Nieuwe Tonge heeft ook een lid in de commissie samenvoeging gemeenten, maar buiten de Raad om.
De kwestie Gemeente en Polders weer ter tafel. „Het is daar een bende", zegt de Voorzitter!
Openbare raadszitting der gemeente Nieuwe Tonge op Vrijdag 8 Sept. 1950, (les avonds 7 uur. Tegenwoordig alle leden. Pe zitting werd eerst geopend, nadat de raadsleden langen tijd in voorbespreking waren geweest. ' ...
Als eerste punt kwamen de notulen aan de orde, die onveranderd werden vastgesteld.
Ingekomen stukken en mededelingen: Terugontvangen van Ged. Staten enigen goedgekeurde raadsbesluiten en begrotingswijzigingen.
Schrijven van de Mij. tot bevordering der bouwkunst bond van Nederl. architecten om bij bouw van gemeentelijke werken particuliere architecten in te schakelen. Wordt voor kennisgeving aangenomen.
2. Uitkering 2e kwartaal 1950 aan het gem.-personeel. De verordening moet in overeenstemming worden gebracht met de Rijksregeling waartoe wordt besloten. 3 Garantie kasgeldlening E.B.O.F. ä ƒ ibo.000.—.
Besloten wordt hiertoe over te gaan tegen een koers van 100% en een rentevoet van 1% %• 4. Vaststelling rekening dienstjaar 1948
4. Vaststelling rekening dienstjaar 1948 Algemeen Armbestuur en voorlopige vaststelling gemeente-rekening 1948. Worden beide z.h.s. goedgekeurd. 6, Vaststelling vergoeding van kinderen uit andere gemeenten wegens school bezoek in deze gemeente gedurende '48. Het aantal kinderen dat ingevolge de gemeenschappelijke regeling met Herkingen de school te Nieuwe Tonge bezocht bedraagt 8, tezamen gedurende 6V3 jaar. In totaal is daarvoor verschuldigd ƒ 102,84 min ƒ 11.— schoolgeld is ƒ 91,84. Wordt z.h.s. goedgevonden.
Wordt z.h.s. goedgevonden. 7. Een kasgeldlening groot ƒ 25.000 die per 15 Sept. moet worden afgelost, moet opnieuw worden aangegaan. Goedgevonden wordt, deze ƒ 25.000 te lenen tegen eri rente van 2% % per jaar.
Herziening gemeenteiyke indeling op Goeree en OverflaKkee.
Zoals bekend is er een breedvoerig prae-advies van B. en W. over dit punt verschenen. In aansluiting daarop deelde de Voorz. mede, dat onder dagtekeniog 16 Aug. 1950 een schrijven is ontvangen van. de „Commissie tot onderzoek van het voorstel tot herziening van de gemeentelijke indeling op Goeree en Overflakkee. Het schrijven houdt een drietal verzoeken in, t.w.:
1. een vertegenwoordiger aan te wijzen, die mede in de commissie zitting neemt;
2. voor het dekken van de door de Commissie en haar deskundige te maken kosten voorshands een bedrag van ƒ 0.05 per inwoner te willen veteren;
3. aan Gedeputeerde Staten te verzoeken de termijn van 1 Oct. 1950, te verlengen tot 1 April 1951.
B. en W. betreurt het dat dit verzoek zo kort voor 1 Oct. is binnengekomen, te meer, daar de dreiging reeds vanaf Au- gustus 1947 boven het hoofd gehangen heeft.
Ook betreuren zij het, dat bij vele bestuurderen op het eiland een onjuiste gedachte heeft postgevat dat B. en W na lange tijd van voorbereiding vóó de gestelde datum tegenover he College in een prae-advies hebben uitgesproken. Geen van de leden van he College is terzake gebonden gewees aan een afspraak met Burgemeesters of Wethouders van andere gemeenten. Zi staan op het standpunt, dat het College heeft gedaan, wat gedaan moest worden en handhaven daarom het uitgebrachte prae-advies.
Hoewel B. en W. het bestaan van de Commissie kunnen toejuichen, menen zi dat zij haar positie niet geheel juist ziet Zij is gevormd door en op initiatief van een aantal personen, die weliswaa raadslid zijn, doch niet als zodanig willekeurig op welke plaats en in welke aangelegenheid ook, kunnen optreden.
Door het toevallige feit, dat geen de raadsleden de bijeengeroepen vergadering of door de verbanden van de politieke richtingen op ons eiland, als commissie-lid is aangewezen, wordt nu de Raad van deze gemeente uitgenodigd iemand als vertegenwoordiger aan te wijzen. Hierdoor zal de figuur ontstaan dat deze gemeente, met nog vijf andere gemeenten, rechtens in de commissie is vertegenwoordigd, en de zeven andere gemeenten niet.
B. en W. stellen daarom voor op he eerste verzoek afwijzend te beschikken ter beoordeling overlatend of, buiten de vergadering om, één der leden te verzoeken, (zonder dat hij zich vertegenwoordiger van deze gemeente weet) in de commissie zitting te nemen.
Mocht de raad van oordeel zijn, da één der leden op de laatst aangegeven wijze moet worden gevraagd in de commissie zitting te nemen, dan stellen B en W. voor, zich niet te onthouden van enige financiële medewerking, doch dan in de vorm van een subsidie van ƒ 0.05 per inwoner. Zij zouden er voor willen waarschuwen, voor de handelingen van de commissie in haar huidige voiin, enige financiële verantwoordelijkheid te aanvaarden.
Nu Ged. Staten hebben bericht dat de termijn van 1 Oct. 1950 is verlengd to 1 Januari 1951, achten zij het aanvrage van een verdere verlenging van de gestelde termijn onjuist en stellen daarom voor op het derde verzoek niet in te gaan.
De Voorz. zegt te hebben vernomen dat buiten de rami, om een commissielid is benoemd, n.l. dhr. v. d. Doel. B. en W. stellen wel voor de 5 et. per inwone voor de onkosten te verlenen.
De heer Tijl zegt hiertegen te zijn. Bi stemming wordt aangenomen met 6—1 stem de gelden te voteren.
De Voorz. deelt mede, dat door Ged Staten uitstel van beslissing is verleend tot 1 Januari 1951.
De heer Opstelten wil toch in de lijn blijven en uitstel vragen tot 1 April a.s Ook Weth. Dekiker voelt daar wel voor omdat hij vernomen heeft, dat Ged. St het ongevraagd heeft verleend tot 1 Januari 1951. Weth. van Alphen meent dat het te
Weth. van Alphen meent dat het tevoren al gevraagd was, door een der gemeenten en dat het daarom verleend is Spr. wil zich achter de commissie scharen.
De Voorz. meent ook, dat een der gemeenten het gevraagd had en het daarom is toegestaan tot 1 Jan. 1951.
Dhr. Opstelten meent dat het kan worden gevraagd tot 1 April uit een oogpunt van solidariteit en ook kunnen er uit deze commissie wel dingen naar voren komen waar de raad nut van kan hebben. Hij maakt er een voorstel van
Het voorstel wordt gesteund door dhr v. Zielst, waarna m.a.s. wordt besloten uitstel te vragen tot 1 April a.s.
9. Vaststellen pensioengrondslagen. Nu een duidelijker beeld is te verkrijgen van de salaris-positie van het personeel der gemeente komt het B. en W gewenst voor, mede met het oog op de verrekeningen van pensioenbijdragen met de Pensioenraad, de pensioengrondslagen van dat personeel vast te stellen
De heer Tyi vraagt of die mensen nu ook vrijwillig moeten verzekeren en zegeltjes plakken. Spr. vindt dat niet juist. Het uitgekeerde is te weinig dat ze dat kunnen doen.
De Voorz. wil daar niet te diep op ingaan. De verschillende vakorganisaties hebben het aangesneden, zodat het binnenkort aan de orde komt. Van de organisatie tot regeling rechtspositie der ambtenaren komt binnenkort een advies.
10. Verstrekken opdracht aan het Instituut Stad en Landschap tot het voorbereiden van: a. herziening plan in onderdelen;
a. herziening plan in onderdelen; b. regeling bebouwde kom; c. uitbreidingsplan in hoofdzaak.
Ingevolge het vijfde lid van artikel 36 der Woningwet moet een uitbreidingsplan tenminste eenmaal in de 10 jaren worden herzien. Het voor deze gemeente geldende uitbreidingsplan in onderdelen werd vastgesteld 11 Febr. 1938 en had alzo moeten worden herzien, ware het niet dat Ged. Staten ons daarvan voorlopig vrijstelden. Verdere vrijstelling is niet te verwachten, zodat tot herziening overgegaan zal moeten worden.
Naar het oordeel van B. en W. is herziening wel noodzakelijk te achten, omdat de opzet van het geldende plan een zeer dure uitvoering noodzakelijk maakt. Het komt B. en W. voor dat in de eerste plaats getracht moet worden de uitbreiding van de gemeente hinnen het gel dende plan, eenvoudiger van opzet en dus minder kostbaar van uitvoering te maken.
Voorts is wijziging noodzakelijk omdat de provinciale weg van deze gemeente naar de gemeenten Oude Tonge en Ooltgensplaat op een andere wijze zal worden aangelegd, dan in het geldende plan werd aangenomen.
Ook zal wijziging noodzakelijk zijn, omdat gebleken is, dat het plan de grenzen van de gemeente enigszins te buiten
Tenslotte zal herziening noodzakelijk zijn, omdat het wat te ver doorgevoerd voorkomt om aan te nemen, dat na de Generaal Snijdersstraat nog meer zijstraten van de Duivenwaardsedijk naar de Klinkerlandseweg moeten worden aangelegd. B. en W. zouden genoemde straat willen aanhouden als de afsluiting van de bebouwde kom van deze gemeente.
De kosten van deze herziening zullen ƒ 300.— bedragen. Het is voorts de stellige overtuiging
Het is voorts de stellige overtuiging van B. en W. dat zowel voor de aard van de bebouwing als voor het gebruik van gronden, in de bebouwde kom gelegen, voorschriften moeten worden vastgesteld. De beide Westerstraten, de Oranjestraat, de Zuiddijk, de Molendijk, de Noordelijke en Zuidelijke Achterweg en de Ring zijn niet in de bebouwingsvoorschriften van deze gemeente begrepen en wij achten dit voor een gunstige ontwikkeling van ons dorp onjuist. B. en W. ontveinzen zich daarbij niet, dat hier een probleem wordt aangesneden, dat vele moeilijkheden voor een oplossing met zich zal brengen, doch willen hieraan toch werken, daar anders de moeilijkheden alleen maar tot de toekomst worden uitgesteld.
De kosten voor het ontwerpen van dit plan bedragen ƒ 2992.—. Daar de provinciale weg van deze ge
Daar de provinciale weg van deze gemeente naar de gemeenten Oude Tonge en Ooltgensplaat anders is uitgestippeld dan aanvankelijk verwacht, zal nu de weg lopen door een gedeelte van de gemeente waarvoor evenmin bebouwingsvoorschriften gelden.
Het is dringend noodzakelijk zo lang de weg niet is aangelegd, zo nodig regelend te kunnen optreden, ter voorkoming van nadeel voor de ingezetenen.
De kosten van het ontwerpen van een plan in hoofdzaak bedragen ƒ 725.—. Resumerende vraagt het ontwerpen
Resumerende vraagt het ontwerpen van plannen als aangegeven ƒ 300.— -fƒ 2992.— + ƒ 725.— = ƒ 3917.—. Wordt voor de genoemde plannen gelijktijdig aan één instituut opdracht gegeven, dan bedragen de kosten ƒ 270.— ^- ƒ 2772, 1- ƒ 675,— = ƒ 3617,—. Gerekend, dat voor lichtdrukken, porti, telefoon en reiskosten plm. ƒ 380.— verschuldigd zijn, dan is op een totale uitgaaf te rekenen ad ƒ 4000.—, af te schrijven in de 10 jaren dat de voorgestelde plannen geldig kunnen zijn. Dhr. Opstelten kan zich wel stellen
Dhr. Opstelten kan zich wel stellen achter de verbetering Gen. Snijdersstr. maar het maken van de voorschriften, die er nog nooit geweest zijn, zou hij er uit willen lichten, om af te wachten hoe het loopt met de samenvoeging.
De Voorz. geeft hierop een toelichting en zegt dat de stedebouwkundige indertijd de moeilijkheden op de lange baan heeft geschoven. We zitten er nu mee. Komt er een ev. samenvoeging dan zijn de plannen voor de bebouwde kom toch noodzakelijk. Een regeling bebouwde kom moet er zijn. Wanneer dit plan niet doorgaat zouden de betrokkenen er grote schade door kunnen krijgen. Bij stemming is dhr. Opstelten tegen
de regeling bebouwde kom. Het gehele voorstel wordt daarna algemeen goedgevonden.
In verband met de genomen besluiten moet de begroting 1950 worden gewijzigd wat wordt goedgevonden. In de rcmvraag vraag dhr. v. d. Doel hoe het staat met de overname van de beide Westerstraten en met de verlichting, waarop de Voorz. antwoordt dat het raadsbesluit tot overname nog niet is goedgekeurd.
„Wanneer wilt U de lichtpunten geplaatst zien," vraagt de Voorz.
„Aanstaande week dan maar," zegt dhr. V. d. Doel. „Goed," antwoordt de Voorz. „dan kunt kunt U daarop rekenen."
Dhr. Tal spreekt over een „overstroming" hoek Zuiddijk-Achterweg, waar het water in de huizen stroomt. De Voorz. zegt dat het daar een bende
De Voorz. zegt dat het daar een bende is. Er moet wat gebeuren. We kimnen het zelf betalen, maar het is een zaak van de Polder en we zullen, aldus de Voorz. niet ophouden, vóór de Polder doet wat des Polders is.
Dhr. Tijl: Als ze het slootje uitdoen zijn we klaar!
De Voorz. deelt mede dat de goedkeuring er is op het rioleringsplan, dus dat we door kunnen gaan. Het is een kwestie van overbrugging.
Dhr. Tijl zou er maar wat geld aan spanderen.
De Voorz.: Als je het hoofd in de schoot legt, zijn we verkocht. Weth, Deikker: Verkocht voor altijd. Het is een principekwestie.
Dhr. V. Alphen: Met deze donderbuien is het iets abnormaals. Houdt daar ook rekening mee.
De Voorz.:; Het is een onhoudbare situatie, dat is waar. Dhr. Opstelten vraagt of er geen weg
Dhr. Opstelten vraagt of er geen weg ia via Ged. Staten, om de Polder op z'n plichten te wijzen.
Dhr. v. d. Doel zegt, dat de Polder de sloot meer dan eens heeft uitgedaan. Over dit punt wordt weer tot in den
Over dit punt wordt weer tot in den brede gediscussieerd. Men blijft over dit onderwerp in een vicieuze cirkel ronddraaien. Dhr. V. d. Doel zegt uiteindelijk dat de opzichter van Klinkerland de zaak zal opnemen en nazien. „Dat is één," roept Tyi uit Nu moet
„Dat is één," roept Tyi uit Nu moet V. Dorsser ook nog over de brug komen. Weth. Dekker zegt, dat Klinkerland steeds medewerking heeft verleend. De Voorz. zegt als de raad machtiging
De Voorz. zegt als de raad machtiging geeft, dan zal B. en W. alles doen om tot een oplossing te komen. Dan zal het worden verholpen. Dhr. V. d. Doel geeft de raad, om met de Polder contact te zoeken voor die oplossing.
De Raad geeft algehele machtiging aan B. en W. het euvel op te lossen. Dhr. Opsitelten vraagt naar de verlichting, waarop de Voorz. zegt dat volgende week 70 palen zullen worden geplaatst.
Dhr. Opstelten vraagt of de Gen. Snijdersstraat mogelijk kan worden bestraat welke zaak volgens de Voorz. in B. en W. breedvoerig bekeken is. Er zijn plannen voor, en een deugdelijke oplossing kost veel geld. In principe is besloten een voorstel te doen, alleen moet voor de dekking der gelden een oplossing worden gezocht. „Als het goed opgeknapt moet wor
„Als het goed opgeknapt moet worden, moet de laag er af!" deelde de Voorz. mede. „We zitten met het rioleringsplan.
„We zitten met het rioleringsplan. Vooreerst kunnen we niet opknappen!" vond de heer van Alphen.
„We zitten ook met de Burg. Overdorp. en de Wentinkstraat!" betoogde de Voorz.
Dhr. Tijl vond die straten niet zo urgent. De Voorz. zei een en ander aandacht te zullen schenken.
Dhr. Tül zei vervolgens dat men tegen onkruid en rupsen in de boompjes had moeten spuiten.
„Je zit altijd met de onkosten!" verontschuldigde weth. Dekker.
„Met het uitbreidingsplan enz. hebt U het ons al gemakkelijker gemaakt!" zei de Voorz., die voorts meende, dat de bewoners zelf moesten wieden!"
„Goed, dat moet U voorschrijven!" pareerde dhr. Tijl, die zei gaarne zijn deel te aanvaarden.
Dhr. van Zielst vroeg naar aanleg van zandbakken.
De Voorz. zei, dat dit nog komt. Men wacht op de D.U.W. Dan sluiting.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 september 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 september 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's