest de Geest des geloofs; en Hij als Koning regeert door Zijn Woord en Geest, bewaart, bestiert en beschermt tegen hun geestelijke en lichamelijke vijanden. De heiligmaking is enkel en alleen het werk van Gods vrfle genade en opluistering van Gods heerlijkheid en deugden. Die heiligheid, zonder zonde te zijn,

Die heiligheid, zonder zonde te zijn, is een hemels werk. Dat wordt uitgewerkt door God Zelf in een aarden vat. Als dat vat verbrijzeld wordt, dan verliezen de vijanden him macht en worden te niet gedaan. Dan wordt het verduisterd verstand verlicht, de onwil gewillig en overgebogen, de wandel geheiligd. Dat de heiligmaking hier in dit leven hun deel is en onvolmaakt en in de een meer en de ander minder in dezelfde mens onderworpen is aan aanwas en afnemen, nochtans b 1 ij f t zij, hoe donker het ook is. Een geheel verlies van heiligmaking is niet mogelijk. De beloften des Heeren feilen niet. Hellenbroek vraagt: Hoe vordert Gods volk in heiligmaking? Als men alle inwendige hinderpalen wegdoet door de genade des Heiligen Geestes en afhangende van Jezus' kracht, alle middelen ter voortgang in het werk stelt. Wijlen Ds N. C. B.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 september 1950

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Wat eist God van Zijn Volk

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 september 1950

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's